|
|
Wat
is kans? |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Het woord kans kom je eigenlijk
overal tegen: in het dagelijks leven, in de kranten, in de
reclame, noem maar op.
Een paar typische kans-uitspraken: |
|
|
1. Deze loterij geeft U de
grootste kans om miljonair te worden!
2. De kans om bij mens-erger-je-niet tweemaal achter elkaar 6 te
gooien is 1 op de 36.
3. De kans op een ongeluk bij een vliegtuigvlucht is bij onze
maatschappij slechts 1 op de 1.000.000.
4. De kans om betrapt te worden als je je belastingformulier vals
invult is ongeveer 20%.
5. De kans dat iemand van 30 jaar oud nog 90 wordt is
slechts 4%.
6. De kans op Full-House bij poker is, als je vijf kaarten krijgt,
ongeveer 0,0014.
7. De betrouwbaarheid van deze test is 95%. Dus de kans dat het
klopt is 95%
8. Zwartrijders hebben een kans van 12% om in een jaar
gepakt te worden.
9. Ik heb een letter in gedachten. De kans dat jij die letter
raadt is ongeveer 0,0385.
10.De kans dat het op een dag in maart in Nederland regent is 80%. |
|
|
Wat betekent dat allemaal? |
|
|
Deze kansen zijn eigenlijk steeds
twee getallen op elkaar gedeeld. We tellen steeds hoe vaak iets
voorkomt. Als iets vaak voorkomt is de kans erop groot, als iets minder
vaak voorkomt is de kans erop klein. Om de kans ergens op te krijgen
delen we het aantal keer dat het voorkomt door het totaal aantal keer
dat we bekeken hebben..
Dat geeft een getal tussen 0 en 1 (een percentage als je het met 100
vermenigvuldigt).
|
Voor de 10 voorbeelden hierboven
zou dat het volgende kunnen betekenen: |
|
|
1 |
Bij onze loterij is de
verhouding aantal prijzen/totaal aantal loten
het grootst. |
2 |
Voor twee keer gooien met een dobbelsteen zijn er 36
mogelijke uitkomsten. Ik heb ze allemaal opgeschreven.
Eén van die 36 is de worp 6-6. kans = 1/36 |
3 |
aantal vluchten met een
ongeluk/totaal aantal vluchten = 0,000001 |
4 |
We hebben een enquête gehouden
en mensen gevraagd of ze hun formulier eerlijk invulden en of ze betrapt
zijn.
Van de 2000 vals-invullers waren er 400 betrapt. kans = 400/2000 |
5 |
We hebben 12000 mensen van 30
jaar oud nog 60 jaar lang in de gaten gehouden.
Na die 60 jaar leefden nog 480 mensen van hen. kans = 480/12000 |
6 |
We hebben een computer 10000000
pokerhanden willekeurig laten schudden. Bij 14000 handen had je
Full-House.
kans = 14000/10000000
|
7 |
Van elke 100 tests die we doen
geven er gemiddeld 5 een foute uitslag.
Dus geven 95 een goede uitslag: kans = 95/100 |
8 |
We hebben een groep van 1000
mensen gevraagd expres een jaar zwart te gaan rijden (dus geen
wegenbelasting te betalen). We beloofden ze om de eventuele boete voor
hen te zullen betalen. We moesten dat jaar 120 boetes betalen. kans = 120/1000 |
9 |
Ik heb dit spelletje met
2000 mensen gespeeld en 77 hadden het goed. kans
= 77/2000 |
10 |
Het KNMI heeft de afgelopen jaren
van alle dagen bijgehouden of het regende of niet. Daarvan waren 1500
dagen in maart en op 1200 van die getelde dagen regende het. kans = 1200/1500 |
|
|
|
Een
adder onder het gras! |
|
|
Kleine Graddus gooit met twee
dobbelstenen en telt de aantallen ogen bij elkaar op. Hij wil de kans
berekenen dat er 8 uit zal komen. Zijn redenering gaat als hiernaast.
Wat is daar fout aan?
Het zit hem erin dat niet alle 11 uitkomsten even hard meetellen.
Bijvoorbeeld 5 kun je gooien op vier manieren (1,4)(4,1)(2,3)(3,2),
en 7 kun je gooien op zes manieren (1,6)(6,1)(2,5)(5,2)(3,4)(4,3).
De regel van gunstig/mogelijk geldt alleen bij
"gelijkwaardige" uitkomsten.
Wanneer zijn uitkomsten gelijkwaardig? Je mag natuurlijk niet zeggen
"als de kans erop even groot is" want dan gebruik je het
begrip kans in de definitie van kans, en dat mag natuurlijk niet.
Meestal wordt "gelijkwaardig" beredeneerd vanuit
symmetrie-eigenschappen. Zoals hier, dat elk aantal ogen gelijkwaardig
is, dus elk paar ook.
|
|
|
|
TWEE
SOORTEN BEREKENINGEN: Theoretisch en Experimenteel. |
|
|
Om kansen te
berekenen of te schatten hebben we hierboven gezien dat je moet
uitrekenen
Maar hoe bereken of bepaal je die aantallen mogelijkheden?
Daarvoor zijn twee manieren: |
|
|
|
|
|
De eerste is de experimentele manier (heet ook wel empirisch). Je gaat gewoon veel gegevens
verzamelen (steekproeven houden, enquêtes laten invullen, metingen
verrichten, noem maar op). Dan tel je gewoon het gunstige aantal
gevallen dat is voorgekomen, en deelt dat door het totaal aantal
gevallen. Als je maar genoeg gegevens verzamelt (hoe meer hoe beter) zal
dat vrij nauwkeurig de gevraagde kans opleveren.
|
|
|
voorbeeld:
Je wilt graag weten hoe groot de kans is dat iemand die bij
Albert Hein zijn boodschappen doet meer dan €40,- uitgeeft.
Nou, ga een AH-winkel in en vraag gewoon heel vele klanten voor
hoeveel geld ze hebben gekocht.
Als van de 500 gevraagde mensen er 120 meer dan €30
hebben uitgegeven, dan zal de kans dus ongeveer 120/500
= 0,24 zijn.
|
|
|
De tweede is de
theoretische manier. Vanachter je bureau kun je de kans ergens op
beredeneren. Je hoeft er geen "veldwerk" voor te verrichten,
geen stap buiten de deur te zetten. Je kunt beredeneren wat het aantal
gunstige mogelijkheden is en ook wat het totaal aantal mogelijkheden
is.
|
|
|
voorbeeld:
Je wilt graag weten hoe groot de kans is, dat drie
muntstukken die je laat vallen alle drie op "KOP"
terechtkomen. Omdat een muntstuk nou eenmaal niet op zijn rand
terechtkomt, en omdat KOP en MUNT gelijkwaardige mogelijkheden
zijn, komen alle mogelijkheden voor drie muntstukken, KKK,
KKM, KMK, MKK, KMM, MKM, MMK, MMM, even vaak voor. Dat
zijn 8 gelijkwaardige mogelijkheden waarvan er eentje KKK is. De
kans is daarom 1/8 = 0,125.
|
|
|
|
|
|
1. |
Welke van de 10 hierboven genoemde
kansen zijn (in principe) theoretische kansen en welke zijn
experimentele kansen? |
|
|
|
|
2. |
Iemand kiest willekeurig één van de 64 velden van een schaakbord en
zet er een witte koning op.
Daarna kiest hij willekeurig één van de overgebleven velden en zet er
een zwarte toren op.
Wat is de kans dat de koning niet schaak staat? |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Drie studenten,
Albert, Berend en Chris, hebben een aantal keren een muntstuk
gegooid, en telkens genoteerd of er KOP of MUNT uitkwam. Ze
hebben per serie van 10 worpen het aantal keer KOP in een tabel
gezet.
Dat gaf de volgende drie tabellen: |
|
|
|
|
|
Albert |
worp nr. |
1 - 10 |
11 - 20 |
21 - 30 |
31 - 40 |
41 - 50 |
aantal |
6 |
4 |
8 |
7 |
6 |
|
|
|
|
|
|
Berend |
worp nr. |
1 - 10 |
11 - 20 |
21 - 30 |
31 - 40 |
41 - 50 |
51 - 60 |
61 - 70 |
71 - 80 |
81 - 90 |
aantal |
6 |
5 |
3 |
6 |
9 |
4 |
2 |
4 |
6 |
|
|
|
|
|
|
Chris |
worp nr. |
1 - 10 |
11 - 20 |
21 - 30 |
31 - 40 |
41 - 50 |
aantal kop |
2 |
1 |
6 |
8 |
7 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Na 20 worpen was één
van de drie ervan overtuigd dat hij een valse munt had. Wie was
dat?
Hoe was zijn conclusie na 50 worpen? |
|
|
|
|
b. |
Wie heeft er na afloop
de meeste reden om te concluderen dat hij een valse munt heeft? |
|
|
|
|
c. |
Wie heeft er na afloop
de meeste reden om te concluderen dat hij een zuivere munt
heeft?
Welke twee redenen heeft hij daarvoor? |
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Om de polishoogte voor
hun levensverzekeringen te kunnen berekenen maken veel
verzekeringsmaatschappijen gebruik van sterftetabellen.
Hiernaast staat een tabel waarin voor 1000000 pasgeborenen is
bijgehouden hoeveel er op een bepaalde leeftijd nog in leven
waren (de gegevens hiernaast zijn afkomstig uit België) |
leeftijd |
aantal nog in leven |
0 |
1000000 |
5 |
993664 |
10 |
992839 |
15 |
992081 |
20 |
988964 |
25 |
983332 |
30 |
977567 |
35 |
971869 |
40 |
964700 |
45 |
953871 |
50 |
935934 |
55 |
909457 |
60 |
869793 |
65 |
814609 |
70 |
731998 |
75 |
613710 |
80 |
455616 |
85 |
275347 |
90 |
117039 |
95 |
29030 |
100 |
3516 |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot is de kans dat een
pasgeboren baby de leeftijd van 65 jaar haalt? |
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de kans dat een
pasgeboren baby vóór zijn 40ste sterft? |
|
|
|
|
c. |
Hoe groot is de kans dat een Belg van
30 jaar ook nog 80 jaar wordt? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De Sicherman Dobbelstenen.
Hiernaast zie je de uitslagen van twee Sicherman-
dobbelstenen.
Kijk wat er gebeurt als je beide stenen tegelijk gooit en het
totaal aantal telt.
Maak een tabel met alle mogelijkheden en hun uitkomsten en
vergelijk die met twee ""normale" dobbelstenen. |
|
|
|
|
|
6. |
Stel dat je een aap hebt geleerd om toetsen van
een keyboard met 26 toetsen, met daarop de letters van het
alfabet, één voor één in te drukken.
Laat die aap een aantal toetsen indrukken.
Hoe groot is de kans dat de zin van de aap begint met
IKBENEENAAP? |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Olympiadevraagstuk
Vijf klanten moeten elk een ander bedrag betalen aan een
bedrijf.
Een niet aandachtige
boekhouder schrijft de vijf namen in willekeurige volgorde op de
rekeningen.
Een slaperige secretaresse
steekt de vijf rekeningen in willekeurige volgorde in vijf
geadresseerde enveloppen.
Een luie koerier steekt de vijf enveloppen in willekeurige
volgorde in de brievenbussen
van de vijf klanten.
Wat is de kans dat
elke klant het juiste bedrag op
de rekening in zijn brievenbus
vindt? |
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Van een houten kubus kiest men
willekeurig twee zijvlakken en schildert die rood.
Hoe groot is de kans dat de twee geschilderde zijvlakken aan elkaar
grenzen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Twee koppels gaan samen naar het theater.
Ze gaan willekeurig op 4 naast elkaar liggende plaatsen zitten.
Hoe groot is de kans dat niemand naast zijn eigen partner zit? |
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Een huisbaas
heeft 9 kamers te huur, allemaal via deuren met elkaar verbonden (zie
hiernaast).
Je huurt er willekeurig 3 van.
Hoe groot is de kans dat je door jouw drie kamers kunt lopen zonder in
een andere kamer te komen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kansen uit Kruistabellen.
Het mooiste is natuurlijk dat iemand anders al alle gegevens voor jou
heeft verzameld en dat jij uit die gegevens alleen nog maar de kansen
hoeft uit te rekenen.
Neem de volgende tabel waarvoor iemand aan heel veel mensen (om precies
te zijn 4800) de schoenmaat en de lengte heeft gevraagd, en dat heeft
gesplitst in de mogelijkheden lengte > 185 cm en lengte
£ 185 en schoenmaat ³
43 en schoenmaat < 43.
Dat gaf het volgende resultaat: |
|
|
|
lengte |
tot. |
> 185 cm |
≤185 cm |
schoenmaat |
≥ 43 |
1250 |
993 |
2243 |
< 43 |
302 |
2305 |
2607 |
tot. |
1552 |
3298 |
4850 |
|
|
|
Zo'n tabel waar twee
grootheden tegen elkaar zijn uitgezet heet een kruistabel.
Daaruit kun je allerlei kansen berekenen.
Bijvoorbeeld: |