|
|||||
Boek III, propositie 28. | |||||
|
|||||
Neem twee gelijke
cirkels met middelpunten M en N en daarin gelijke koorden AB = CD. MA = MB = NC = ND (straal cirkel) Dus de driehoeken MAB en NCD zijn congruent (ZZZ) (I-8)
Dan zijn de middelpuntshoeken ook gelijk. |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |