©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
 |
Wortelvergelijkingen. |
|
|
|
|
Een vergelijking met wortel(s)
erin los je in drie etappes op: |
|
|
stap 1: ISOLEREN |
stap 2: KWADRATEREN |
stap 3: CONTROLEREN |
|
|
|
Laten we deze drie stappen maar
stuk voor stuk langslopen. |
|
|
STAP 1: ISOLEREN. |

|
|
Dat betekent eigenlijk: "Zet de wortel alleen".
En dat doe je net als bij de balansmethode.
Een voorbeeldje zal een boel duidelijk maken. |
Voorbeeld 1.
Los op: 2 + 4 • √(2x
+ 1) = 14
Eerst van beide kanten 2 aftrekken: 4 • √(2x
+ 1) = 12
Delen door 4: √(2x + 1) =
3 |
|
|
En daarmee is de wortel
geïsoleerd! |
|
|
STAP 2: KWADRATEREN |

|
|
Voorbeeld 2.
Los op: 2√(x
- 3) = 10
Er staan hier maar twee blokjes; aan beide kanten van het = teken
eentje. Kortom, de wortel staat al bijna alleen, alleen de 2 moet
nog weg.
Dat doen we door alle (beide in dit geval) blokjes te delen door 2:
√(x - 3) = 10/2 ⇒ √(x
- 3) = 5.
Met de balansmethode staat er nu dus: |
|
Nu doen we beide schalen in het kwadraat:
|
|
|
|
|
Dus er staat (√(x
- 3))2 = (5)2
|
|
En wat gebeurt er nu aan de linkerkant? De wortel verdwijnt! Daar staat
nu immers één of ander getal (x - 3) waar je eerst de wortel
van neemt, en dat je daarna weer in het kwadraat doet; dan komt x
- 3 zélf er natuurlijk gewoon weer uit. Als je de wortel van bijv.
Ö9
neemt krijg je 3, en als je daarna 3 in het kwadraat neemt komt 9 er
weer uit.
Kortom, er staat gewoon x - 3 = 25 en dat levert al
snel x = 28.
|
|
Voorbeeld 3.
Los op: 6 - √(x
+ 8) = 2x - 14
Deze opgave bestaat uit maar liefst 4 blokjes: |
|
|
 |
|
|
Om de wortel alleen
te zetten brengen we het blokje 6 naar de andere kant:
-√(x +
8) = 2x - 14
- 6 ⇒
-√(x +
8) = 2x - 20
Nu moet het minteken weg, en dat kan door alle blokjes te
vermenigvuldigen met -1: √(x
+ 8) = -2x + 20
Zo. De wortel staat alleen.
Beide kanten van de balans in het kwadraat: |
|
|
 |
|
|
Let goed op dat er
haakjes staan: (√(x
+ 8))2
= (-2x
+ 20)2
Aan de linkerkant valt de wortel weg.
Aan de rechterkant moet je goed uitkijken; er staat eigenlijk (-2x
+ 20) • (-2x + 20) en in de les over haakjes zagen we
dat je in zo'n geval alle blokjes binnen de linkerhaakjes moet
vermenigvuldigen met alle binnen de rechterhaakjes:
(x + 8) = -2x • -2x + -2x
• 20 + 20 • -2x + 20 • 20
⇒ x + 8 = 4x2
- 40x
- 40x + 400
⇒ x + 8 = 4x2
- 80x + 400
Zo, de haakjes zijn weg. Omdat er rechts een
kwadraat staat gaan er nul van maken en dan zal dat straks wel weer de
ABC-formule worden.
⇒ 0 = 4x2
-
80x + 400
- x
- 8
⇒ 0 = 4x2
-
81x + 392
a = 4, b = -81 en c
= 392 levert ons op x = 121/4
of x = 8 |
|
|
STAP 3.
CONTROLEREN. |

|
|
En nu komt het vreemde: alhoewel we
alleen maar legale dingen met onze vergelijking hebben gedaan is het
toch mogelijk dat er foute antwoorden in onze oplossingen zijn geslopen.
Dat heten zogenaamde "Valse Wortels".
Omdat er zulke valse wortels kunnen zijn zit er niets anders op dan onze antwoorden te
controleren |
|
x = 8 invullen bij
voorbeeld 2 geeft 6 - √16 = 2 • 8 -
14 ofwel 2 = 2 en dat klopt!
x = 121/4 invullen
geeft 6 - √25 = 2 • 121/4
- 14 ofwel 1 = 11 |
|
|
AHA! Betrapt!!
Die 121/4 is zo'n Valse
Wortel en klopt niet. De enige oplossing is dus x = 8.
Als je graag beter wilt weten waar die Valse Wortels nou precies
vandaan komen, dan moet je de verdieping hiernaast maar lezen. |

|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Los op: |
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
x = √(x + 4) |
|
f. |
8√x - x
= 15 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
8 - 2√(x)
= x - 7 |
|
g. |
√(13 - x) = x
- 7 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
c. |
-3√(4x + 2) = -20 |
|
h. |
6x + 1 = 2√x
+ x + 4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
d. |
x + 2 = 22 + √x |
|
i. |
x - √x
= 42 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
e. |
√(12 - 4x) + x
= 4 |
|
j. |
√(√x + 5) = 7 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Door stijging van de
gemiddelde temperatuur op aarde worden gletsjers steeds kleiner.
Het ijs verdwijnt van plaatsen die eeuwenlang door de gletsjer
waren bedekt. Waar het ijs is verdwenen ontstaan vaak
korstmossen. Met behulp van deze mossen is het vaak mogelijk bij
benadering het jaartal te bepalen waarop het ijs verdwenen is.
De mosgroei treedt min of meer cirkelvormig op en er is een
duidelijk verband tussen de diameter van het mos en de leeftijd.
Hoe groter de diameter van het mos, hoe ouder het mos is, en dus
hoe langer het geleden is dat die plaats nog door een gletsjer
was bedekt.
|
|
Een formule die het verband tussen het aantal jaren (T) dat een
plaats ijsvrij is en de diameter (D in mm) van het korstmos op die
plaats beschrijft is D = 6,9 • √(T
- 12)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Welke invloed
heeft het getal 12 op de grafiek van D? |
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch wanneer de
diameter 60 mm zal zijn. Rond je antwoord af op
twee decimalen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Volgens een ander model begint
de diameter van het korstmos te groeien 8
jaar nadat het ijs verdwenen is, en zal de diameter 20 jaar nadat het
ijs is verdwenen gelijk zijn aan 16 mm. |
|
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel procent is het
korstmos volgens het eerste model op dat moment (T = 20) dikker
dan volgens dit tweede model? |
|
|
|
|
|
|
|
|
d. |
Stel een formule op voor
de dikte van het korstmos volgens het tweede model en bereken
vervolgens wanneer het korstmos volgens beide modellen dezelfde
dikte zal hebben |
|
|
|
|
|
|
|
3. |
In de figuur hiernaast zijn de
grafieken getekend van de functies
f (x) = √(20 - 4x)
en g(x) = x -
3 |
 |
|
|
|
|
|
a. |
Los op f(x)
≤
g(x). Rond de getallen in je antwoord die niet geheel zijn
af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
De verticale lijn x = a
snijdt de grafiek van f in punt S en de grafiek van g
in punt T; S ligt boven T. |
|
|
|
|
|
Onderzoek voor welke waarde van a
de lengte van ST gelijk is aan 2,5. Geef je antwoord in twee decimalen
nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|