|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Raaklijnen. |
|
|
|
|
Een raaklijn is een
rechte lijn die een grafiek raakt.
Maar ja, daar schiet je natuurlijk nog niets mee op, want wat is nou
raken?
De volgende plaatjes maken misschien duidelijk wat daarmee wordt
bedoeld. |
|
|
|
|
|
Je ziet één of andere groene
grafiek, met steeds een blauwe rechte lijn erbij getekend.
Eén van die plaatjes is speciaal!
Zie je welke?
Wiskundigen vinden plaatje nummer 5 een speciale. Daarin ligt die blauwe
lijn net "tegen de grafiek aan". Je zou ook kunnen zeggen dat de blauwe
lijn "precies langs" de grafiek loopt.
Zo'n lijn die "langs de grafiek loopt" of "ertegenaan ligt" heet een
raaklijn. |
|
|
Nou is dat "er langs lopen" of
"er tegenaan liggen" natuurlijk niet netjes wiskundig gezegd. Je kunt
dat nauwkeuriger zo zeggen:
"Een raaklijn in een punt van een grafiek heeft
dezelfde helling als de grafiek in dat punt".
(Eerder hebben we al precies bekeken wat we bedoelen met de helling van
een grafiek in een punt). |
|
Het punt waar de raaklijn de
grafiek raakt heet heel toepasselijk het raakpunt.
Let dus goed op je taalgebruik; er is een groot wiskundig verschil
tussen raken en snijden! |
|
|
|
|
|
Rechts hierboven zie je dat één
lijn een grafiek zelfs zowel kan raken als snijden!
Een andere manier om het te zien.
Als je maar een héél klein stukje van een grafiek bekijkt, dan
is dat bij benadering ongeveer een recht lijntje. Als je er nog
kromming in ziet dan moet je gewoon een nóg kleiner stukje bekijken.
Dus op den duur, als je een héél, héél, héél, héél, hééééééél klein
stukje van een grafiek bekijkt dan is dat zo goed als een recht
lijntje.
Nou; de raaklijn is dat mini rechte lijntje, maar dan doorgetrokken. |
|
|
|
|
Hoe maak je de vergelijking van een
raaklijn? |
|
|
Dat is gelukkig erg eenvoudig.
Je moet je op de eerste plaats bedenken dat een raaklijn een rechte lijn
is, dus de formule ervan zal er uitzien als y = ax+ b.
Die lijn is makkelijk te vinden, immers je weet dat de helling van
de raaklijn gelijk is aan de helling van de grafiek in het raakpunt. En
die laatste kun je vinden door de x van het raakpunt, xR,
in te vullen in de afgeleide functie f '. |
|
helling
raaklijn |
= |
helling grafiek |
|
|
|
|
Om nu een raaklijn op te stellen
volg je de volgende drie stappen: |
|
|
|
STAP 1. |
|
|
Bereken de coördinaten (xR,
yR) van het raakpunt. xR wordt meestal
gegeven, yR kun je berekenen door xR
in het functievoorschrift in te vullen. |
|
|
|
STAP 2. |
|
|
Bereken de helling a van
de raaklijn: a = helling van de grafiek bij
xP . |
|
|
|
STAP 3. |
|
|
Bereken de b van de lijn
door het raakpunt (xR, yR) in te
vullen in y = ax + b. |
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de functie f(x) = 3x3
-
2x + 1.
Geef de vergelijking van de raaklijn aan de grafiek van f in het
punt waarvoor x = 2.
Oplossing:
f(2) = 3 • 23 - 2 • 2 + 1 = 21 dus het raakpunt is
R(2, 21)
De helling van de grafiek is a = 34
y = ax + b geeft dan 21 = 34 • 2 + b
ofwel b = -47
De raaklijn is de lijn y = 34x - 47. |
|
|
|
Met de GR
En ja, natuurlijk kan dit alles ook met de GR.
Zet het functievoorschrift in Y1
Plot de grafiek.
Toets dan in
2nd
DRAW
5: Tangent(
ENTER
Druk dan op
2
en onder in beeld verschijnt
X = 2.
Nogmaals
ENTER
en je krijgt de vergelijking van de raaklijn onder in beeld.
Hij tekent 'em zelfs voor je!! |
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Voor een nacht in juni geldt het
temperatuursverloop hiernaast.
Daarbij hoort de formule T = 10/(t
+ 1) + 2t
t is de tijd in uren met t = 0 om 12 uur 's
nachts.
T is de temperatuur in graden Celsius.
|
|
|
|
|
|
a. |
Met welke snelheid in °C per
uur neemt de temperatuur in het begin af? |
|
|
|
|
b. |
Iemand meet om 3 uur 's nachts
hoe snel de temperatuur toeneemt.
Als die toenamesnelheid vanaf dat moment gelijk zou blijven, dan
zou de grafiek vanaf dat punt de raaklijn volgen. |
|
|
Stel een vergelijking van die raaklijn op en bereken daarmee hoe
lang het in dat geval zou duren voordat de temperatuur 15°C
is. |
|
|
|
|
2. |
Bereken algebraïsch de vergelijking van de
raaklijn aan de grafiek van f(x) in de
volgende gevallen: |
|
|
|
|
|
a. |
f(x) = 2x2
+ 5x - 1 bij x = -2. |
|
|
|
|
|
b. |
f(x) = 6√x
- 2 bij x =
9. |
|
|
|
|
|
c. |
f(x) = 12 -
8/x
bij x = -2. |
|
|
|
|
3. |
Onderzoek algebraïsch
of de lijn y = x + 10 de grafiek van y
= 4√(x + 6) raakt. |
|
|
|
|
4. |
Gegeven is de functie f(x)
= 2x3 - 8x2
+ 2 |
|
|
|
|
|
a. |
Geef een vergelijking
van de raaklijn bij x = 3. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken voor x =
3,1 twee dingen:
- de functiewaarde f(3,1)
- de y-waarde van de raaklijn uit vraag a) voor x
= 3,1 |
|
|
|
|
|
c. |
Beredeneer met de
berekende getallen uit vraag a) en b) of de grafiek van
f
bij x = 3 toenemend/afnemend
stijgend/dalend is. Doe dat zonder de grafiek te tekenen of
plotten. |
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|