|
|||||
Boek IV, propositie 14. | |||||
|
|||||
Deel twee hoeken van
de vijfhoek doormidden, en laat die elkaar snijden in M.
(I-9) Teken de andere lijnen van M naar de hoeken van de vijfhoek Op dezelfde manier als in (IV-13) kun je bewijzen dat alle hoeken van de vijfhoek doormidden gedeeld worden. Dan zijn alle zijden MA, MB, MC, MD, ME gelijk (basishoeken gelijkbenige driehoek) (I-6) Dus de cirkel met middelpunt M en straal MA gaat door alle hoekpunten van de vijfhoek en is de omgeschreven cirkel. |
|
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |