|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
Kwadraat afsplitsen. |
|
|
De vergelijking hierboven is een
makkelijke. Zo zie je bijvoorbeeld aan de vergelijking (x
-
2)2 + (y + 3)2 = 16 dat het een
cirkel betreft met middelpunt (2, -3) en straal 4. Maar het wordt
lastiger als je een vergelijking krijgt waarin de haakjes zijn
weggewerkt. Dan zou dat in dit geval worden: x2
+ y2 - 4x + 6y
- 3 = 0. De vraag is:
"Hoe vind je dat middelpunt (2, -3) en die straal 4 uit deze
vergelijking?"
Dat kan met een methode die "Kwadraat Afsplitsen"
(in het Engels "completing the square")
De manier om haakjes
weg te werken in bijvoorbeeld (x - 3)2 ken je
natuurlijk intussen wel, daar zal ik je niet mee vermoeien.
Interessanter is de vraag: "Kan het ook andersom?"; "Kan ik
er weer haakjes inzetten?"; "Kan ik er weer een kwadraat van maken?
Eerst maar eens een lijstje met een aantal zulke kwadraten bekijken: |
|
|
|
(x + 1)2
= x2 + 2x
+ 1
(x + 2)2
= x2 + 4x
+ 4
(x + 3)2
= x2 + 6x
+ 9
(x + 4)2 =
x2 + 8x
+ 16
.... |
|
|
|
In dit lijstje zie je meteen dat
dat blauwe getal het dubbele is van het rode.
Dat komt natuurlijk door de regel (a + b)2 =
a2 + 2ab + b2
Dus andersom: als ik zie staan x2 +
36x
+ 324 dan kan ik snel verzinnen dat dat wel gelijk zal zijn
aan (x + 18)2
En dat klopt, want 182 is precies gelijk aan 324!
En als dat niet zo mooi uitkomt?
Neem bijvoorbeeld x2 +
36x + 10
Dan komt het niet uit, want als je probeert (x +
18)2 dan krijg je x2
+ 36x + 324 zoals we
eerder al zagen.
De oplossing is erg simpel: Als het niet klopt dan máák
je het gewoon kloppend!!!
Dat gaat zó: |
|
x2 + 36x
+ 10
= x2 + 36x + 324 - 324 + 10
= (x2 + 36x + 324) + (-324 + 10)
= (x + 18)2 - 314 |
|
|
|
In die tweede regel heb ik er gewoon +324 en -324 bijgezet.
Omdat ik al wist dat er (x + 18)2 moest komen
natuurlijk!!
N.B.
Als er vóór het kwadraat ook nog een getal staat, dan moet je dat
natuurlijk eerst buiten haakjes zetten.
Bijvoorbeeld: 2x2 + 12x + 10 = 2(x2
+ 6x + 5) = 2(x2 + 6x + 9
- 9 + 5) = 2((x
+ 3)2 - 4) = 2(x + 3)2
- 8
OK we zijn nu klaar om het middelpunt en de straal van een cirkel te
vinden: |
|
|
Voorbeeld: Geef het middelpunt en de straal van de cirkel
x2 + y2 + 4x
- 8y - 20
= 0
Oplossing:
x2 + y2 + 4x
- 8y - 20
= 0
⇒ x2 + 4x + 4
- 4 + y2
- 8y + 16 - 16
- 20 = 0
⇒ (x + 2)2
- 4 + (y
- 4)2 - 16
- 20 = 0
⇒ (x + 2)2 + (y
- 4)2
= 40 dus het middelpunt is (-2, 4) en de straal is
√40
|
|
|
Zo vind je altijd het middelpunt en de straal van de cirkel.
Kan er nog iets misgaan?
Jazeker: het zou kunnen dat de r2 die je vindt
negatief is!
In dat geval bestaat de cirkel dus niet. Wiskundigen spreken in
zo'n geval van een imaginaire cirkel. |
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
1. |
Geef de straal en de coördinaten van het
middelpunt van de volgende cirkels: |
|
|
|
|
|
a. |
x2 + y2
- 6x
- 10y + 12 = 0 |
|
|
|
|
|
b. |
x2 + y2 +
2x - 4y = 20 |
|
|
|
|
|
c. |
3x2 + 3y2
-
9x + 12y = 0 |
|
|
|
|
|
d. |
x2 + y2
- 23
= 4x + 6y |
|
|
|
|
2. |
Voor welke waarden van p
stellen de volgende vergelijkingen cirkels voor? |
|
|
|
|
|
a. |
x2 + y2
- 4x
+ 5y = p |
|
|
|
|
|
|
b. |
x2 + px + y2
- 6y + 30 = 0 |
|
|
|
|
|
|
c. |
3x2 + 6x + py2
- 3y = 0 |
|
|
|
|
|
3. |
Gegeven zijn de twee cirkels
x2 + y2
+ 10x
- 10y
= 50 en x2 + y2
- 8x
+ 14y = p |
|
Bereken algebraďsch voor welke p
deze cirkels elkaar raken. |
|
|
|
|
4. |
De cirkel
c
met middelpunt
M
is gegeven door x2 + y2
- 28x
- 38y = -388
In de figuur zijn punt
P
en cirkel
c
met middelpunt
M
weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De afstand tussen c en P is 7.
De afstand tussen M en P is groter dan de afstand
tussen M en de x-as.
Bereken exact het verschil tussen deze twee
afstanden. |
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|