| 
			
				|  |  |  
				| De ellips. | © 
				h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |  | 
    
      |  | 
    
      | Deze les gaan we de conflictlijn van een punt 
		F met een cirkel c bekijken, waarbij we dat punt F  binnen 
		die cirkel kiezen. We zoeken dus punten P waarvoor geldt dat de afstand tot punt F gelijk 
		is aan de afstand tot de cirkel c.
 Dat ziet er ongeveer zo uit als hiernaast.Die cirkel heet natuurlijk de richtcirkel.
 
 Die punten P liggen allemaal op de blauwe kromme. Die kromme noemen we 
		een ellips.
 
 Aan de stippellijn zie je dat de afstand van P tot de cirkel gelijk is 
		aan de straal van de cirkel (r) min de afstand van P tot 
		M.
 
 Ofwel:  d(P, c) = r - d(P,M) = d(P, F).
 
 Daaruit volgt  d(P,M) + d(P,F) = r
 | 
		 | 
    
      | Maar wacht eens even....
 Die ellips is een symmetrische figuur. Dus kun je spiegelen.....
 
 Hiernaast is de ellips horizontaal neergelegd. Daarin is te zien dat je, 
		als je een punt P van de ellips spiegelt in de lijn die midden tussen M 
		en F doorloopt, je wéér een punt P' van de ellips krijgt.
 
 Dus onze blauwe ellips hiernaast is óók de verzameling van punten die 
		gelijke afstand hebben tot de gestippelde cirkel (met middelpunt F) en 
		punt M.
 
		
			
				|  |  
				| 
					
						
							| M speelt dezelfde rol als 
							F! |  |  
				|  |  |  | 
    
      | De punten M en F noemen we de 
		brandpunten van de ellips (een brandpunt heet ook wel 
		focus). We gaan nu die cirkel even weer vergeten en 
		spreken over een ellips af:
 | 
    
      |  |  | 
    
      | 
			
				
					| Een ellips is de verzameling punten 
					waarvoor de totale afstand tot twee brandpunten constant is. |  | 
    
      |  |  | 
    
      | En nu 
		een formule graag! 
 Laten we die twee brandpunten op 
		de x-as leggen in de punten (c,0) en 
		(-c, 0) zoals hiernaast getekend.
 De ellips snijdt de x-as in  a en -a  en 
		de y-as in b en -b.
 We weten intussen al dat de afstanden van een willekeurig punt van de 
		ellips tot F1 en F2 samen constant zijn.
 
 Dat geldt dus ook voor punt P hiernaast.
 Vanwege de symmetrie geldt  PF1 + PF2 = PF1 
		+ F1Q = 2a
 
 Dat betekent dat voor alle punten P van de ellips geldt:
 | 
		 | 
    
      |  |  | 
    
      | 
		 | Deze eigenschap maakt het mogelijk om op 
		eenvoudige manier met twee punaises en een touwtje een ellips te 
		tekenen. 
 Steek de punaises in de brandpunten, leg het touwtje eromheen, trek het 
		strak, en tekenen maar!
 | 
    
      |  |  | 
    
      | Stel dat punt P = (x, y) Omdat F1 = (-c, 0) en F2 = (c, 0)  
		geldt met Pythagoras dat:
 | 
    
      |  Samen moet dat gelijk zijn aan 2a:
 
  | 
    
      | Uit deze vergelijking kun je een 
		veel mooiere vergelijking voor een ellips afleiden. Dat mag je lekker zelf doen in de volgende opgave.
 | 
    
      |  |  | 
    
      |  | 
    
      |  |  | 
    
      | En daarmee hebben we de 
		vergelijking van een ellips gevonden... | 
    
      |  |  | 
    
      | MAAR.... |  | 
    
      |  |  | 
    
      | We hebben daarbij wel stiekem een 
		aanname gemaakt.... En die aanname zit hem in de tekening van de ellips.
 Kijk maar eens wat er zou gebeuren als b > a:   
		dan kun je de Pythagoras van opgave 1c) helemaal niet gebruiken!
 
 Wat is er dan aan de hand?
 Dat kun je het best zien door b langzaam steeds groter te maken 
		(bij vaste a).
 Als b groter wordt (bij gelijkblijvende a), dan wordt c 
		steeds kleiner, immers  c2 = a2 
		- b2.
 Dat betekent dat de brandpunten steeds dichter naar elkaar en naar de 
		oorsprong toe gaan.
 Op het moment dat b = a  geldt c = 0. Dat wil 
		zeggen dat beide brandpunten in de oorsprong liggen.
 Dan is dus  d(P,O) + d(P,O) = 2a  ofwel 
		d(P,O) = a.
 Het is een cirkel met straal a geworden!!!!!
 
 Dat kun je ook eenvoudig aan de vergelijking van de ellips zien: als je 
		neemt b = a  staat er  x˛/a˛ 
		+ y˛/a˛ 
		= 1
 dat is hetzelfde als x2 + y2 = a2
		 en die herkennen we uiteraard nog van "vroeger"  als 
		een cirkel met straal a.
 
 En als b groter dan a wordt, dan schuiven de brandpunten 
		over de y-as weer uit elkaar. In dat geval geldt  c2 
		= b2 - a2 , en nu liggen de 
		brandpunten bij  (0, c) en (0, -c).
 
 Samengevat:
 | 
    
      | 
		 | 
    
      |  |  | 
    
      | Natuurlijk hoeft het midden van de 
		ellips niet in de oorsprong te liggen. Je kunt hem verschuiven met de 
		(hopelijk) intussen bekende translaties: | 
    
      |  |  | 
    
      | 
			
				
					| vervang  x door x  
					-
					a ⇒  schuif de 
					grafiek a naar rechtsvervang  y door y  
					- a 
					⇒  schuif de grafiek a 
					omhoog
 |  | 
    
      |  |  | 
    
      | En als je een formule van een 
		verschoven ellips krijgt dan kun je, net als bij de cirkel en parabool, 
		door kwadraat afsplitsen die translaties zichtbaar maken. 
 Voorbeeld.
 
 Gegeven is de ellips  4x2 + 16x + 2y2 
		- 12y + 14 = 0.
 Geef de coördinaten van de toppen en de brandpunten, en schets de 
		ellips.
 
 oplossing:
 4(x2 + 4x) + 2(y2 
		- 6y) 
		+ 14 = 0
 4(x2 + 4x + 4 - 4) + 2(y2 
		- 6y 
		+ 9 - 9) + 14 = 0
 4(x + 2)2 - 16 + 2(y 
		- 3)2 - 18 + 14 
		= 0
 4(x + 2)2  + 2(y - 3)2 = 20
 | 
    
      |  | 
    
      | Dus a 
		= √5 en b =
		√10. Omdat b > a lagen 
		de brandpunten (vóór de translaties) op de y-as. c2 = b2 - a2 = 10 
		- 5 = 5  dus  c = √5.
 De brandpunten waren oorspronkelijk  (0, ±√5) 
		en de toppen waren  (0, ±√10) 
		en (±√5, 
		0)
 maar de ellips is 2 naar links en 3 omhoog geschoven.
 Dat geeft brandpunten  (-2, 3 ±√5)  
		en toppen  (-2, 3±√10)  
		en  (-2±√5, 
		3)
 | 
    
      |  |  | 
    
      | En nu het gezonde boerenverstand... | 
    
      |  |  | 
    
      | Zo'n ellips is natuurlijk niets anders dan een 
		afgeplatte of uitgerekte cirkel. Dus kun je ook makkelijk de formule 
		ervan afleiden uit de formule van een cirkel. Begin met een cirkel met middelpunt de oorsprong en straal 1. De 
		vergelijking daarvan is natuurlijk  x2 + y2 
		= 1.
 
 Als je nou de horizontale as van de ellips gelijk wilt maken aan 2a 
		dan moet je de cirkel vermenigvuldigenten opzichte van de y-as 
		met factor a. Dat doe je door in de vergelijking x te 
		vervangen door  x/a
 
 Daarna kun je op dezelfde manier de verticale as van -b 
		tot b krijgen door te vermenigvuldigen ten opzichte van de x-as 
		met factor b:  vervang y door  y/b
 Dat 
		geeft dan automatisch de gezochte ellipsformule. | 
		 | 
    
      |  |  | 
    
      | 
		 | 
    
      |  |  | 
    
      | Omgekeerd is dit dan ook meteen 
		het bewijs dat die formule hoort bij een afgeplatte of uitgerekte 
		cirkel. Dat is precies de reden dat we in zoveel situaties ellipsen 
		tegenkomen. Eigenlijk elke keer als je schuin tegen een cirkel aankijkt 
		(of de schaduw van een cirkel ziet). | 
    
      |  |  | 
    
      | 
		 | 
    
      |  |  | 
    
      | 
			
				| 2. | Schets de volgende ellipsen en geef coördinaten 
				van de brandpunten en de toppen. |  
				|  |  |  |  |  
				|  | a. | 4y2 + 9x2 
				- 
				40y + 18x + 73 = 0 |  |  
				|  | b. | 4y2 + x2 + 
				16y - 4x + 19 = 0 |  |  
				|  | c. | 2y2 + x2 + 
				20y - 14 = 0 |  |  
				|  | d. | 9y2 + 64x2 
				- 
				144y - 384x + 576 = 0 |  |  
				|  |  |  |  |  
				| 3. | Een algemene vergelijking van een 
				ellips is  ax2 + by2 +
				cx + dy + e = 0 Hoe kun je aan zo'n algemene vergelijking direct zien of de 
				brandpunten op de x-as liggen of op de y-as?
 |  
				|  |  |  |  |  
				| 4. | Stel een vergelijking op van de 
				volgende ellipsen: |  
				|  |  |  |  |  
				|  | a. | Met de toppen  (-8,0) en (8,0) en (0, -5) 
				en (0,5) |  
				|  | b. | Met de toppen  (0,0) en (4,0) en (2, -6) en 
				(2,6) |  
				|  | c. | Met de toppen  (1, -5) en (7,-5) en (4,-4) 
				en (4,-6) |  
				|  | d. | Met de toppen  (0, 6) en (0, -6) en de 
				brandpunten (-8,0) en (8,0) |  
				|  | e. | Met de toppen  (5,2) en (-5,2) en de 
				brandpunten (-3,2) en (3,2) |  
				|  |  |  |  |  
				| 5. | Een ellips heeft als richtcirkel 
				x2 + (y + 2)2 = 81 en als 
				één van de brandpunten (6, -2) Geef een vergelijking van deze ellips
 |  
				|  |  |  |  |  
				| 6. | Een ellips heeft een brandpunt  
				(4,0) en een top (10,0).  
				
				Geef een formule. |  
				|  |  |  |  |  
				| 7. | Gegeven is de ellips:  
				x˛/6 +
				y˛/9 
				= 1 |  
				|  |  |  |  |  
				|  | a. | Geef de coördinaten van de toppen 
				van deze ellips. |  
				|  |  |  |  
				|  | b. | Geef de vergelijking van de ellips 
				in de vorm   ax2  + by2
				= c. |  
				|  |  |  |  
				|  | c. | Bereken de coördinaten van de 
				snijpunten van de ellips met de lijn  y = x + 
				1. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig. |  
				|  |  |  | 
					
						
							| 
							(1.43, 2.43)  (-2.23, -1.23)
 |  |  
				| 8. | Gegeven is de ellips:  4y2 
				+ x2 - 2x = 0 |  
				|  |  |  |  |  
				|  | a. | Een verticale lijn gaat door één 
				van de brandpunten van deze ellips, en staat loodrecht op de 
				lange as. De lijn snijdt de ellips in de punten P en Q.
 Bereken de lengte PQ.
 |  
				|  |  |  |  
				|  | b. | Bereken de coördinaten van de 
				snijpunten van deze ellips met de x-as |  
				|  |  |  |  
				|  | c. | Deze ellips snijdt van de lijn y 
				= x een lijnstuk af. Bereken de lengte van dat lijnstuk. |  
				|  |  |  |  |  
				|  |  |  
				|  |  |  |  |  | 
    
      | © 
				h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |  | 
    
      |  |  | 
    
      |  |  | 
    
      |  |  |