|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een kansverdeling is eigenlijk
een tabel met bij elke mogelijke uitkomst van een kansexperiment de kans
daarop. Voor het gooien van een dobbelsteen geldt de kansverdeling hieronder met het bijbehorende histogram rechts. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nogal saai eigenlijk. Het wordt al iets interessanter als we bijvoorbeeld de som van twee dobbelstenen bekijken: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Drie dingen vallen op aan zo'n kanshistogram. Drie vrij belangrijke dingen, dus laat ik ze maar in een kadertje zetten: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik hoop dat jou dat
ook al was opgevallen. Voor de kans om 10 of meer te gooien moet je bijvoorbeeld die blauwe oppervlakte hiernaast hebben. En voor de kans op een aantal meer dan 3 maar minder dan 7 moet je de groene oppervlakte hebben. Dan is het ook logisch dat de totale oppervlakte 1 is; de kans dat één van al die mogelijkheden voorkomt is natuurlijk 100%. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Continue kansverdelingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laten we een
interessanter soort kansverdelingen gaan bekijken: continue
kansverdelingen. Dat zijn verdelingen waarbij dat wat we meten niet alleen bepaalde waarden kan aannemen, maar ook alle er tussenliggende waarden. Neem bijvoorbeeld het gewicht van een groep jongeren. Dat is continu, immers dat kan niet alleen 60 of 70 kilo zijn, maar ook 66,8735485653 kilo. In principe zijn alle tussenliggende waarden mogelijk (al is dat in praktijk vaak niet te meten). Dat heeft een belangrijke gevolg voor de kansverdeling. Die bestaat nu (in theorie) niet meer uit losse staafjes, maar is één vloeiende kromme geworden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor dat gewicht van
die jongeren zou de kromme hiernaast kunnen gelden. Dat betekent dat de kans op bijvoorbeeld precies 70 kilogram een kans nul heeft! Bij precies 70 kg hoort een verticaal lijntje, en een lijntje heeft oppervlakte nul. Nou is die kans natuurlijk ook nul. Als we zeggen "70 kg", dan bedoelen we meestal "tussen 69,5 en 70,5", en als we zeggen "70,00000 kg", dan bedoelen we iets als "tussen 70,000005 en 69,999995 kg". |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De twee regels voor
kansverdelingen hierboven blijven gewoon geldig. Als zo'n kromme een
"goede" kansverdeling is, dan moet de totale oppervlakte ervan 1 zijn,
en dan kun je de kans op een gewicht dat bijvoorbeeld tussen de 60 en 70
kg ligt uitrekenen door de oppervlakte hiernaast te bepalen (merk op dat
het niet belangrijk is of die 60 en 70 zélf ook nog mogen, die hebben
toch kans nul!). En zo'n oppervlakte bereken je natuurlijk.......(nu zou er tromgeroffel moeten klinken)..... jawel! Met een Integraal! |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld. Toon aan dat f(x) = 0,0002x3 • (10 - x) voor 0 < x < 10 een mogelijke kansverdeling kan zijn en bereken bij deze kansverdeling de kans dat een waarde tussen de 2 en de 6 valt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verder is overal f(x) ³ 0, dus dit zou een kansverdeling kunnen zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De verwachtingswaarde. De verwachtingswaarde (E) is hetzelfde als het verwachte gemiddelde, en die bereken je door alle mogelijke uitkomsten te vermenigvuldigen met de kans erop, en dat dan allemaal bij elkaar op te tellen. In deze les wordt dat allemaal haarfijn uit de doeken gedaan. Bij een discreet aantal mogelijke uitkomsten xi geldt de formule: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij als integraal-experts zien natuurlijk direct hoe dat wordt als er oneindig veel xi uitkomsten mogelijk zijn (bij een continue kansverdeling): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daarbij is f(x) de formule van de kansverdeling. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||