|
|
Het duiventilprincipe. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Het duiventilprincipe (Engels: pigeon-hole, Nederlands
ook wel:
"laadjes-principe")
is zeer eenvoudig,
maar je kunt er verrassende dingen mee bewijzen.
Het principe zegt het volgende: |
|
|
|
|
"Als
een aantal duiven in gaten in een duiventil moeten,
en er zijn meer duiven dan gaten,
dan moeten er in minstens één gat twee duiven." |
|
|
|
|
|
Klinkt eenvoudig niet?
Bij een bewijs is het alleen de kunst de 'duiven' en de 'gaten' goed te
kiezen. Voorbeeld is de volgende stelling: |
|
|
|
|
Er wonen
in Nederland op elk moment minstens twee mensen
die precies even zwaar (in hele kg),
én even lang (in hele cm) én even oud (in hele jaren) zijn. |
|
|
|
|
|
Het bewijs:
Laten
we voor het gemak zeggen dat de gewichten van de mensen variëren tussen
de 0 en 300 kg, dat hun lengte varieert van 0 tot 250 cm en hun leeftijd
van 0 tot 120 jaar. Dan zijn er voor de combinatie van de drie
300•250•120 = 9 miljoen mogelijkheden. Maar het aantal mensen in
Nederland is groter dan 9 miljoen!
Dus er zijn 9 miljoen 'gaten' (= combinaties lengte-gewicht-leeftijd) en
meer dan 9 miljoen 'duiven' (= mensen). Het principe zegt dus dat er
minstens twee mensen zijn die dezelfde combinatie hebben (= in hetzelfde
gat moeten). |
|
|
|
|
|
|
|
Oké, dat was een
makkelijke. De volgende is ietsje lastiger: |
|
|
|
|
"In
een kamer met 2 of meer mensen zijn er altijd twee te vinden die
hetzelfde aantal vrienden in die kamer hebben". |
|
|
|
|
|
Het bewijs:
Ach, laten we de "Friends" zélf maar aan het woord laten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In dit geval zijn dus
de gaten de aantallen vrienden die mensen hebben, en de duiven de mensen zélf. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Bij
elk veelvlak zijn er minstens twee vlakken met hetzelfde aantal
zijden. Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
kies als gaten het aantal zijden van een vlak. |
|
|
|
|
|
2. |
Kleur
alle punten op een cirkel rood of blauw.
Dan bestaan er drie punten met gelijke tussenruimte van dezelfde kleur.
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
teken een regelmatige vijfhoek met de
hoekpunten op de cirkel.. |
|
|
|
|
|
3. |
Kies
10 verschillende getallen kleiner dan 100.
Dan zijn er daarbinnen altijd twee groepjes te vinden die dezelfde
som hebben. Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
kies als gaten de som van de 10 getallen. |
|
|
|
|
|
4. |
Als
je vijf roosterpunten met elkaar verbindt dan gaat er altijd minstens
één verbindingslijn door een nieuw roosterpunt. Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
bekijk de coördinaten van de middens van de
verbindingslijen. |
|
|
|
|
|
5. |
Bij
elke groep van N getallen zijn er altijd 2 te vinden
zodat hun verschil deelbaar is door N-1.
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
kies als gaten de rest bij delen door n - 1. |
|
|
|
|
|
6. |
Als
25 mensen in een rij met 30 stoelen gaan zitten, zijn er minstens 5 stoelen naast elkaar bezet.
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
hint: |
5 lege stoelen verdelen de 30 in 6 groepen. |
|
|
|
|
|
7. |
10
volleybalteams spelen een halve competitie. Geen enkel team verliest
alles.
Bewijs dat er dan twee teams hetzelfde aantal partijen winnen. |
|
|
|
|
|
hint: |
kies als gaten het aantal winstpartijen. |
|
|
|
|
|
8. |
De 20 leerlingen van een zelfde klas sturen in
december elk 10 wenskaarten naar 10 verschillende klasgenoten.
Toon aan dat er minstens 2 leerlingen zijn die een kaart naar
elkaar sturen... |
|
|
|
|
|
hint: |
de gaten zijn de personenparen, de duiven zijn de
brieven. |
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|