|
|
De grafiek
van een functie. |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
coördinaten
|
|
Zoals we al zagen is een functie een
voorschrift (een soort recept) om aan een getal x een nieuw
getal y te koppelen.
Als je die x en bijbehorende y ziet als een
koppeltje (x, y) dan kunnen je dat
opvatten als de coördinaten van een punt. En als je
dan een heleboel zulke punten tekent geeft dat de grafiek van een
functie.
Neem de functie y = x + 6. Daarbij zou
je deze tabel, en dit begin van de grafiek kunnen maken: |
|
|
x |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
y |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
(x, y) |
(0,6) |
(1,7) |
(2,8) |
(3,9) |
(4,10) |
(5,11) |
(6,12) |
|
|
|
Er zal niet veel fantasie voor
nodig zijn om in te zien dat, als we steeds meer punten
uitrekenen (ook x-waarden die niet gehele getallen
zijn, en x-en die negatief zijn), dat de grafiek
van deze functie dan een rechte lijn wordt. |
|
|
Hoe kun je zien
of 't een functie is?? |
|
|
De
belangrijkste eigenschap van een functie (behalve
dan dat je er getallen in moet stoppen en dat er
weer getallen uitkomen) is de volgende: |
|
|
Bij elke x
hoort hoogstens één y
|
|
|
|
Let vooral
op het woord "hoogstens". Het betekent dat er twee
mogelijkheden zijn.
Het zou kunnen dat een functie van een x geen
y kan maken. Dat ons machientje als het
ware vastloopt.
Dat is bijvoorbeeld zo als je x = -3
probeert in te voeren in het machientje y =
√x. Dat gaat niet
lukken.... √(-3) is niet
te berekenen. Het machientje zal vastlopen, en er
zal misschien vast een boel rook uitkomen, maar
beslist géén waarde voor y.
Het kan natuurlijk ook dat er gewoon één y-waarde
komt uitrollen. Niks aan de hand.
Maar het mag NOOIT gebeuren dat je er
één x instopt en dat er twee of meer y-waarden
uitkomen. Zo'n machientje noemen we geen functie.
Dat heeft gevolgen voor de grafiek.
Als er bij elke x hoogstens één y mag
horen, dan heeft dus elke verticale lijn (één x)
hoogstens één snijpunt (één y) met de grafiek
van f. Dat betekent dat de grafiek van f
niet mag "teruglopen" of "omkeren".
|
Een handige
manier om dat te onthouden is misschien: |
|
|
|
|
Als het regent
wordt een functie helemaal nat!! |
|
|
|
|
Hiernaast
zie je waarom de daar getekende grafiek niet bij een
functie hoort |
|
|
|
|
|
|
1. |
Maak een tabel en schets grafieken bij de
volgende functies: |
|
|
|
|
a. |
f(x) = 8 - 3x |
|
c. |
y = √x |
|
b. |
y = 0,5x2 |
|
d. |
g(x) = 12/x |
|
|
|
2. |
Maak een tabel en probeer een
functievoorschrift bij deze grafieken te vinden. |
|
|
|
|
|
|
|
A:
y = 8 - x
B: y = x2
C: y = 2/x |
|
|
|
|
3. |
Welke van onderstaande
grafieken horen in ieder geval NIET bij een
functie? Waarom niet? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Grafieken met de TI |
|
|
Het is natuurlijk behoorlijk omslachtig als
we steeds zo'n tabel moeten maken om een grafiek te schetsen. Gelukkig
kan onze grafische rekenmachine óók grafieken tekenen!! Hoe
dat moet staat hier.
|
|
|
Twee speciale
grafieken: y = ... en x = ... |
|
|
Als je, om de grafiek van y = 2 te
tekenen, een tabel gaat maken, dan gebeurt daar iets raars. Er zit
helemaal geen x in de formule dus er valt ook niets in te vullen.
Wat x ook is, kennelijk is y altijd gelijk aan 2.
Dat zou de volgende, nogal saaie, tabel geven: |
|
|
x |
-2 |
-1 |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
y |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
|
|
|
En de grafiek wordt al niet veel interessanter:
het zijn de punten (-2, 2), (-1, 2), (0,2) enz.: |
|
|
|
|
De
grafiek van y = a is een horizontale lijn |
|
|
|
En met de grafiek van x = a is het al niet
veel beter.
De grafiek van x = 4 bijvoorbeeld gaat door de punten (4,
-2), (4, -1), (4, 0), (4, 1), (4, 2), ...... Dat geeft de geweldig
interessante grafiek hiernaast: een verticale lijn.
|
De
grafiek van x = a is een verticale
lijn |
|
|
Merk op dat x = a géén functie is!!!! |
|
|
|
4. |
De grafiek van y
= 9 snijdt de grafiek van y = x2
in twee punten A en B.
Bereken de afstand AB. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Gegeven zijn de
functies y = 2x + 3 en y
= x + 6.
De lijn x = 4 snijdt de grafiek van f
in punt P en de grafiek van g in punt Q.
Bereken de afstand PQ. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Teken het gebied dat wordt ingesloten
door de grafieken van y = 2 en y = x
- 2 en x = 6 en bereken de oppervlakte van
dit gebied. |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|