Als je van een artikel de prijs
verandert, dan zal in het algemeen ook het aantal verkochte artikelen
veranderen. Meestal zal de vraag naar een product afnemen als de prijs
toeneemt. Economen vinden het erg interessant hoe snel
de vraag naar een product verandert als de prijs verandert.
Laten we drie eenvoudige gevallen bekijken (q is steeds de
vraag, p de prijs).
geval 1.
Stel dat geldt q = 800 - 4p
Dat betekent bijvoorbeeld dat bij een prijs van €12,50 een vraag
van 750 hoort.
Als die prijs nu verandert van €12,50 naar €17,50 dan
verandert de vraag van 750 naar 730.
Dus als de prijs €5,- toeneemt, dan neemt de vraag 20 af.
geval 2.
Stel dat geldt q = 24000 - 4p
Dat betekent dat bij een prijs van €10,50 een vraag van
23958 hoort, en bij een prijs van €15,50 een vraag van 23938.
Ook hier betekent een prijstoename van €5,- een vraagafname van 20.
geval 3.
Stel dat geldt q = 35000 - 4p
Dat betekent dat bij een prijs van €1200 een vraag van 30200 hoort
en bij een prijs van €1205 een vraag van 30180.
Alweer betekent een prijstoename van €5,- een vraagafname van
20.
En toch vinden economen dat in deze drie gevallen de vraag heel
verschillend reageert op de prijs!
Jij ook???
Hoe komt dat?
In het tweede geval is de
vraagafname van 20 eigenlijk te verwaarlozen ten opzichte van de totale
vraag van zo'n 25000. Of je nou 23958 artikelen verkoopt of 23938,
daar zal geen handelaar van wakker liggen. Eigenlijk reageert de vraag
hier dus amper op de prijs.
In het derde geval is er eigenblijk amper een prijsafname. Of je nou
iets verkoopt voor €1200 of voor €1205, dat zal ook niet echt een
winkelier de das om doen! Maar bij zo'n minieme prijsverandering is er
toch al een vraagafname van 20. Dat betekent dat de vraag juist vrij
heftig reageert op de prijs.
Samengevat:
|
Je
moet alles relatief zien! |
|
|
Economen gebruiken daarom als
maat voor de vraagverandering bij een bepaalde prijsverandering een
getal dat ze de elasticiteit
noemen. Om precies te
zijn:
Als dit getal Epq
groot is, dan reageert de vraag sterk op prijsverschillen en als het
klein is juist heel weinig.
De drie gevallen hierboven geven elasticiteiten -0,07 en -0,002 en
-0,16 (reken zelf maar na).
Prijselasticiteit bij
één bepaalde prijs.
Hiervoor ging het steeds over een prijstoename tussen twee prijswaarden.
Als men het heeft over de prijselasticiteit bij één bepaalde prijs dan
wordt bedoeld de elasticiteit als p een heel klein beetje
toeneemt. Dan verandert p met dp en daardoor q met
dq en dat geeft in de formule voor E:
Die dq/dp
dat was
een oude
bekende: de afgeleide q'(p).
|