|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Gegeven is kubus ABCD.EFGH.
P is het midden van HG, Q is het midden van BF, R is het midden
van AB
Onderzoek de ligging van de volgende lijnen:
a. AP en QG
b. PQ en GA
c. PB en HR |
|
|
|
|
|
OPLOSSING |
|
|
1. |
|
|
|
a. |
AP en QG kruisen.
APG liggen in vlak AHGB en punt Q ligt daar niet in, dus de lijnen
kunnen niet snijden of evenwijdig zijn.. |
b. |
AG en PQ kruisen
om dezelfde reden als bij vraag a). APG
bepalen vlak AHGB en Q ligt daar niet in. |
c. |
RH en BP zijn evenwijdig.
Teken vlak ABGH maar plat. |
|
|
|