|
|||||
Het systeem met die kansbomen
lijkt prima te werken natuurlijk, maar het kan gebeuren dat de bomen die
je moet tekenen erg groot worden. Dat geeft praktische problemen. |
|||||
Neem het volgende voorbeeld: Ik liet laatst per ongeluk een aantal punaises op de grond vallen, en daar viel me meteen wat aan op: ze kunnen namelijk op twee manieren neerkomen: |
|||||
Maar die twee mogelijkheden komen
niet even vaak voor. Op de foto zie je bijvoorbeeld dat van de 10
punaises er 2 met de punt omhoog liggen en 8 met de punt omlaag. Ik ging op onderzoek uit en gooide expres 500 punaises op de grond. Natellen leverde dat er 98 met de punt omhoog lagen en 402 met de punt omlaag. Dat doet mij vermoeden dat de kans om met de punt omhoog te belanden gelijk is 0,2 en met de punt omlaag dus 0,8. Laten we aannemen dat die getallen kloppen. Hoe groot is nu de kans dat van de 30 punaises die op de grond vallen er precies 10 met de punt omhoog liggen? De kansboom die daarbij hoort ziet er zσ uit: |
|||||
Dit is maar een klein stukje van
de hele boom. We hebben nog maar 7 van de 30 punaises laten vallen. Het
is veel te veel werk die hele boom te gaan tekenen (de laatste rij
krijgt al 230 streepjes en dat is ongeveer 1 miljard!
Met ιιn streepje per seconde zouden we daarvoor zo'n 34 jaar non-stop
bezig zijn!!!!). Bovendien ook al zou die boom zijn getekend, dan zal
het niet te doen zijn om te kijken welke takken nou precies 10 punaises
met de punt omhoog en 20 met de punt omlaag zouden hebben. Dit vraagt om een andere systematischer aanpak. Die gaat in 5 stappen: |
|||||
STAP 1. Begin een stukje van de kansboom te tekenen. | |||||
|
|||||
STAP 2. Schrijf ιιn gunstige tak op. | |||||
|
|||||
STAP 3. Bereken de kans op deze ene tak. | |||||
|
|||||
STAP 4. Beredeneer hoeveel zulke gunstige takken er zijn. | |||||
|
|||||
STAP 5. Vermenigvuldig de kans op ιιn zo'n tak met het aantal takken. | |||||
|
|||||
Bedenk wel dat deze aanpak alleen
werkt als de boom regelmatig is. Die laatste stap mag namelijk alleen
als de kans op elke gunstige tak gelijk is, en dat is alleen zo bij
regelmatige kansbomen. Dat dit een voorbeeld was MET terugleggen maakt niet uit; ook zonder terugleggen werkt deze aanpak. Kijk maar naar het volgende probleem: |
|||||
|
|||||
Laten we de 5 stappen volgen: | |||||
STAP 1. Hiernaast. W = wel geleerd, N = niet geleerd. Het valt direct al op dat de boom wel regelmatig is, maar de kansen bij de takken variλren nogal! | |||||
STAP 2. gunstig is bijv. NNNNWWWWWW | |||||
STAP 3. de kans daarop is 8/28 7/27 6/26 5/25 20/24 19/23 18/22 17/21 16/20 15/19 Dat is ongeveer 0,0009845 |
|||||
STAP 4. er zijn 10 nCr 4 = 210 zulke takken. | |||||
STAP 5. de kans is dus 210 0,0009845 = 0,2067 | |||||
Maar die laatste stap, dat bij
elkaar optellen van al die 210 gunstige takken, dat mag alleen maar als
de kans op elke gunstige tak hetzelfde is. En er staan bij deze boom wel
allemaal verschillende kansen. Klopt dat wel? Gelukkig wel, en dat zie je als je een paar zulke gunstige takken opschrijft: NNNNWWWWWW heeft kans 8/28 7/27 6/26 5/25 20/24 19/23 18/22 17/21 16/20 15/19 = 0,0009845 NNWNWWWNWW heeft kans 8/28 7/27 20/26 6/25 19/24 18/23 17/22 5/21 16/20 15/19 = 0,0009845 WNWWWWNNWN heeft kans 20/28 8/27 19/26 18/25 17/24 16/23 7/22 6/21 15/20 5/19 = 0,0009845 en ga zo maar door. De kansen blijken inderdaad gelijk, en je zult al wel zien waar dat door komt. De noemers van deze breuken zijn steeds precies hetzelfde (28 27 ... 19) In de tellers staan steeds de getallen 20, 19, 18, 17, 16, 8, 7, 6, 5 met elkaar vermenigvuldigd. Het enige dat verschilt is de volgorde, maar dat maakt voor de uitkomst natuurlijk niet uit. |
|||||
|
|||||
OPGAVEN | |||||
|
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||