|
|
OPGAVEN |
|
|
Van iemand die griep heeft
verdwijnen de verschijnselen (koorts, rillingen, keelpijn,
spierpijn) zo ongeveer na 2 tot 7 dagen. Voor een aantal
grieppatiënten is bijgehouden hoe lang de koorts duurde. |
|
|
|
|
aantal dagen |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 of meer |
aantal patiënten (%) |
15 |
43 |
22 |
12 |
8 |
|
|
|
1. |
Stel dat de laatste groep 6,5 zou
zijn in plaats van 6 of meer.
Bereken in dat geval de modus, de mediaan en het gemiddelde. |
|
|
2. |
Welk van de drie berekende getallen
uit de vorige vraag zou veranderen als er in plaats van "6 of
meer" ook 6, 7, 8 enz zou hebben gestaan? |
|
|
3. |
Welk getal moet er op de plaats van
6 of meer staan als het werkelijke gemiddelde gelijk blijkt te
zijn aan 3,75? |
|
|
|
|
|
|
|
OPLOSSING |
|
|
1. |
modus is de meest
voorkomende: 4 (hoogste frequentie)
mediaan is de middelste en dat is bij 50%. Dat is 3.
Gemiddelde: (2 • 15 + 3 • 43 + 4 • 22 + 5 • 12 + 6,5 • 8)/100
= 3,59 |
|
|
2. |
de modus niet:
er kan niet eentje komen die meer dan 43 keer voorkomt.
de mediaan niet: 50% blijft in de groep met 3.
het gemiddelde wel. |
|
|
3. |
beetje proberen: 7,25 |
|
|
|