|
|
Tangens. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Voor de tangens van een hoek
α geldt tanα
= sinα/cosα
Dat volgt bijvoorbeeld direct al uit sos-cas-toa: |
|
|
|
Dat tangens een breuk is heeft
belangrijke gevolgen voor de grafiek van y = tanx. Immers
als de noemer van een breuk nul is, dan bestaat die breuk niet, en dat
geeft in de grafiek een verticale asymptoot.
Dus op de plaatsen waar cosx = 0 zal de grafiek van
tanx een asymptoot hebben. Dat is bij x =
1/2π
en x = 11/2π
(en natuurlijk dan ook 21/2π,
31/2π,
enz.).
De tangensgrafiek ziet er daarom uit als hieronder: |
|
|
|
|
|
Je ziet dat de periode van deze
grafiek niet 2π is zoals bij sinx en
cosx, maar
π. |
|
|
Vergelijkingen met tangens. |
|
|
Dat periodiek zijn van de grafiek
heeft gevolgen voor het oplossen van vergelijkingen.
Als je moet oplossen tanx = a dan kun je één
oplossing natuurlijk makkelijk vinden met x = tan-1a,
net zoals bij sinus en bij cosinus. Maar omdat de periode van de
tangensgrafiek gelijk is aan
π, zijn alle
waarden x = tan-1a + kπ
óók oplossingen. |
|
|
tanx = tana
⇔ x = a +
k •
π |
|
|
|
Voorbeeld.
Los op in [0, 2π]: 2 +
4tan(2x + 1) = 10. Geef je antwoord in twee
decimalen.
2 + 4tan(2x + 1) = 10
⇒ 4tan(2x + 1) = 8
⇒ tan(2x + 1) = 2
⇒ 2x + 1 = 1,11 + k •
π
(hier is dus tan-1(2) gebruikt
om die 1,11 te vinden)
⇒ 2x = 0,11 + k •
π
⇒ x = 0,55 + k • 0,5π
Dat geeft in interval
[0, 2π]
vier oplossingen: 0,55 en 2,12 en 3,70 en
5,27. |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|