|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Dat ellendige WINDOW ook altijd!! |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierboven zie je de
twee meest voorkomende dingen die misgaan met je grafische rekenmachine.
Die rechter die is makkelijk te herstellen. Daar heb je namelijk een
formule verkeerd ingevoerd (haakjes teveel, verkeerd minteken of zoiets)
en als je 2: GOTO volgt dan kom je op de plaats van de fout.
Die linker is veel vervelender.
Je hebt geen fout gemaakt, maar doordat je WINDOW niet de goede
instellingen heeft krijg je toch geen grafiek in beeld. |
|
|
|
|
ZOOMFIT
ZOOM en dan 8: Zoomfit
is voor velen in zulke gevallen de enige oplossing. Je kunt het
proberen.....
Maar ook dan gaat het nog niet altijd goed. Je krijgt soms een vreemd
deel van de grafiek te zien, en soms ook nog steeds helemaal niets....
Ik weet een betere oplossing:
Je-Gezond-Verstand-gebruiken!
Probeer via de volgende twee stappen direct een goed window te krijgen: |
|
|
|
|
1. |
Lees uit de tekst eerst goed wat
x voorstelt (tijd, lengte...) en in welke eenheid die in de
formule staat (jaren, seconden, duizenden, .....)
Dan kun je best een schatting maken van hoe groot die x zo
ongeveer is. Een ruwe schatting is voldoende. Daarmee kun je Xmin
en Xmax van je window alvast instellen. |
|
|
|
|
2. |
Kijk nu in de tabel (TABLE)
hoe groot de Y-waarden zijn die bij jouw geschatte x-waarden
horen.
Met 2nd - TBLSET kun je de instellingen van je tabel wijzigen.
(TblStart geeft het begin van je tabel, en
ΔTbl
geeft de stapgrootte).
Als je de grootte van de Y-waarden in de tabel ziet staan weet je ook
wat je Ymin en Ymax van het Window moeten zijn. |
|
|
|
|
Voorbeeld van het
systeem-in-werking. |
|
|
|
|
Het bloedsuikergehalte neemt
nadat je een maaltijd hebt genomen eerst toe, en daarna weer af.
Dat bloedsuikergehalte (BS, in mol/liter) hangt dus af van de tijd t
(in minuten na het nemen van een maaltijd).
Voor het bloedsuikergehalte van een bepaalde proefpersoon is het
volgende model opgesteld voor de eerste drie uur na inname van een
maaltijd: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schets de grafiek van BS en
bereken het maximale bloedsuikergehalte.
Oplossing:
x is hier de t , en omdat het om de eerste drie uur na een
maaltijd gaat zou ik t van 0 tot 180 nemen. (t is in
minuten)
Bij TABLE zie je dan dat de Y varieert van ongeveer 0,005 tot 0,008
Kies daarom Xmin = 0, Xmax = 180, Ymin = 0,005
en Ymax = 0,008. Dat geeft in één keer een mooie grafiek: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Via calc - maximum vind je nu
makkelijk de maximale BS-waarde: 0,0075 mol/liter (na
22,5 minuten) |
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
1. |
De stof Sidenafil is
het werkzame bestanddeel van de beroemde Viagra-pil. Een
half tot één uur na inname van zo'n pil begint het middel te
werken, en zo ongeveer na 4 uur is het weer uitgewerkt.
Sidenafil zorgt voor een verwijding van de haarvaten.
Een model dat dit proces beschrijft is het volgende: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daarin is D de
gemiddelde haarvatwijdte (in mm) en t de tijd in minuten na
inname. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken
hoeveel minuten na inname de maximale bloedvatwijdte wordt
bereikt. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoe
lang de bloedvatwijdte meer dan 10% van de normale grootte
afwijkt. |
|
|
|
|
2. |
De
hoeveelheid landijs aan de Zuidpool neemt elk jaar vanaf
de zomer langzaamaan toe, en vanaf zo ongeveer half september
neemt die hoeveelheid weer af.
Een meteoroloog heeft het volgende model opgesteld: |
|
|
|
H = -0,57t2 +
121,55t + 12300 |
|
|
|
|
|
Daarin is H
de oppervlakte van het Zuidpoolijs in duizenden km2,
en t de tijd in dagen met t = 0 op 1 juni.
Het model is geldig vanaf 1 juni tot het eind van het jaar. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken op
welke momenten de ijshoeveelheid vanaf 1 juni gerekend met 50%
zal zijn gegroeid |
|
|
|
|
|
b. |
Met hoeveel
km2 per uur groeit het ijs op 1 juli? |
|
|
|
|
3. |
De
hoeveelheid energie (E) die bij een aardbeving vrijkomt hangt af
van de grootte (G) van die aardbeving op de schaal van
Richter volgens de volgende formule: |
|
|
|
|
|
E = 2 • 10(1,5G
+ 4,5) |
|
|
|
|
|
a. |
De grootste
aardbeving in Loppersum in 2003 had een grootte van G = 3,5 op
de schaal van Richter.
Bereken de hoeveelheid energie die bij deze aardbeving vrijkwam. |
|
|
|
|
|
b. |
Schets de grafiek van
E(G) |
|
|
|
|
|
4. |
Een stof
die radioactief is straalt radioactieve deeltjes uit.
Daardoor verdwijnt de radioactieve stof langzaam, dus neemt dat
aantal uitgestraalde radioactieve deeltjes ook af.
Voor een bepaalde stof geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daarin is A
het aantal uitgestraalde deeltjes deeltjes per minuut en t
de tijd in uren, met beginwaarde t = 0 |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot is het aantal
uitgestraalde deeltjes op t = 0 ? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Schets de
grafiek van A(t) voor de eerste dag. Geef daarbij ook
schaalverdelingen op de x-as en y-as aan. |
|
|
|
|
5. |
De waarde
van de aandelen Aegon is in augustus 2014 afgenomen.
De volgende formule bleek voor augustus 2014 te gelden: |
|
|
|
|
|
W = 47 • (100
- 0,88√(t + 10)) |
|
|
|
|
|
Daarin is W
de waarde van een aandeel in euro's, en t de tijd in
dagen, gerekend vanaf 1 augustus 2014.
Gaat de afname van de waarde van dit aandeel in de loop van
augustus steeds sneller of steeds minder snel? |
|
|
|
|
6. |
Er is een
verband ontdekt tussen de tijdsduur (t in seconden)
van een
bliksemflits en de grootte van de elektrische stroom (I,
in ampère) die er
loopt.
Het volgende model blijkt deze situatie redelijk goed te
omschrijven voor bliksemflitsen van meer dan 10
msec: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de
stroom kleiner dan 2000 Ampère is er geen flits meer.
Bereken de tijd die daarbij hoort. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|