STAP 1
Maak eerst twee groepen van 4 en bepaal de volgorde binnen zo'n
groep. Voor één zo'n groep zijn hoogstens 5 wegingen nodig,
kijk maar:
weging |
1 |
2 |
3 |
4 |
(5) |
munten |
A - B |
C - D |
Z1 - Z2 |
L3 - L1
L3 - L2 |
L1 - L2 |
Z1 betekent: de zwaarste munt uit weging 1, L3
betekent de lichtste munt uit weging 3.
Bij weging 4 moet L3 tegen L1 of L2:
degene waar hij nog niet eerder tegen is gewogen.
Weging 5 is soms niet nodig: als in weging 4 L3
verliest is de volgorde bekend.
Op deze manier verdelen we de 8 munten in 2 geordende
groepen van 4. Dat kost dus hoogstens 10 wegingen. |