OPGAVEN
1. Gegeven is parameterkromme K door:  x(t) = cos(2t) en y(t) = 2sin 3t
Benader de helling van K in beide keerpunten.
OPLOSSING
1. De gemeenschappelijke periode is 2p dus we nemen t uit [0, 2p].
x
'(t) = 0  Þ  2sin(2t) = 0  Þ  2t = 0  (mod 2
p)  V  2t = p (mod 2p)
Þ  t = 0 (mod
p)  V  t = 1/2p (mod p)  dat geeft de oplossingen t = 0, 1/2p p , 11/2p en 2p

y '= 6cos 3t   en dat is ook nul bij t1/2
p en t = 11/2p dus daar bevinden zich de keerpunten.

Neem t = 1/2p  geeft het punt   (-1, -2)
t = 1/2
p + 0.01 geeft het punt  (-0.9998,  -1.9991)
Dy/Dx =
41/2 en dat is de gevraagde helling.

t = 11/2
p levert op dezelfde manier helling  -41/2