|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Soms is het niet zo interessant
hoe groot elk getal in een rij apart is, maar meer hoe groot alle
getallen samen zijn. Neem een schaatser die een 10 km aan het schaatsen is. Zo'n 10 km bestaat uit 25 rondjes van 10 km, en bij elk van die rondjes wordt de rondetijd gemeten. Dat geeft dus een rij met 25 rondetijden. Het is eigenlijk helemaal niet zo interessant hoe groot al die tijden apart zijn, maar meer hoeveel ze bij elkaar opgeteld opleveren, immers dat is de totale eindtijd van de schaatser. Tijdens zijn wereldrecord in Salt Lake City 2007 schaatste Sven Kramer de volgende rondetijden: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wereldrecord is dus gelijk aan al die getallen opgeteld. (Het was trouwens 12:41,69) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over deze notatie kun je in
deze les meer
vinden, voor nu is het even niet zo belangrijk. In deze les richten we ons op wat regelmatiger rijen en hoe je daarvan de som met je GR kunt berekenen. Stel bijvoorbeeld dat een schaatser begint met een rondje van 33 seconden en daarna een oplopend schema heeft: elk volgend rondje is 0,2 seconden langzamer dan de vorige. Dat levert dus de rondetijden: 33,0 - 33,2 - 33,4 - 33,6 enz op. Kijk daar kunnen we wat mee. Wij wiskundigen herkennen daarin uiteraard direct een rekenkundige rij. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die kunnen wij natuurlijk makkelijk in onze
rekenmachine invoeren, zoals hiernaast.
Maar de vraag is dan natuurlijk: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe bepaal je de som van die termen? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nou dat kan door een tweede rij vn
te maken die steeds de termen van un optelt. Dat gaat
met de volgende recursievergelijking:
Immers op deze manier tel je steeds de laatste un
op bij alle vorigen (die staan in vn -1).
De som van de eerste n-1 termen staat nu in vn.
Als je kiest nMin = 0 dan staat de som van de eerste n
termen in vn |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de volgende twee lessen zullen we ook een algebraïsche manier vinden om de som van een rekenkundige en een meetkundige rij te berekenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OPGAVEN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||