1. |
Als je een punaise op tafel laat vallen dan kan
hij op twee manieren komen te liggen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Volgens een statisticus A is de kans dat op
beide mogelijkheden gelijk, maar volgens zijn collega B is dat
niet zo.
Ze gooien een heel doosje met 128 punaises op tafel en tellen
hoeveel er met de punt omhoog liggen.
Dat blijken er 54 te zijn. |
|
|
|
|
|
a. |
Wie krijgt gelijk bij een significantieniveau
van 5%? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bij welke significantieniveaus
krijgt collega B gelijk naar aanleiding van deze zelfde meting? |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een fabrikant van dobbelstenen
beweert dat zijn stenen "zuiver" zijn, dat betekent dat elk
aantal ogen een even grote kans heeft om voor te komen. Een
Casino dat een grote afnemer van dobbelstenen is, beweert dat
door fluctuaties in de dichtheid van het materiaal de
geproduceerde stenen niet zuiver zijn.
Men besluit een dobbelsteen van deze fabrikant 1200 keer te
gooien en te kijken hoeveel vieren daarbij gegooid worden.
Dat bleken er 224 te zijn.
Mag men naar aanleiding van deze meting met 10% betrouwbaarheid
concluderen dat de dobbelstenen inderdaad niet zuiver zijn? |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Volgens een numerologe heeft elk
mens (meestal onbewust) één speciaal cijfer (0 tm 9) waar
hij/zij zich meer door aangetrokken voelt. Dat betekent dat een
testpersoon die gevraagd wordt een groot aantal willekeurige
cijfers te noemen, één cijfer vaker zal noemen dan de anderen
(en al die anderen dus automatisch minder vaak).
Ik ben het daar als wiskundige niet mee eens, volgens mij is dat
lariekoek. Ik denk dat alle cijfers die zo'n testpersoon noemt
een even grote kans hebben om voor te komen.
Wij besluiten tot een toets, en vragen een testpersoon om 300
willekeurige cijfers te noemen. We tellen het aantal vijven dat
de persoon noemt, en dat zijn er 20. |
|
|
|
|
|
a. |
Wat is de conclusie bij een significantieniveau
van 95%? |
|
|
|
|
|
|
b. |
We hadden natuurlijk ook kunnen
kijken welk cijfer de testpersoon het vaakst noemt. Stel dat dat
een acht was en dat de testpersoon die 40 keer noemde. Wat zou
dan de conclusie zijn met
α = 0,05? |
|
|
|
|
4. |
Er gaat een hardnekkig
gerucht dat de kans op doofheid bij een kat te maken heeft met
de kleur van de ogen, maar volgens mij is dat niet waar.
Nou is bekend dat in totaal 30% van alle katten blauwe ogen
heeft.
Een onderzoek onder 100 dove katten leverde op dat daarvan
39 katten blauwe ogen hadden. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Wat moet ik aan de hand
van deze gegevens met
α = 0,05
concluderen? |
|
|
|
|
|
b. |
Wat zal iemand die beweert dat
katten met blauwe ogen vaker doof zijn dan andere katten aan de
hand van deze gegevens met
α = 0,05
concluderen? |
|
|
|
|
5. |
Een casino probeert natuurlijk de
roulettetafels goed horizontaal neer te zetten, en perfect af te
stellen, zodat de kans op elke uitkomst gelijk is. Het
balletje zal dan op elk van de getallen 0 tm 36 vallen met een
even grote kans.
Een professioneel gokker beweert dat dat de casino's nooit lukt
dus dat er altijd uitkomsten zijn die vaker of minder vaak dan
gemiddeld voorkomen. Door dat allemaal bij te houden kan hij
namelijk geld verdienen!
Men besluit tot een weddenschap (hoe kan het ook anders?),
waarbij men het balletje 2500 keer laat vallen, en bijhoudt hoe
vaak het getal 0 voorkomt. Men gebruikt een significantieniveau
van 5%
Bij hoeveel nullen zal de professionele gokker gelijk
krijgen? |
|
|
|
|
6. |
In ons land heeft 30%
van de middelbare scholieren last van acne. Onderzoekers
vermoeden dat dat wel eens te maken kon hebben met het contact
van de huid met zwemwater waar chloor in zit.
Men onderzoekt 548 scholieren die géén zwemdiploma hebben
en dus weinig in contact zijn geweest met zwemwater.
Bij hoeveel gevallen van acne onder deze 548 scholieren kan men
concluderen dat contact met zwemwater inderdaad de kans op acne
vergroot? Neem een significantieniveau van 5%. |
|
|
|
|
7. |
Een
groentekweker kweekt vooral komkommers. De lengte van de
komkommers is normaal verdeeld met een gemiddelde van 36 cm en
een standaarddeviatie van 4 cm. Komkommers die korter zijn dan
30 cm zijn niet geschikt voor de verkoop, maar worden vermalen. |
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan
dat de kans dat een komkommer wordt vermalen gelijk is aan
0,067 |
|
|
|
|
|
Een bioloog
beweert dat door gebruik van CO2 in de kassen de
lengte van de komkommers toeneemt. Van de 1200 komkommers die
behandeld worden met CO2 hoeven er nog maar 68 te
worden vermalen. |
|
|
|
|
|
b. |
Is er
daarmee met een significantieniveau van 5% aangetoond dat de CO2
behandeling inderdaad de lengte vergroot? |
|
|
|
|
8. |
Het
tentamen "Statistiek I" is voor eerstejaars
psychologiestudenten elke keer een groot struikelblok. Het
blijkt dat de afgelopen jaren slechts 15% van de studenten
ervoor slaagt. |
|
|
|
|
|
a |
Bereken dan de kans dat
van de 250 studenten die meedoen aan zo'n examen er minstens 50
slagen. |
|
|
|
|
|
Dit jaar heeft men het
anders aangepakt: er is een nieuw systeem van lesgeven
ingevoerd, met minder hoorcolleges meer werkcolleges. Er zijn
dit jaar 320 eerstejaarsstudenten die het tentamen allemaal
zullen maken. |
|
|
|
|
|
b. |
Bij hoeveel geslaagden
mag je concluderen dat het nieuwe onderwijssysteem een
verbetering is? Neem een significantieniveau van 5%. |
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |