|
|
Verwachtingswaarde. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Laten we beginnen met een kansverdeling.
Een kansverdeling is een tabel van een kansexperiment,
waarin alle mogelijke uitkomsten met de kans erop staan. Hij ziet er
eigenlijk altijd uit als hiernaast.
Let erop dat de som van alle kansen altijd 1 is; immers er staan alle
mogelijke uitkomsten in deze tabel! Dat kun je gebruiken om te
controleren of je kansverdeling klopt.
Laten we een kansverdeling gaan maken... |
uitkomst
X |
kans
P(X) |
... |
... |
... |
... |
... |
... |
totaal: |
1 |
|
Stel dat je met twee dobbelstenen gooit, en dat H het
hoogste aantal van de twee ogen is (bij gelijke aantal één van
beiden). |
|
De kansverdeling daarvan ziet er als volgt
uit, deze keer horizontaal getekend. (reken de kansen zelf maar na
met bijvoorbeeld een roosterdiagram): |
|
|
hoogste H |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
totaal |
kans P |
1/36 |
3/36 |
5/36 |
7/36 |
9/36 |
11/36 |
1 |
|
|
|
De interessante vraag van vandaag is:
"Als ik dit experiment heel vaak zou uitvoeren, en alle H's die ik
vind noteer, wat zal dan het gemiddelde van al die H's
worden?"
Op de eerste plaats moeten we concluderen dat we niet zeker weten wat
dat gemiddelde zal worden, immers het blijft een kansexperiment, en
kansen zijn nou eenmaal geen zekerheden (misschien gooi je wel toevallig
heel vaak (1,1), nietwaar?). Daarom zullen we het vanaf nu niet hebben
over het gemiddelde, maar over het verwachte gemiddelde.
Stel dat we 3600 keer gooien.
Dan kunnen we aan de kansen zien hoe vaak we verwachten dat H gelijk is
aan 1, 2, 3, 4, 5 of 6.
We verwachten 100 keer 1, 300 keer 2, 500 keer 5, 700
keer 7, 900 keer 5 en 1100 keer 6.
Dat geeft als gemiddelde: |
|
|
|
|
Maar ja, je weet natuurlijk niet hoe vaak we
gooien....
Laten we het ook proberen voor 7200 keer gooien, dan verwachten we
200 keer 1, 600 keer 2, 1000 keer 3, 1400 keer 4, 1800 keer 5 en
2200 keer 6, en dat geeft het gemiddelde: |
|
|
|
|
|
Daar komt hetzelfde uit?
Is dat logisch?
Ja, ik denk het wel, immers alle getallen boven de streep zijn dubbel zo
groot geworden, maar de noemer ook. De breuk blijft dan even groot. Dat
dat altijd zo is kun je ook zien door de bovenste breuk uit te splitsen: |
|
|
|
|
|
Maar daar in het rood staan precies de kansen
uit onze tabel!!!!!
Er staat dus eigenlijk: Verwachte gemiddelde = P(1)
• 1 + P(2) • 2 + P(3)
• 3 + P(4) • 4 + P(5)
• 5 + P(6) • 6
Vermenigvuldig gewoon steeds de kans op een uitkomst met die uitkomst en
tel alles op. Dat geeft het verwachte gemiddelde. Dat verwachte
gemiddelde noemen we voortaan de verwachtingswaarde en we
gebruiken er de letter E voor.
conclusie: |
Voor de verwachtingswaarde E
vermenigvuldig je alle
uitkomsten met de kans erop, en telt dat allemaal bij elkaar op.
E(X) = X1 • P(X1) + X2 •
P(X2) + ... |
|
|
|
|
Dat is eigenlijk ook logisch als je de
volgende twee tabellen bekijkt. De linkertabel geeft van een groot
aantal worpen met twee dobbelstenen aan hoe vaak elk getal als hoogste
voorkwam. Het is een frequentietabel, ofwel een frequentieverdeling. En
om het gemiddelde te berekenen doe je steeds ( uitkomst • frequentie)
en deelt dan door alle frequenties samen.
De rechtertabel is onze kansverdeling. Maar een kans is eigenlijk ook
een soort frequentie. Om precies te zijn een verwachte
frequentie. Daarom komt er op deze manier niet het gemiddelde uit maar
het verwachte gemiddelde: de verwachtingswaarde E. |
|
|
H |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
totaal |
f |
27 |
82 |
138 |
195 |
252 |
306 |
1000 |
|
H |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
totaal |
P |
1/36 |
3/36 |
5/36 |
7/36 |
9/36 |
11/36 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen staat er bij de
verwachtingswaarde in deze breuk altijd onder de streep de
noemer 1,
immers alle kansen samen zijn 1. |
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Je hebt een
vaas met zes knikkers, drie rood en drie geel. Je trekt er twee uit en verft de eerste in dezelfde kleur als de
tweede (indien nodig). Dat doe je drie keer (zonder ze terug te leggen) Hoeveel knikkers verwacht je gemiddeld te moeten verven? |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Joke en
Gezien spelen elke week een tenniswedstrijd tegen elkaar. Joke
is een iets betere tennisster dan Gezien en heeft bij elke set
die ze spelen een kans van 0,65 om te winnen, en dus 0,35 om te
verliezen. Ze spelen “best-of-three”; dat betekent dat
degene die het eerst twee sets wint de wedstrijd heeft gewonnen.
Een set duurt gemiddeld 14 minuten. |
|
|
|
|
a. |
Bereken de
kans dat Joke wint. |
|
|
|
|
b. |
Bereken
hoeveel minuten een wedstrijd gemiddeld zal duren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een
deelnemer aan een quiz heeft de eerste ronde doorstaan en daarin
200 euro gewonnen. Hij moet nu beslissen of hij stopt en dat
geld mee naar huis neemt, of dat hij doorspeelt en zijn bedrag
probeert te verhogen in de tweede ronde. In die tweede ronde moet hij 3 keer met een dobbelsteen gooien.
Elke keer als hij 5 of 6 gooit wordt zijn bedrag verdubbeld,
maar bij 1 t.m. 4 wordt zijn bedrag gehalveerd. Hij kan dus
uiteindelijk bijvoorbeeld met 1600 euro naar huis gaan, maar ook
met 25 euro.
Maak een
kansverdeling voor het bedrag dat de man zal winnen als hij
doorspeelt in de tweede ronde. Leg daarmee uit of het gemiddeld genomen verstandig is om door
te spelen of niet |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De
Amsterdamse politie besluit op 2 februari alle mensen die
de binnenstad in willen te controleren op het bezit van
verfbommen. Men heeft een soort detectiecabine ontwikkeld
die kan meten of er verf in aanwezig is, en men is van
plan om alle mensen die de stad in willen via deze cabine
er in te laten. Men weet namelijk dat 2% van de
toeschouwers verfbommen bij zich zal hebben. |
|
|
a. |
Hoe
groot is de kans dat er van 40 mensen die gemeten worden
meer dan 4 mensen een verfbom bij zich hebben? |
|
|
Men ontdekt tijdens het
testen echter dat het meten erg veel tijd gaat kosten. Om
de cabine één meting te laten uitvoeren is 2 minuten
nodig, dus dat gaat op deze manier per toeschouwer 2
minuten kosten.
Iemand stelt daarom het volgende voor: Meet de toeschouwers in groepjes van 5 tegelijk.
Detecteert de cabine geen verf dan zijn alle vijf de
mensen goedgekeurd in 2 minuten. Detecteert de cabine wél
verf dan meten we alsnog de vijf mensen één voor één.
In het laatste geval zal het totale meten dus 12 minuten
hebben gekost. |
|
|
b. |
Maak
een kansverdeling voor het aantal minuten dat met deze
methode nodig is voor 5 mensen. Bereken vervolgens hoeveel
procent besparing deze tweede methode geeft vergeleken met
het één voor één meten van alle toeschouwers. |
|
|
|
|
|
5. |
Je
mag maximaal drie keer gooien met een dobbelsteen en je
krijgt in euro's het aantal ogen van de laatste
worp die je hebt gegooid. Je vraagt je af hoeveel
je gemiddeld zult krijgen en wat een slimme
tactiek is. |
|
|
|
a. |
Toon
aan dat je, als je de derde keer gooit, gemiddeld
€3,5 zult krijgen. |
|
|
|
Met
het antwoord van vraag a) in gedachten besluit je dus
alleen nog de derde keer te gooien als de tweede worp
minder dan 3,5 is, dus bij 1, 2 en 3 gooi je nog een
keer en bij 4, 5 en 6 stop je. |
|
|
|
b. |
Toon
aan dat je, bij het gooien van de tweede steen, dan
gemiddeld €4,25 zult krijgen |
|
|
c. |
Hoeveel
verwacht je gemiddeld te krijgen als je begint? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Examenvraagstuk In de nazomer zijn druiven zover gerijpt dat ze
geoogst kunnen worden. De smaak van de druiven wordt
aanzienlijk verbeterd als ze nog wat langer kunnen
profiteren van de zonnewarmte. Daar staat tegenover
dat, als de druiven langer blijven hangen, er een kans
is op schade door langdurige regenval. De druiventeler heeft de keus uit twee manieren van
oogsten: |
|
|
I |
Direct
oogsten. De kwaliteit is dan redelijk. De helft van de oogst
kan verkocht worden voor directe consumptie; de
opbrengst is hierbij ƒ2,00 per kilo. De andere helft
is alleen geschikt voor verwerking tot druivensap. De
opbrengst van dit deel is ƒ1,30 per kilo. Dit is een
manier van oogsten waaraan geen risico verbonden is. |
II |
Twee weken
wachten en dan oogsten. De kwaliteit van de druiven is nu goed. De hele oogst
kan verkocht worden voor ƒ2,30 per kilo. Maar er is een risico verbonden aan deze manier van
oogsten. Als het in deze 14 dagen op meer dan 2 dagen
regent, worden de druiven zodanig aangetast dat de
oogst alleen nog maar geschikt is voor verwerking tot
druivensap; de opbrengst is dan ƒ1,30 per kilo. |
|
|
De
druiventeler kan rekenen op een oogst van 12000 kilo.
Hij kiest voor manier II |
|
|
a. |
Bereken
het voordeel én het nadeel dat dit hem kan opleveren
vergeleken met manier I. |
|
|
Weerkundigen
hebben berekend dat voor elke dag in de twee-weekse
periode (zoals bedoeld in II) de kans op regen 15% is. |
|
|
b. |
Bereken
de kans dat het tijdens die periode op meer dan 2
dagen regent. |
|
|
c. |
Welke
manier van oogsten moet de kweker kiezen om de verwachte
opbrengst van zijn druiven zo groot mogelijk te maken?
Licht je antwoord toe met een berekening. |
|
|
|
|
|
7. |
Een alternatieve
fruitautomaat bestaat uit twee schijven A en B die onafhankelijk
van elkaar draaien. Als beide schijven tot stilstand zijn
gekomen wijst een dubbele pijl P de stand van de schijf aan. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans op twee gelijke
cijfers. |
|
|
|
|
De kans dat schijf B een
hoger cijfer geeft dan schijf A is 0,5. |
|
|
|
|
b. |
Toon dat aan |
|
|
|
|
|
|
X is het aantal keer dat
schijf B een hoger cijfer geeft dan schijf A. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel keer moet je in
totaal draaien opdat de kans dat X meer dan 4 is groter is dan
0,8? |
|
|
|
|
|
Als pijl P
twee oneven cijfers aanwijst krijg je €1,30 Bij twee
even cijfers krijg je €1, - en bij een even en een oneven
cijfer krijg je niets. |
|
|
|
|
|
d. |
Hoeveel winst
zul je gemiddeld per spel maken? |
|
|
|
|
|
Men haalt schijf B uit de
automaat en vervangt hem door de schijf hiernaast. S is nu de som van de cijfers van beide schijven (A en
C) bij één keer draaien. Het blijkt dat de verwachtingswaarde van S gelijk is aan
6. |
|
|
|
e. |
Bereken het getal dat op de plaats van het
vraagteken moet staan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Ik heb een
zak met twee munten erin. De ene munt is aan beide kanten rood,
de andere is aan één kant rood en aan de andere kant blauw. Jij mag aselect een munt uit de zak halen en die dan op tafel
gooien. Als er een rode kant boven ligt krijg je 5 euro, bij een blauwe
kant boven krijg je 8 euro.
Bereken hoeveel geld je gemiddeld zult krijgen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
9.
|
Hack-a-Shaq Shaquille O'Neal is een van de beste basketbalspelers
van de Los Angeles Lakers. Shaq, zoals zijn
bijnaam is, is 2.10 lang en weegt 115 kilo. De meeste
schoten die hij neemt zijn van dichtbij de basket, en
omdat hij zo groot is, is het voor andere spelers
moeilijk hem af te stoppen. Hij scoort maar liefst 57,2%
van zijn schoten van dichtbij (dat is veel: de meeste
spelers halen slechts zo'n 45%) Als een speler door een overtreding een schot mist, mag
hij twee vrije worpen nemen. Daarin is Shaq echter niet
zo goed: hij scoort slechts 51,3% van zijn vrije worpen. |
Gewone schoten zijn 2 punten waard, vrije worpen
zijn 1 punt waard. Omdat Shaq niet zo goed in vrije worpen scoort is een strategie
om maar altijd een overtreding te begaan als hij aan de bal is.
Deze strategie heeft de bijnaam "Hack-a-Shaq"
gekregen.
Onderzoek of dat een goede strategie is. Doe dat
door het verwachte aantal punten van Shaq te berekenen met en
zonder overtreding |
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|