© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

De afgeleide van de cyclometrische functies.
       
Om de afgeleide van de functies arcsinx en arccosx en arctanx te vinden gaan we gebruik maken van het feit dat we hun inversen goed kennen. Je weet natuurlijk al dat  een functie en zijn inverse elkaars gespiegelde zijn in de lijn y = x. Laten we daarom eerst gaan kijken wat er met de afgeleide van een functie gebeurt bij dat spiegelen.
       

       
De rode grafiek in de linkerfiguur wordt gespiegeld in de lijn y = x. De twee blauwe lijnen zijn de raaklijnen in de punten R (die elkaars spiegelbeeld in y = x zijn). In de rechterfiguur zie je die twee raaklijnen nogmaals.
De bovenste raaklijn heeft helling   Δy/Δx  = groen/paars   en de onderste heeft helling  Δy/Δx = paars/groen Aan de lengte en kleur van die lijnstukjes zie je dat die twee precies elkaars omgekeerde zijn;
       
Bij spiegelen in y = x wordt de helling het omgekeerde
       
Zie de figuur hiernaast.
Op de grafiek van f ligt een punt (p, f(p)), en de helling is daar gelijk aan  f '(p)
Dan ligt op de grafiek van finv een punt  (f(p), p) en de helling is daar gelijk aan  1/f '(p)

We willen graag de helling is dat punt als functie van de x daar, dus als functie van  f(p)
Dus als het ons lukt om die helling 1/f '(p)te schrijven als functie van f(p) dan zijn we klaar.

 

probeer  1/f '(x)  te gaan schrijven als functie van f(x)

       
Vertrouwd voorbeeldje.

We weten dat de afgeleide van x2 gelijk is aan 2x, en dat de inverse van x2 gelijk is aan x
Stel dat we de afgeleide van x niet zouden weten.....
•  Op de grafiek van x2  ligt een punt (p, p2)  met helling 2p
• 
Dan ligt op de grafiek van x een punt (p2,  p)  met helling 1/2p
• 
Probeer die 1/2p ook in termen van p2 te schrijven, want dat is de x in dat punt.
• 
Dat kan makkelijk:   2p = 2(p2) dus de helling in het punt waar x = p2 is gelijk aan  1/2(p2) dus dat is 1/2x
•  Dus de afgeleide van x  is  1/2x .
       
De afgeleide van arcsinx

Dat gaat op precies dezelfde manier als in het voorbeeldje hierboven. Ik zal het regel voor regel kopiëren.

•  We weten dat de afgeleide van sinx gelijk is aan cosx, en dat de inverse van sinx gelijk is aan arcsinx
• 
Op de grafiek van sinx  ligt een punt (p, sinp)  met helling cosp
• 
Dan ligt op de grafiek van arcsinx een punt (sinp,  p)  met helling 1/cosp
• 
Probeer die 1/cosp ook in termen van sinp te schrijven, want dat is de x in dat punt.
• 
Dat kan:   cosp = (1 - sin2p),  dus de helling in het punt waar x = sinp is gelijk aan  1/(1 - sin2p) dus dat is 1/(1 - x2)
•  Dus de afgeleide van arcsinx  is 1/(1 - x2) .
       
De afgeleide van arccosx
       
Nóg maar een keer dan:

•  We weten dat de afgeleide van cosx gelijk is aan -sinx, en dat de inverse van cosx gelijk is aan arccosx
• 
Op de grafiek van cosx  ligt een punt (p, cosp)  met helling -sinp
• 
Dan ligt op de grafiek van arccosx een punt (cosp,  p)  met helling 1/-sinp
• 
Probeer die 1/-sinp ook in termen van cosp te schrijven, want dat is de x in dat punt.
• 
Dat kan:   sinp = (1 - cos2p),  dus de helling in het punt waar x = cosp is gelijk aan  -1/(1 - cos2p) dus dat is -1/(1 - x2)
•  Dus de afgeleide van arccosx  is -1/(1 - x2) .
       
De afgeleide van arctanx
       
Wegens succes geprolongeerd:

•  We weten dat de afgeleide van tanx gelijk is aan  tan2x + 1, en dat de inverse van tanx gelijk is aan arctanx
• 
Op de grafiek van tanx  ligt een punt (p, tanp)  met helling tan2p + 1
• 
Dan ligt op de grafiek van arctanx een punt (tanp,  p)  met helling 1/tan2p + 1
• 
Die 1/tan2p + 1 staat al netjes in termen van tanp. en dat is de x in dat punt.
• 
Dus de afgeleide van arctanx  is 1/(x2 + 1) .
       
       
N.B.
Het kan ook met impliciet differentiëren; dat gaat misschien nog wel sneller. Bijvoorbeeld voor  afgeleide van arcsinx kun je dit verzinnen:

y = arcsinx ⇒  siny = x
Ga dat impliciet differentiëren:   cosy dy = dx  ⇒  dy/dx = 1/cosy
Maar  cosy = (1 - sin2y) = (1 - x2)   dus  y' = 1/(1 - x²)
(die laatste regel geldt alleen omdat  -π/2 < y < π/2 zodat cosy positief is)
       
           
1. a. Geef de vergelijking van de raaklijn in het punt (1/2, 1/6π) aan de grafiek van arcsinx.
         
y = 2x/3 - 1/3 + 1/6π
  b. Geef de vergelijking van de raaklijn in het punt (1/2√2, 1/4π) aan de grafiek van arccosx.
         
y = -x2 + 1 + 1/2π
  c. Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt (√3, 1/3π) aan de grafiek van arctanx.
         
y = 1/4x - 1/43 + 1/3π
   
2. Hoe kun je aan de afgeleide van arctanx zien dat de grafiek een horizontale asymptoot heeft?
           
3. Onderzoek algebraïsch of de grafieken van arcsinx en arccosx en arctanx een buigpunt hebben.
           
4. Gegeven is de functie  f(x) = 4x + cosx
De inverse daarvan is nogal lastig te bepalen....
Maar omdat je weet dat het punt (0, 1) op de grafiek van  ligt kun je van die onbekende inverse functie wél de helling bij x = 1 berekenen.
Maak die berekening.
         

1/4

           
         

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)