De asymptoot is x = 1, dus dat wordt
glog(x - 1)
De grafiek gaat door (2,2) ipv (2,0) dus dat wordt 2 + glog(x-
1)
Vul punt (3,1) in: 1 = 2 + glog(3 - 1)
Þ -1 = glog2
Þ g = 2-1 = 0,5
Dus y = 2 + 0,5log(x- 1)
De grafieken van glogx.
Deze twee moet je uit je hoofd leren:
Als je ze vergeten bent kun je ze plotten met
y = LOG(X)/LOG(g)
Eigenschappen:
·
de y-as is
verticale asymptoot
·
domein is á0,
®ñ
·
bereik is R
·
grafieken gaan
door (1,0)
·
de precieze grootte van g
bepaalt de kromming van de grafiek.
Uiteraard kun je die
grafieken weer op allerlei manieren
veranderen
Dan krijg je iets als y = a
+ glog(x +b) - b vind je door naar de asymptoot te kijken. - a vind je met behulp van het snijpunt met de x-as. - g vind je door een punt in te vullen.