|
Puntenwolken op de GR. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Laten we teruggaan
naar die tabel in de vorige les over de tijd die aan huiswerk wordt
besteed en het cijfer voor wiskunde... |
|
|
huiswerktijd (min) |
0 |
11 |
16 |
28 |
28 |
36 |
39 |
46 |
47 |
49 |
55 |
58 |
63 |
68 |
79 |
95 |
wiskundecijfer |
3.0 |
4.0 |
6.0 |
4.2 |
6.5 |
5.9 |
7.7 |
4.8 |
7.1 |
8.3 |
5.8 |
7.8 |
9.0 |
7.7 |
8.6 |
9.3 |
|
|
|
We gaan proberen een
spreidingsdiagram met de regressielijn te tekenen met de GR en bovendien
om een formule op te stellen van die regressielijn. Verder gaan we ook
nog eens berekenen hoe goed die correlatie nou eigenlijk is....
Je ziet al wel: een heleboel voor één les! |
|
|
De correlatiecoëfficiënt r. |
|
|
De correlatiecoëfficiënt (r) is
een getal dat aangeeft hoe goed de correlatie van een puntenwolk
is. Een soort rapportcijfer voor de correlatie dus.....
Maar dit rapportcijfer ligt altijd tussen -1 en 1. Als r = 1 dan
is er sprake van volkomen positieve correlatie, als r = -1 is er sprake
van volkomen negatieve correlatie. r = 0 betekent helemaal géén
correlatie. Dus de volgende puntenwolken: |
|
|
|
|
|
Kortom: hoe dichter r bij 1 of -1
ligt, des te beter is de correlatie.
Deze les laten we r door de GR berekenen. Later zullen we r
aan een
nauwkeuriger onderzoek onderwerpen. |
|
Terug naar de tabel hierboven.
Om r te kunnen berekenen moet je je rekenmachine eerst in de stand DIAGNOSTIC zetten.
Dat gaat zó:
Toets in
2nd
CATALOG
en scroll naar
DiagnosticOn
Druk op
ENTER ENTER en
je krijgt als het goed is de melding:
Done. |
|
Voer nu eerst de tabel hierboven
in bij L1 en L2. Dat gaat via
STAT
- EDIT |
Zet de huiswerktijden van de tabel hierboven
in L1 en de wiskundecijfers in L2. Zoals hiernaast.
Toets vervolgens in :
|
STAT - CALC - 4: LinReg(ax + b)
(L1, L2, Y1) |
|
|
(Y1 vind je bij
VARS -
Y-VARS
- 1: Function
- Y1)
Dan geeft de GR je de vergelijking van de regressielijn en bovendien het
rapportcijfer r. Ons rapportcijfer nu is ongeveer 0,83, en
de regressielijn heeft vergelijking y = 0,06x
+ 3,8 zoals je hiernaast ziet. |
|
|
|
Om tenslotte nog een PLOT te maken druk
je op 2nd
STATPLOT
Kies 1.
En zet de grafiek op
On
Het eerste figuurtje bij
Type
geeft een spreidingsdiagram aan.
Voor Xlist en Ylist kies je uiteraard L1 en L2.
Nu nog even het
WINDOW
instellen: gezien de tabel hierboven kiezen we Xmin = 0, Xmax = 100,
Ymin = 0, Ymax = 10
GRAPH
geeft dan het spreidingsdiagram met de regressielijn hiernaast.
Mooi toch???? |
|
|
|
Om een beetje "gevoel" voor de
grootte van r te krijgen zie je hier een aantal punten wolken van
allemaal 20 punten, met de verschillende r-waarden erbij. (De
schaalverdelingen van x en y zijn ongeveer gelijk
gekozen). |
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Laten we gaan onderzoeken of jij gedachten kunt
lezen.....
Dat ga je samen met een medeleerling doen.
Laat die medeleerling in L1 van de GR een serie van 30
willekeurige gehele getallen tussen 1 en 10 zetten, waarbij 1 en
10 zelf ook nog toegestaan zijn.
Dat kan via STAT - EDIT en ga dan op de naam L1
staan en druk op ENTER
Dan staat de cursor onderin beeld.
Vul nu in: L1 = randInt(1,10,30) randInt
vind je bij MATH - PRB - 5: randInt(
Als het goed is staan er dan 30 willekeurige getallen van 1 tm
10 in L1.
Nu gaat je medeleerling één voor één heel hard aan die getallen
denken en jij probeert te raden welk getal hij/zij in gedachten
heeft. De getallen die jij raadt zet je partner in L2. |
|
|
|
|
|
a. |
Zet nu in L3 wéér zo'n serie van 30
willekeurige getallen tussen 1 en 10. Bereken vervolgens de
correlatiecoëfficiënt tussen L1 en L3. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de correlatiecoëfficiënt
tussen L1 en L2 en vergelijk die met het antwoord op vraag a)
Wat denk je: kun je concluderen of jij gedachten kunt lezen of
niet??? |
|
|
|
|
2. |
Pak een rode en een groene
dobbelsteen.
Gooi die 20 keer en zet elke keer het aantal ogen van de rode in
L1 en het aantal ogen van de rode plus de groene in L2. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de correlatiecoëfficiënt
tussen L1 en L2 |
|
|
|
|
|
b. |
Kun je dat gooien ook simuleren met
je GR? Doe dat en bereken opnieuw de correlatiecoëfficiënt, deze
keer voor 500 worpen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|