OPGAVEN
1.	Geef een formule van de volgende twee parabolen:
OPLOSSING
1.	De nulpunten zijn  x = -1 en x = -4  dus de formule is y = a • (x + 2)(x + 4) Vul punt (0, -4) in, dat geeft   -4 = a • 2 • 4  ofwel a = -0,5 De formule is dan  y = -0,5(x + 2)(x + 4)
2.	De top is (1, -3) dus de formule zal zijn  y = a• (x - 1)2 - 3 Vul punt  (2, -5) in, dat geeft  -5 = a • 12 - 3  ofwel  a = -2 De formule is dan  y = -2(x - 1)2 - 3

Formule van een parabool.
methode 1:  met de nulpunten
	Als een parabool bij x = p en x = q de x-as snijdt dan zal de formule er uitzien als  y = a • (x - p)(x - q) Denk erom dat p en q negatief kunnen zijn, dus als de parabool bijvoorbeeld bij x = -2 en x = 3 de x-asd snijdt zal de formule er uitzien als y = a • (x + 2)(x - 3)
	a kun je vervolgens bepalen door een punt van de parabool in te vullen.
methode 2: met de top
	Als de top van een parabool het punt (p, q) is, dan is de formule  y = a • (x - p)2 + q Denk erom dat p en q negatief kunnen zijn. a kun je weer bepalen door een punt van de parabool in te vullen.