|
|||||
Boek II, propositie 3. | |||||
|
|||||
Begin met lijnstuk
ADE (a verdeeld in a1 en a2) Teken het rode vierkant op AD (I-46) Verleng BF Teken EF parallel aan AB (of DC) (I-31) Dan is de hele rechthoek gelijk aan de rode plus de groene. |
|
||||
Natuurlijk niets anders dan a1(a1 + a2) = a12 + a1a2 | |||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |