|
|
In het eerste geval bij (a + b)(a
+ b) vinden we als antwoord alle mogelijke combinaties van
rood met blauw (4 stuks).
In het tweede geval bij (a + b)(a + b)(a
+ b) worden al die mogelijke rood-blauwe combinaties weer
vermenigvuldigd met elke mogelijk groene letter. Dat geeft dus alle
mogelijke groen-rood-blauw combinaties.
't Is alsof je langs de kleuren springt en van elke kleur er eentje (a
of b) moet nemen.
Laten we dat ook met (a + b)6 een paar keer
doen: |
|
|
|
|
|
Dit zijn maar drie voorbeelden van in totaal
64 mogelijkheden (immers bij elke kleur zijn er twee mogelijkheden, dus
in totaal 26 = 64)
Deze drie kunnen we natuurlijk korter schrijven als a4b2
en a3b3 en ab5
Zo komt elke mogelijkheid voor: a6
en a5b en a4b2
en a3b3 en a2b4
en ab5 en b6
De vraag is alleen:
|
Hoe váák komt elke mogelijkheid voor? |
|
Nou, dat is een makkie! Dat weten we al!!
Neem de term a2 b4 . Dat was
eigenlijk een rijtje zoals aabbbb. Hoeveel zulke
rijtjes zijn mogelijk?
Juist: een anagram!
Dat kan op 6 nCr 2 manieren en dat zijn er 15. Dus van de 64
mogelijkheden zijn er 15 gelijk aan a2b4
.
En zo zal a3b3 dus
6 nCr 3 = 20 keer voorkomen.
Alles samen geeft dat: (a + b)6 = 1a6
+ 6a5b + 15a4b2
+ 20a3b3
+ 15a2b4
+ 6ab5 + 1b6
Daar komen alle combinaties tevoorschijn: de vet gedrukte getallen zijn
precies die uit de driehoek van Pascal. |
|
|
Als we dit systeem uitschrijven voor het
algemene geval, dan vinden we: |
|
|
|
|
|
Dit heet het binomium van Newton.
Het staat nog wetenschappelijker als je het zó noteert; |
|
|
|
|
|
Hoe
gaat het met (a - b)n ? |
|
|
Nou precies hetzelfde, als je je maar
realiseert dat (a - b)n
precies hetzelfde is als (a + (-b))n
Je gebruikt dus het binomium van Newton met in plaats van b nu -b.
Bijvoorbeeld: (x - y)4 = 1x4
+ 4x3(-y)1 + 6x2(-y)2
+ 4x(-y)3 + 1(-y)4
= x4 - 4x3y + 6x2y2
- 4xy3 + y4 |
|
|
Speciaal geval: (1 + x)n |
|
|
Het binomium levert in dit geval: |
|
|
|
Laten we voor de grap nu eens x = -1
invullen, dan vinden we: |
|
Dat daar voor oneven n nul uitkomt is
nogal logisch: kijk maar naar de driehoek van Pascal,:
die is symmetrisch, dus elk getal komt er een keer positief en een keer
negatief in voor.
Maar voor even n is het toch wel een opmerkelijk resultaat!
Klopt echt, kijk maar naar de rijen uit de driehek van Pascal::
1 - 2 + 1 = 0
1 - 4 + 6 - 4 + 1 = 0
1 - 6 + 15 - 20 + 15
- 6 + 1 = 0
enz.
Verder zie je nu ook direct dat 00 = 1 |
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Herleid: |
|
a. |
(p + 1)6 |
|
b. |
(3x + 2)5 |
|
c. |
(2a - 4)8 |
|
|
|
2. |
a. |
Als je van (a + b)8
de haakjes wegwerkt en alles vereenvoudigt, welk getal staat er
dan bij a5b3 ? |
|
|
|
|
b. |
Als je van (a + 2)10
de haakjes wegwerkt en alles vereenvoudigt, welk getal staat er
dan bij a6 ? |
|
|
|
|
c. |
Als je van (x
- 3)7
de haakjes wegwerkt en alles vereenvoudigt, welk getal staat er
dan bij x4 ? |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
a. |
Van welke macht is dit de
uitwerking: x5 + 5x4y
+ 10x3y2 + 10xy4
+ y5 |
|
|
|
|
b. |
Van welke macht is dit de
uitwerking: a4
- 8a3
+ 24a2 - 32a + 16 |
|
|
|
|
c. |
Bij welke herleiding komen in het
antwoord p5 én 160p3
voor? |
|
|
|
|
|
|
|
4. |
a. |
Herleid met het binomium van
Newton (1 + 1)5 |
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat uit dit antwoord volgt dat:
|
|
|
|
|
5. |
Als je (x + 1/x3)12
herleidt, dan vind je in die uitwerking een constante term.
Hoe groot is die constante term? |
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Als je 1111 schrijft
als (10 + 1)11 dan kun je daarmee ontdekken wat
de eerste twee cijfers van het getal 1111 zijn.
Wat zijn die eerste twee cijfers? (Je mag uiteraard geen gebruik
maken van je GR). |
|
|
|
|
7. |
Vlaamse Olympiade.
Toon aan dat voor elk oneven getal x3 +
5x2 + 3x - 9 deelbaar is door 8. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|