©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Redeneren met de afgeleide. |
|
|
|
|
De vorige les hebben
we gezien hoe je met behulp van een formule f kunt
beredeneren of de grafiek stijgt of daalt en of er grenswaarden zijn.
Deze les gaan we dezelfde soort redeneringen houden, maar nu met de
afgeleide functie f '.Oké dan, wat verraadt die
afgeleide f ' allemaal over de grafiek van f ? |
|
|
|
|
1. Stijgen en dalen. |
|
|
|
|
|
Op de eerste plaats
kun je met de afgeleide direct bepalen of een grafiek stijgt of daalt.
De afgeleide is immers de helling van de grafiek? Dus als de
afgeleide negatief is dan daalt de grafiek en als de afgeleide positief
is dan stijgt hij. |
|
|
|
|
Afgeleide negatief: grafiek daalt
Afgeleide positief: grafiek stijgt. |
|
|
|
|
|
Voorbeeld: Toon aan dat de
grafiek van y = (6x
- 4)/(x
- 1) overal daalt.
Oplossing:
Nou, eerst maar eens de afgeleide met de quotiëntregel: |
|
Daar staat een breuk.
De teller is negatief (-2)
De noemer is een kwadraat dus dat is altijd positief (nul
kan niet).
Dus de hele breuk is altijd negatief.
Als de afgeleide altijd negatief is, dan daalt de grafiek
dus overal. |
|
|
|
|
|
2. Toenemende/Afnemende Stijging/Daling. |
|
|
|
|
Laten we als
voorbeeld afnemende stijging bekijken.
Wat weten we van f ' als de grafiek van f afnemende
stijging vertoont?
Nou, afnemende stijging betekent eigenlijk twee dingen: |
|
|
|
|
|
1. |
Er is stijging |
|
|
|
Als er stijging is,
dan betekent dat, dat de afgeleide groter dan nul is. |
|
2. |
De stijging neemt
af
Als de stijging afneemt, dan neemt de afgeleide dus af (immers
de afgeleide geeft de stijging van de grafiek zelf weer)
Dus de afgeleide daalt. |
|
|
|
Afnemende stijging
betekent dus dat de afgeleide positief is en daalt.
Kijk of je het volgende schemaatje snapt: |
|
|
|
|
|
afgeleide
positief of negatief |
afgeleide
dalend of stijgend |
toenemende
stijging |
positief |
stijgend (meer positief) |
afnemende
stijging |
positief |
dalend (minder positief) |
toenemende
daling |
negatief |
dalend (meer negatief) |
afnemende
daling |
negatief |
stijgend (minder negatief) |
|
|
|
|
|
Die laatste kolom (of
de afgeleide stijgt of daalt) kun je vaak het handigst met een grafiek
van de afgeleide laten zien. Er is bijvoorbeeld afnemende daling als de
grafiek van f ' onder de x-as zit, maar wel stijgt (naar
de x-as toe dus) want dan wordt dat negatief zijn (de daling)
steeds minder.
Met grafieken beschreven zou dit schemaatje er zo uitzien: |
|
|
|
|
|
afgeleide |
toenemende stijging |
boven de x-as en stijgend |
afnemende stijging |
boven de x-as en dalend |
toenemende daling |
onder de x-as en dalend |
afnemende daling |
onder de x-as en stijgend |
|
|
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de formule N(t) = 4
× t0,38
Onderzoek of de grafiek van N(t)
toenemende/afnemende stijging/daling vertoont.
Oplossing. |
De grafiek van N zie je hiernaast.
Het lijkt erop dat deze grafiek afnemend stijging vertoont.
Laten we dat met de afgeleide bekijken: |
|
|
Er geldt N ' = 1,52
× t-0,62
De grafiek van N ' zie je hiernaast.
Daar zijn twee dingen aan te zien:
1. De grafiek van de afgeleide ligt overal boven de
x-as dus de grafiek van de functie zelf stijgt overal.
2. De grafiek van de afgeleide daalt, dus de grafiek
van de functie zelf vertoont afnemende stijging. |
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
1. |
Het aanleggen van een
kunstgrasveld is nog best een prijzige zaak.
De kosten per m2 zijn voornamelijk afhankelijk van het
totale grasoppervlak, en die kosten per m2 worden kleiner
naarmate het grasoppervlak groter wordt. Dat komt door allerlei
vaste kosten als vergunningen, voorrijkosten, omheining e.d. Bij
grote grasvelden bepalen uiteindelijk de variabele kosten zoals
arbeidskosten en materiaalkosten per m2 deze kosten.
Een bedrijf dat kunstgrasvelden aanlegt hanteert de volgende formule
voor velden in Nederland: |
|
|
|
|
|
K(A) = 2-0,0011A
+ 4,54 + 46,35 met 10 ≤ V ≤
10000. |
|
|
|
|
|
Hierin zijn K de
aanlegkosten voor een kunstgrasveld in Nederland in euro’s per m2
oppervlak en is A het totale oppervlak van hert kunstgrasveld in m2.
De formule K(A) = 2-0,0011A + 4,54
+ 46,35 is te herleiden tot de vorm K(A)
= b · gA
+ 46,35 |
|
|
|
|
|
a. |
Geef deze
herleiding. Geef de waarde van b in gehelen en de waarde van g
in vier decimalen. |
|
|
|
|
|
Sinds kort legt men
ook in Duitsland kunstgrasvelden aan.
Daarvoor hanteert men de volgende formule: |
|
|
|
|
|
K(A) = 2-0,0016A + 5,62
+ 52,48 met 10 ≤ V ≤
10000. |
|
|
|
|
|
Hierin zijn K(A)
de kosten voor een kunstgrasveld in euro’s per m2
en is A weer het totale oppervlak van het grasveld in m2.
In elk model gaat men ervan uit dat de kosten per m2
afnemen naarmate het oppervlak groter is. De mate waarin de kosten per m2 afnemen, verschilt per model. |
|
|
|
|
|
b. |
Stel de afgeleiden
van beide formules voor K op en onderzoek met behulp van een
schets van beide afgeleiden bij welke van deze twee formules de mate van afname het grootst is. Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
2. |
Magic is een
ruilkaartspel (TCG: trading card game) dat in de jaren 90 is
uitgevonden door Richard Garfield en dat sindsdien erg populair geworden
is. Er zijn verschillende sets kaarten uitgegeven
De kaarten uit de oude sets zijn intussen erg veel geld waard geworden.
Hieronder zie je drie zulke kaarten met eronder de tegenwoordige prijs
(2024). De middelste is de zeldzaamste van allemaal: de
"Black Lotus". |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De prijs van zulke
zeldzame kaarten hangt sterk af van het (geschatte) aantal dat er nog
van in omloop is.
De volgende formule beschrijft dit verband redelijk goed: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
W is de waarde
in euro's, a het geschatte aantal kaarten dat nog in omloop is.
Men schat dat er van de Black Lotus nog 350 exemplaren in omloop zijn,
van de Birds of Paradise nog 3500 kaarten en van de Serra Angel
nog 63000 exemplaren. Dat klopt erg goed met de gegeven formule.
De waarde is bij toenemend aantal kaarten sterk dalend
Onderzoek met
behulp van de afgeleide van W of de waarde van de kaarten toenemend of afnemend daalt bij groter
aantal. |
|
|
|
|
3. |
Als je een heideveld
niet goed onderhoudt, dan wordt de hoeveelheid heide steeds kleiner.
Door
bijvoorbeeld de hoeveelheid stikstof en ammoniak verzuurt de natuur en
groeien heidevelden dicht met gras.
Dit gras verdringt de heide, waardoor, als we niets ondernemen, de heide
uiteindelijk zal verdwijnen.
Staatsbosbeheer merkt dat een groot heideveld van oorspronkelijk 10 km2
langzaam verdwijnt.
Elke maand verdwijnt er 0,2% van de oppervlakte aan heide, en dat wordt
dan gras.
|
|
|
De hoeveelheid gras wordt in dat geval gegeven door:
G(t)
= 10(1
-
0,99812t)
Daarin is t de tijd in jaren vanaf het begin gerekend, en G
de hoeveelheid gras (in km2).
Met behulp van
de afgeleide van G kan de verandering van de hoeveelheid gras worden bepaald. Die afgeleide is van de
vorm G ' = c • 0,99812t.
Afgerond op één decimaal geldt: c = 0,2 . |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken c
met behulp van differentiëren. Geef je antwoord in twee decimalen.
|
|
|
|
|
|
De hoeveelheid gras
(in km2) heeft een grenswaarde (van 10 km2). Die
hoeveelheid stijgt
afnemend naar die grenswaarde. |
|
|
|
|
|
b. |
Beredeneer aan
de hand van de afgeleide van P dat de hoeveelheid gras inderdaad steeds minder sterk
toeneemt. |
|
|
|
|
4. |
Een grote gemeente
merkt op een bepaald moment dat nog maar ongeveer een derde van de
basisschoolleerlingen kan zwemmen.
Men besluit een actie te beginnen om te zorgen dat het aantal kinderen
op de basisschool dat kan zwemmen toeneemt.
Door middel van een intensieve reclamecampagne met o.a. gratis
zwemlessen slaagt men er inderdaad in om het percentage van de kinderen
dat kan zwemmen langzaam te vergroten.
Voor dat percentage stelt men het volgende model op: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daarin is P
het percentage van de basisschoolleerlingen dat kan zwemmen en t
de tijd in maanden met t = 0 een half jaar na aanvang van de
actie.
Het percentage P blijkt inderdaad alleen maar te stijgen.
Stel de formule van de afgeleide van
P op en onderzoek daarmee of
P
afnemend stijgend is. |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|