OPGAVEN
1.	De dagproductie in een fabriek is 8000 producten. Daarvan zijn er in werkelijkheid 124 defect. In een steekproef van 120 producten van die dag blijken er 3 defect te zijn. Bereken het verschil tussen de steekproefproportie en de populatieproportie.
OPLOSSING
1.	steekproefproportie:  3/120 = 0,025 populatieproportie : 124/8000 = 0,0155 Het verschil is 0,0095

Populatie en Steekproef.
Populatie
Dat zijn al degenen waaruit je zou kunnen kiezen voor je onderzoek.
Steekproef.
Dat zijn degenen uit de populatie die daadwerkelijk worden gekozen om aan het onderzoek mee te doen. Het is iedereen die gevraagd wordt mee te doen.
Proporties Een proportie (p) is eigenlijk het zelfde als een percentage, alleen dan als een kommagetal genoteerd.  Dus bijvoorbeeld een percentage van 45% geeft een proportie 0,45. Bij elk onderzoek zijn er twee soorten proporties te onderscheiden:
1.	De steekproefproportie.
	Dat is het percentage dat je in jouw experiment hebt gevonden.
2.	De populatieproportie.
	Dat is het percentage in de hele populatie. Dat zul je meestal niet weten, immers je hebt maar een klein deel van de populatie onderzocht.
Je hoopt maar dat jouw gevonden steekproefproportie goed in de buurt van de populatieproportie ligt. Een betrouwbaarheidsinterval zegt daar iets over  (zie daar).