OPGAVEN
 
   
1. Geef een vergelijking van de lijn hiernaast.

   
   
OPLOSSING
1. Lees twee "mooie"  punten af, bijvoorbeeld (3, 2) en (-1, -1)
a =  (-1 - 2)/(-1 - 3) = -3/-4 = 0,75  dus  y = 0,75x + b
Vul punt (3,2) in:  2 = 0,75 ×  3 + b   geeft  b =  -0,25
De vergelijking is dan
y = 0,75x - 0,25.