|
Dit is een oud probleem waarvan de
oplossing al in 1955 werd besproken door C.L. Stong in de Scientific
American. De oplossing heeft vreemd genoeg te maken met het
drietallige stelsel. Alhoewel: vreemd? Een balans heeft
natuurlijk 3 standen: naar links, naar rechts en in evenwicht.
In de tabel hieronder staat naast elk nummer munt het
drietallige nummer. De derde kolom geeft een tweede drietallig
nummer dat verkregen is door van het eerste drietallige nummer
elke 0 in 2 te veranderen en elke 2 in 0.
nummer |
drietallig |
veranderd |
1 |
001 |
221 |
2 |
002 |
220 |
3 |
010 |
212 |
4 |
011 |
211 |
5 |
012 |
210 |
6 |
020 |
202 |
7 |
021 |
201 |
8 |
022 |
200 |
9 |
100 |
122 |
10 |
101 |
121 |
11 |
102 |
120 |
12 |
110 |
112 |
Kies vervolgens van beide drietallige getallen degeen waarin de
eerste twee ongelijke cijfers gelijk zijn aan 01, 12 of 20. Die
zijn in de tabel in het rood weergegeven.
Als eerste weging gaan de munten met het eerste cijfer 2 rechts
en die met het eerste cijfer 0 links:
|
|
|
|
|
|
Als er evenwicht is noteren we 1
als eerste cijfer van de valse munt. Als de linkerschaal
omlaag gaat noteren we 0, als de rechter omlaag gaat noteren we
2.
Voor de tweede weging doen we hetzelfde met het tweede cijfer
van de munten., dus: |
|
|
|
|
|
Weer noteren we als tweede cijfer
een 1, 0 of 2 al naar gelang de schaal in evenwicht is, naar
links doorslaat of naar rechts doorslaat.
Tenslotte doen we hetzelfde nóg een keer, nu met het derde
cijfer van de munten: |
|
|
|
|
|
Zo krijgen we uiteindelijk het
nummer van de valse munt.
Aan de wegingen kunnen we dan ook makkelijk zien of de munt te
licht of te zwaar was. Het blijkt dat de munt te zwaar is
als het gevonden getal ook het gebruikte getal van de munt was.
Als de munt te licht was, dan vinden we het andere getal dat bij
de munt hoort.
In het algemeen kunnen we met n wegingen 1/2
• (3n - 3) munten de baas. Dus dat
is 12, 39, 120,...
13 munten in drie wegingen kan ook als je niet hoeft uit te
vinden of de munt zwaarder of lichter is (leg de 13de
munt gewoon apart, en als de valse munt niet bij de gewogen 12
zit, dan is het automatisch de 13de).
Een aardige toepassing hiervan is de goocheltruc "Kaart
Raden" elders op deze website.
Er is nog een verrassende tweede toepassing, en dat is
alfabetiseren. |
|
|
2. Een voorwerp
wegen op een balans met bekende gewichten |
|
|
Een aardig probleem dat erg veel
met het vorige en met het drietallige stelsel te maken
heeft is:
|
"Wat is het kleinst aantal
gewichten dat nodig is om een voorwerp met een geheel
gewicht kleiner of gelijk aan 40 kg te wegen?" |
Het zal je niet verbazen: er zijn er 4 nodig en 40 is precies de
eerste vier machten van 3 opgeteld:
40 = 1 + 3 + 9 + 27.
Als je wilt kijken of een voorwerp x weegt, dan schrijf
je x eerst in het drietallige stelsel.
Verander vervolgens elke 2 in -1 en verhoog daarna het
cijfer direct links ervan met 1. Als dat een 2 oplevert herhaal
je de procedure met die 2. Als het een 3 oplevert vervang je die
door een 2 en verhoog je het cijfer links ervan weer met 1.
voorbeeld?
25 = 221 (drietallig)
2 2 1 ®
1 -1 2 1 ®
1 0 -1 1
Daaruit lees je af dat 25 = 27 + 0 - 3 + 1 dus de
gewichten moeten zó geplaatst: |
|
|
|
|
|
Met de gewichten 1,3 en 9 kun je
zo alle gewichten van 1 tot en met 13 wegen.
Maar als de balans niet in evenwicht hoeft te zijn, dan kan het
nog efficiënter!
Met 2, 6 en 18 kun je namelijk zo alle gewichten van 1 tot en
met 27 bepalen. Dezen zijn niet toevallig precies de driemachten
verdubbeld.....
Je kunt alle even gewichten zo exact bepalen. En de oneven? Die
bepaal je door te kijken tussen welke even
gewichten ze in moeten liggen. Een gewicht van 17 wordt
bijvoorbeeld geïdentificeerd doordat het minder dan 18 weegt en
meer dan 16.
Met vier gewichten (2, 6, 18 en 54) kun je zo alles van 1 tot en
met 81 bepalen. |
|
|
3.
Geen
balans maar een weegschaal. |
|
|
Ali Baba staat in zijn grot voor
20 zakken met gouden munten. Een gouden munt weegt precies 5,00
gram. Helaas is er één zak met valse munten. Die wegen 4,99
gram. Dat is een te klein verschil om te kunnen voelen. Gelukkig
heeft hij een precieze weegschaal tot zijn beschikking.
Hoe kan hij met één keer wegen bepalen welke zak de valse
munten bevat? |
|
|
|
|
4.
Twéé
valse munten. |
|
|
Je hebt nu vijf munten waarvan er
eentje te zwaar is en eentje te licht en de andere drie precies
goed.
Kun je bepalen welke welke is met een balans (zonder extra
gewichten) en in drie keer wegen? |
|
|
|
En een speciaal geval daarvan is
als nog gegeven is dat de zware en de lichte samen evenveel
wegen als twee zuivere munten. Dan kun je zelfs van tevoren al
aangeven welke munten je tegen elkaar gaat wegen. |
|
|
|
|
5. Het 13-munten
probleem. |
|
|
Een arme boer moet 13 goudstukken
belasting betalen aan de schatbewaarder van de koning.
Hij had echter maar 12 munten dus heeft hij een valse munt
gemaakt. De valse munt heeft een heel klein beetje ander
gewicht dan de echte munten, verder is hij niet van echt te
onderscheiden.
Helaas heeft zijn buurman hem verraden.
Als hij de 13 munten op tafel deponeert zegt de schatbewaarder
dat er een valse tussen zit. Hij zal hem zelfs vertellen welke
het is en of hij zwaarder of lichter is!
Hij buldert:
"Hier is een weegschaal met wat
losse kleine gewichtjes, en hier heb ik de aanwijzingen
om drie wegingen te doen. Ik heb precies opgeschreven
welke gewichten links op de schaal moeten en welke
rechts. Jij moet elke keer, indien nodig, gewichten
toevoegen om de weegschaal in evenwicht te krijgen. Na
afloop wil ik weten welke drie gewichten je moest
toevoegen en dan zal ik de valse munt aanwijzen.
En verder zal ik ook precies zeggen hoeveel de valse
weegt en hoeveel een zuivere weegt!!!!!
Als
ik gelijk heb hang ik je op, als ik het fout heb ben je
vrij". |
De boer verricht de wegingen. Na
afloop vraagt de schatbewaarder "Nou, vertel op: welk
gewicht had je bij de eerste weging nodig, welk bij de tweede en
welk bij de derde?"
"Nee, dat was niet de afspraak," zegt de boer slim,
"Ik hoefde alleen de gewichten te noemen, niet de
volgorde!"
"Vertel me dan alleen of je deze drie gewichten aan de
linkerkant of aan de rechterkant moest leggen,"
zegt de schatbewaarder ontstemd. "Sorry, ook dat hoef ik
niet te zeggen" antwoordt de boer.
"Het zal je niet baten," zegt de schatbewaarder en na
enig denkwerk wijst hij feilloos de valse munt aan, en bovendien
weet hij ook hoeveel de valse en hoeveel een zuivere wegen!
Hoe deed de schatbewaarder dat? Wat stond er op zijn
weegaanwijzingen? |
|
|
|
|
6.
Drie soorten munten |
|
|
|
Je hebt 2 rode, 2
witte en 2 blauwe ballen.
Van elke kleur weegt één bal 15 gram en de andere 16 gram.
Bepaal welke welke is door twee keer te wegen met een balans
(zonder gewichten) |
|
|
|
|
7.
Allemaal verschillende munten. |
|
|
Voor je liggen 8 munten, allemaal
met verschillend gewicht.
Op een balans mag je steeds één munt wegen tegen een andere.
Dan is het minimaal aantal wegingen dat je nodig hebt om de
munten op volgorde van zwaar naar licht te leggen gelijk aan 17.
Probeer eerst zelf uit hoe dat moet. Hier staat een mogelijke
oplossing, maar die is niet echt heel interessant, geloof me.
Stel echter dat elke keer wegen 10 minuten tijd kost, en dat je
de rangschikking in een uur klaar moet hebben. Dan kan dat dus
niet!
Maar kan het wél als je 4 weegschalen hebt?
(er zijn assistenten, zodat je wegingen tegelijk kunt
uitvoeren). |
|
|
8.
Ook de één na zwaarste. |
|
|
|
Je hebt 32 munten, met onbekende
maar wel verschillende gewichten, en een balans met twee armen.
In hoeveel wegingen kun je de zwaarste én de één na zwaarste
bepalen? |
|
|
9.
Eén valse in de 101. |
|
|
|
Van de 101 munten is er één vals
maar je weet niet of hij lichter of zwaarder is.
Hoe kun je door slechts twéé keer te wegen (met een balans met
2 armen) bepalen of hij lichter of zwaarder is? |
|
|
|
|