|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Een bekende richtingscoëfficiënt |
|
|
|
|
|
Deze les gaan we de
boel omdraaien: als we de helling van de raaklijn al weten kunnen we dan
het raakpunt vinden?
En bekende toepassing is het voorbeeld hier onder: |
|
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de lijn y = 5x
- 2 en de grafiek van f(x) = x2
+ x + 6
Hoeveel moet je de lijn omhoog schuiven zodat hij de grafiek
raakt?
Zie de figuur hiernaast.
Oplossing.
Bij dat schuiven verandert de helling van de lijn niet, dus
wordt de vergelijking van de lijn y = 5x
+ b
In het eindresultaat heeft die stippellijn dus ook
vergelijking y = 5x + b
Als dat de raaklijn aan de grafiek is, dan moeten de
lijn en de grafiek in dat raakpunt dezelfde helling hebben,
dus moet daar gelden f '= 5
f '(x) = 2x + 1
f '(x) = 5 geeft dan x
= 2
Het raakpunt ligt dus bij x = 2, dus dat is het
punt (2, 12) |
|
De lijn y = 5x + b
moet dus ook door (2, 12) gaan en dat geeft b
= 2, dus het wordt de lijn y = 5x + 2
Dat betekent dat de lijn y = 5x
- 2 dus 4 omhoog moet worden
geschoven. |
|
|
|
|
|
De belangrijkste
opmerking uit dit voorbeeld is de volgende: |
|
|
|
|
In een raakpunt geldt
a = f ' |
|
|
|
|
|
Natuurlijk kun je ook
de lijn laten liggen en de grafiek van f verschuiven: |
|
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de lijn y = 5x
- 2 en de grafiek van f(x) = x2
+ x + 6
Hoeveel moet je de grafiek naar rechts schuiven zodat hij de
lijn raakt?
Zie de figuur hiernaast.
Oplossing.
De grafiek heeft in het punt (2, 12) helling 5
(zie vorige voorbeeld).
y = 12 geeft bij de lijn 5x
- 2 = 12 dus x
= 2,8
Dus moet de grafiek van (2, 12) naar (2.8, 12)
worden geschoven.
Dat is 0,8 naar rechts.
De formule wordt dan y = (x
- 0,8)2 + (x
- 0,8) + 6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN. |
|
|
|
|
1. |
De lijn y
= 8x
+ b raakt de grafiek van f(x) =
24x - 2x2
Bereken algebraïsch de waarde van b. |
|
|
|
|
2. |
Gegeven is de functie f(x)
= 4x3 - 2x2 +
3x
De grafiek van f heeft twee raaklijnen met
hellinggetal 59.
Bereken algebraïsch de verticale afstand tussen die twee
raaklijnen. |
|
|
|
|
3. |
Gegeven zijn de
functie f(x) = x√x -
2x - 1 en de
lijn k: y = x -
8
Je kunt lijn k over een afstand omhoog schuiven totdat hij de
grafiek van f raakt, maar je kunt de lijn ook over een afstand
naar links schuiven totdat hij de grafiek van f raakt.
Zie onderstaande figuur.
Bereken beide afstanden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Gegeven zijn de
functies f(x) = 4x -
x2 en g(x) = x3
- 8x + 50
Lijn l raakt de grafiek van f in de oorsprong, en raakt
ook de grafiek van g.
In welk punt raakt l de grafiek van g? |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|