|
|
Eieren Verven. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Het basisprobleem is het
volgende: |
|
|
|
|
Je
hebt n dingen en daar moet je er k uit kiezen |
|
|
|
|
|
Tot nu toe waren er
bij al die telproblemen steeds twee dingen waar je op moest letten: |
|
|
|
|
|
1. Is het met of
zonder terugleggen?
2. Is de volgorde van belang? |
|
|
|
|
Omdat elk van deze
twee vragen met JA en NEE beantwoord kan worden, zijn er dus in totaal
VIER mogelijkheden. Kijk maar, de volgende tabel (roosterdiagram
als je dat liever hoort) vat ze samen: |
|
|
|
|
|
ZONDER terugleggen |
MET terugleggen |
volgorde NIET van belang |
?1 |
? |
volgorde WEL van belang |
?2 |
?3 |
|
|
|
|
|
Van die vier
vraagtekens hebben we er in de middelbare schoolstof al drie opgelost: |
|
|
|
|
Vraagteken 1: volgorde niet
van belang, zonder terugleggen. |
|
Dat was de meest
voorkomende : Kies n elementen uit een verzameling van k,
waarbij de volgorde niet van belang is. Dat kon op (n nCr
k) manieren: het aantal combinaties.
|
|
|
|
|
|
voorbeeld:
kies een commissie van 3 uit een groep van 10.
dat kan op 10 nCr 3 = 120 manieren |
|
|
|
|
Vraagteken 2: volgorde wel van
belang, zonder terugleggen. |
|
Eigenlijk nóg
elementairder dan de vorige: die vonden we direct uit een boomdiagram,
en dat gaf n • (n -1) • (n - 2) • ...
Dat was het aantal permutaties: (n nPr k) |
|
|
|
|
|
voorbeeld:
Loot willekeurig een winnaar, een tweede plaats en een derde
plaats uit een groep van 10 mensen
dat kan op 10 • 9 • 8 = 720 manieren (ofwel 10 nPr 3). |
|
|
|
|
Vraagteken 3: volgorde wel van
belang, met terugleggen. |
|
Ook deze kun je
makkelijk met een boomdiagram vinden: n • n • n
• ......
Het aantal mogelijkheden is dus (nk) |
|
|
|
|
|
voorbeeld:
noem een getal van 3 cijfers (0 mag ook)
dat kan op 10 • 10 • 10 = 1000 manieren |
|
|
|
|
Voorlopig ziet ons
telsysteem er dan zó uit: |
|
|
|
|
|
|
ZONDER terugleggen |
MET terugleggen |
volgorde NIET van belang |
n nCr k |
????? |
volgorde WEL van belang |
n nPr k |
nk |
|
|
|
|
|
De enige overgebleven
telmethode werd op jouw middelbare school waarschijnlijk angstvallig verzwegen......
Misschien is het nu eens tijd om ook daar aandacht aan te gaan
besteden.......
Dan kom je terecht bij de zogenaamde Herhalingscombinaties. |
|
|
|
|
Herhalingscombinaties. |
|
|
|
|
Nog even voor alle
duidelijk het soort probleem waarom het hier gaat: |
|
|
|
|
• Je hebt k dezelfde "dingen"
• Die moet je verdelen over n
kamers
• In elke kamer mogen best meerdere/geen dingen komen
Op hoeveel manieren kan dat? |
|
|
|
|
|
Omdat die k
dingen hetzelfde zijn doet de volgorde er niet toe. Elke kamer mag
best vaker worden gekozen om een "ding" in achter te laten, dus het is
zonder terugleggen.
Laten we als voorbeeld het allereenvoudigste geval van 5 dezelfde
knikkers die je willekeurig over 8 schaaltjes moet verdelen....
De oplossing..... |
|
|
|
|
Er is een erg mooie
elegante oplossing, die gebruikt maakt van een techniek die we al
kennen! Kijk naar het rooster hieronder: |
|
|
|
|
|
Let goed op: |
•
• |
op de horizontale as
staan de dingen die gekozen kunnen
worden, en daar staan de getallen bij de roosterlijnen.
op de verticale as staan de dingen die gekozen
moeten worden en daar staan de getallen bij de hokjes. |
|
|
|
|
Ik beweer nu doodleuk
het volgende: Elke route in dit rooster van S naar F komt overeen
met een verdeling van de knikkers over de schaaltjes!!!! Kijk
maar; hier zie je er een paar: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Maar als elke route
hoort bij een knikkerverdeling, dan zijn er evenveel verdelingen als
routes, en dat aantal routes dat kennen we al. We hebben een
rooster van 7 bij 5 dus er zijn (12 nCr 5) = 792 verschillende
routes/verdelingen.
Het algemene geval: Er staan n kamers horizontaal en k
dingen verticaal, dan heb je een rooster van (n - 1)
bij k hokjes. In zo'n rooster zijn er
(n - 1 + k) nCr (k) routes.
Zo. Dan is de tabel
nu eindelijk af: |
|
|
|
|
|
ZONDER terugleggen |
MET terugleggen |
volgorde NIET van belang |
n nCr
k |
|
volgorde WEL van belang |
n nPr
k |
nk |
|
|
|
|
|
Het eierverf-probleem.
- een andere aanpak- |
|
|
|
|
Je hebt n eieren en moet die voor Pasen gaan
verven.
Je hebt k kleuren verf.
Op hoeveel verschillende manieren kun je dat uitvoeren? |
|
|
|
|
|
• |
Het is zonder
terugleggen want je kunt elke kleur verf vaker gebruiken (we gaan ervan
uit dat er van elke kleur genoeg verf is). |
• |
De volgorde is niet
van belang, want na afloop liggen al die eieren samen in een schaal en
weet je echt niet meer welke je eerder en welke je later hebt geverfd. |
|
|
|
Neem bijvoorbeeld
6 eieren en 3 kleuren verf, en onze eerste oplossing zou er uit zien
zoals hiernaast.
We weten het aantal manieren al: 8 nCr 2 = 28. |
|
Een alternatieve oplossing...... |
|
|
|
|
Laten we het
getallenvoorbeeld van hierboven volgen, met 3 kleuren verf (k)
en 6 eieren (n).
Stel dat we rode, blauwe en groene verf hebben.
Dan kiezen we nu de volgorde rood - blauw - groen.
We leggen vervolgens de zes eieren op een rij naast elkaar: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
En dan zetten we er
twee schotten tussen waardoor de eieren in drie groepjes worden
verdeeld: van links naar rechts verven we die groepjes rood -
blauw - groen.
Bijvoorbeeld: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Als je de twee zwarte
schotten op deze manier plaatst krijg je 2 rode eieren, 3 blauwe eieren en
1 groen ei.
Maar het kan ook zó |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dit staat voor 2
rode, 0 blauwe en 4 groene eieren.
Zo kun je door elke manier van plaatsen van de twee schotten een
verschillende eierverf-manier krijgen.
Kortom, we hebben onze vraag teruggebracht tot de volgende: |
|
|
|
|
Op hoeveel manieren kun
je 2 schotten bij 6 eieren plaatsen? |
|
|
|
|
|
Nou, als je nou een
schot als een 1 noteert en een ei als een 0 dan heb je dus te maken met
een serie van 6 nullen en 2 enen.
De eerste indeling hierboven (2 rode, 3 blauwe, 1 groene) zou er dan
uitzien als 00100010
De tweede indeling hierboven (2 rode , 4 groene) zou er uitzien als
00110000
Het wordt altijd een rij van 8
cijfers met 2 enen en 6 nullen !!
Dat kan op 8 nCr 2 = 28 manieren. Gelukkig.....
Hetzelfde antwoord als bij de routes in een rooster
Schotten plaatsen
Dat "schotten plaatsen" lijkt een omslachtiger manier dan die
routes in een rooster, en dat is hier misschien ook wel zo. Maar er zijn
meer problemen die je kunt oplossen door op een handige manier schotten
te plaatsen.
Hier zijn een paar voorbeelden van het plaatsen van schotten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorbeeld 1.
Uit hoeveel optelsommen met positieve gehele getallen komt
het antwoord 20?
(2 + 13 + 5 is iets uiteraard anders dan 5 + 2 + 13) |
|
|
|
|
|
|
Leg 20 enen naast
elkaar. Dan moet je bij elke tussenruimte beslissen of een
een "PLUS" komt te staan of niet.
19 keer WEL of NIET beslissen geeft 219
mogelijkheden. Dan zijn er 524288 (we tellen het getal 20
ook mee als som, anders zijn het er 524287)., Hier staat
bijvoorbeeld 5 + 2 + 9 + 4 = 20: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorbeeld 2.
Een tuinder gaat 3 eiken, 4 wilgen en 5 berken op een lange rij
planten.
De bomen zijn allemaal verschillend.
Hij wil ze graag zo plaatsen dat er geen twee berken naast
elkaar staan.
Op hoeveel manieren kan hij dat doen? |
|
|
|
|
|
|
Plant eerst de 7 eiken
en wilgen. Dat kan op 7! = 5040 manieren.
Nu heeft hij 8 tussenruimtes waarvan hij er 5 uit moet kiezen om
een berk te planten. Dat kan op 8 nCr 5 = 56 manieren.
Tenslotte moet hij bij die 5 tussenruimtes nog beslissen wélke
berk hij er gaat plaatsen.
Dat kan op 5! = 120 manieren.
In totaal 5040 • 56 • 120 • 33868800 manieren. |
|
|
|
|
|
Voorbeeld 3.
Een dierentuininkoper
gaat op zoek naar Antilopes, Beren, Chimpansees en Dromedarissen
om te kopen.
In totaal gaat hij 30 beesten kopen, minstens één van elke
soort.
Hoeveel verschillende aankopen zijn er mogelijk? |
|
|
|
|
|
|
Zet de beesten op
volgorde A, B, C, D naast elkaar. Dat geeft een rij van 30
letters. Kies uit de 29 tussenruimtes er 3 om een schot neer te
zetten, dan heb je elke mogelijke dierenverdeling gemaakt.
3 kiezen uit de 29 kan op 29 nCr 3 = 3654 manieren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
|
1. |
Bij een verkiezing zijn er 6 kandidaten en 120
stemmen. Hoeveel mogelijke uitslagen zijn er? |
|
|
|
|
|
2. |
Gooi 10 dobbelstenen.
Hoeveel mogelijke
uitslagen zijn er voor welke ogen gegooid worden? |
|
|
|
|
|
3. |
Ik vraag jou om een optelsom
van drie positieve gehele getallen te noemen waar 12 uitkomt.
Hoeveel verschillende opties heb je? (een verschillende volgorde
is uiteraard een verschillende som). |
|
|
|
|
|
4. |
Ik heb een enquête gehouden onder 12 mensen en
daarbij moesten ze allemaal één multiple-choice-vraag
beantwoorden, die 5 mogelijke antwoorden had (a, b, c, d, e)
Hoeveel mogelijke enquête-resultaten zijn er? |
|
|
|
|
|
5. |
Ik wil graag 12 repen chocola verdelen over vier
personen, waarbij iedereen minstens één reep moet krijgen.
Op hoeveel manieren kan dat? |
|
|
|
|
|
6. |
Een ijssalon heeft 12 verschillende
smaken ijs.
Voor €3,- mag je
4 bolletjes willekeurig uitzoeken.
Op hoeveel manieren kan dat? |
|
|
|
|
|
7. |
Kleine Tim gaat in de
snoepwinkel 12 snoepjes kopen. Hij wil van elk soort snoep
minstens één snoepje.
De snoepwinkel heeft 4 verschillende soorten snoepjes in
voorraad.
Op hoeveel verschillende manieren kan Tim snoepjes gaan kopen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|