© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven  
       
Gegeven zijn de punten  A(2, 8)  en   B(11, 20)  
       
  a. Geef een vergelijking van de cirkel met middelpunt A die door B gaat.
       
  b. Geef een vergelijking van de cirkel die AB als middellijn heeft.
       
  c. Geef een vergelijking van de cirkel met middelpunt B die afstand 6 tot A heeft.
       
Gegeven is de cirkel  c:   (x - 4)2 + (y -  7)2 =  p
       
  a. Voor welke p raakt deze cirkel de y-as?
       
  b. Voor welke p ligt het punt  (5, 9) binnen de cirkel?
       
Gegeven is de cirkel c1 met middelpunt  (12, 12) die zowel de x-as als de y-as raakt.
       
  a. Geef een vergelijking van deze cirkel.
       
  Er wordt een tweede cirkel getekend die zowel de x-as als de y-as als cirkel c1 raakt.
Dan kun je het middelpunt van deze cirkel gelijkstellen aan  (p, p)

     
  b. Leg duidelijk uit waarom dat zo is.
     
  c. Geef de vergelijking van deze tweede cirkel.
       
De cirkel met middelpunt  (8, 2) en straal 10 snijdt de y-as  in de punten P en Q.

Stel een vergelijking van de cirkel op en bereken daarmee de afstand PQ

     
       
5. Examenvraagstuk HAVO Wiskunde B, 2017-II

De cirkel c met middelpunt R is gegeven door (x - 4)2 + ( y - 5)2 = 49 en
de cirkel d met middelpunt S is gegeven door (x
- 14)2 + ( y - 8)2 = 16 .
Een derde cirkel e, met middelpunt T op de x-as, raakt aan beide cirkels.
Verder liggen c en d buiten e. Zie de figuur.
       
 
       
  De x-coördinaat van T noemen we p, dus OT = p .
Er geldt: de afstand van R tot T is gelijk aan 
(p2 + 8p + 41)
       
  a. Bewijs dit.  
       
  De lijn door R en T gaat door het raakpunt van de cirkels c en e.
Bovendien gaat de lijn door S en T door het raakpunt van de cirkels d en e.
Verder is de afstand van S tot T gelijk aan  √( p2
- 28p + 260) .
       
  b. Bereken de straal van cirkel e.
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)