Een elektrische oscillator. | ||||||
Hiernaast zie je een elektrisch
circuit met daarin een weerstand R, een condensator C, en een spoel
L. Over de condensator staat een spanning V en er loopt door het circuit
een stroom I. Wat weten we voor de spanning V, de stroom I, en de lading Q bij deze drie onderdelen? • Weerstand: V = I • R .......(1) • Condensator: Q = C • V .......(2) • Spoel: V = L • dI/dt .......(3) |
|
|||||
Omdat I = -dQ/dt
geldt met vergelijking (2) dat I = -C • dV/dt
......(4) |
||||||
De totale spanning V is de spanning over de
weerstand plus de spanning over de spoel: V = I • R + L •
dI/dt Vul nu (4) in, en je krijgt: V = -RC dV/dt - LC d²V/dt² Dat is precies zo'n tweede orde differentiaalvergelijking als we de vorige les hadden. Kijk maar:
|
||||||
Stel dat we in het circuit
hiernaast de condensator opladen tot 10 V en dan op t = 0 de
schakelaar sluiten. Dan hangt het van de grootte van de weerstand R af wat er precies gebeurt in het circuit. De differentiaalvergelijking is in dit geval V'' + 0,01R • V' + V = 0 Verder zijn de beginwaarden V(0) = 100 en V'(0) = 0 (want de stroom op t = 0 is nul). Als we het spanningsverloop bekijken voor verschillende waarden van R krijg je zoiets: |
|
|||||
|
||||||
3. | Stel formules op voor de vier grafieken hierboven. |
|
||||
4. | Hiernaast staat weer een
circuit, deze keer met R en L parallel geschakeld. Voor dit circuit geldt: |
|
||||
a. | Toon dat aan. | |||||
b. | Geef een vergelijking voor V(t)
in het geval van kritieke demping als L = 100mH
en C = 0,01mF Neem weer V(0) = 100 en V'(0) = 0 |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |