|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
|
|
1. |
De
vestigingsleider van een filiaal van snoepwinkel JAMIN heeft zojuist een
enorme container met 105000 bonbons binnengekregen.
Hij moet deze bonbons nog
verdelen over de verschillende soorten cadeauverpakkingen. JAMIN
verkoopt 3 soorten bonbondozen: Een doos "Très Chique"
bevat 15 bonbons en er zijn
het afgelopen jaar 1064 dozen van verkocht. Een doos
"Magnifique" bevat 24 bonbons en daarvan zijn
het afgelopen jaar 1159 dozen verkocht. Tenslotte bevat een doos
"Epicure" maar liefst 30 bonbons, maar die is nogal duur dus
daarvan zijn het afgelopen jaar slechts 484 dozen verkocht.
Eerst neemt hij zich voor de bonbons te verdelen over de
doossoorten volgens de verhouding van de verkoopaantallen van het
afgelopen jaar. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken (in hele bonbons) hoeveel bonbons er dan voor iedere
doossoort beschikbaar zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
Later
bedenkt hij zich dat het misschien beter is in totaal zoveel mogelijk
dozen te vullen. Maar wel moet aan een aantal eisen worden voldaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
Er moeten minstens 1200 dozen Très Chique en
Magnifique komen
Er moeten minstens 400 dozen Epicure komen
Er moeten niet meer bonbons in
Très Chique komen dan in Magnifique.
Het totale aantal bonbons in Très Chique wordt niet meer dan
drie keer het aantal bonbons in Epicure |
|
|
|
|
|
|
|
Stel
het aantal bonbons dat beschikbaar komt voor de dozen Très Chique,
Magnifique achtereenvolgens T en M
Uit de bovengenoemde eisen volgen (behalve dat de aantallen
bonbons positief moeten zijn) vijf beperkende voorwaarden in T en M. |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Stel deze vijf
voorwaarden op en teken in een rechthoekig assenstelsel OTR het gebied
waarin aan deze voorwaarden wordt voldaan. |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken hoeveel
bonbons er per doossoort beschikbaar komen als er in totaal zoveel
mogelijk dozen worden gevuld. |
|
|
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk.
CSC (Chicago
Steel Corporation) is een onderneming die onder andere graafmachines en
tractoren maakt. CSC heeft zelf ovens voor de aanmaak van de stalen
platen waaruit de diverse onderdelen worden geperst.
Voor de vervaardiging van de stalen platen wordt ijzererts van drie
verschillende delfplaatsen I, II en II gemengd. Voor een goede kwaliteit
van het mengsel moeten de basiselementen A, B en C in voldoende mate
aanwezig zijn. Deze drie elementen komen in het erts van elke delfplaats
in verschillende hoeveelheden voor.
In de tabel hieronder kan worden afgelezen:
·
Het aantal kilogrammen van elk basiselement per
ton ijzererts van elke delfplaats
·
Het minimale aantal kilogrammen van elk
basiselement dat nodig is per ton
mengsel.
·
De inkoopkosten per ton ijzererts van elke
delfplaats. |
|
|
|
|
|
|
|
|
aantal kilogrammen
per ton ijzererts uit: |
minimale aantal kg
per ton ijzererts |
I |
II |
III |
|
A |
180 |
300 |
150 |
200 |
B |
20 |
6 |
16 |
10 |
C |
90 |
50 |
40 |
60 |
inkoopkosten
per ton ijzererts |
$800 |
$400 |
$600 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CSC
heeft 54 ton mengsel nodig. Neem aan dat uit
I, II achtereenvolgens x, y ton erts wordt
ingekocht. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Om voldoende van
het basiselement A in het mengsel te hebben moet gelden:
x + 5y ≥
90. Toon dit aan |
|
|
|
|
|
|
|
CSC
wil de 54 ton mengsel van goede kwaliteit tegen minimale inkoopkosten
krijgen. |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Stel de andere
beperkende voorwaarden op en bereken in één decimaal nauwkeurig
hoeveel ton erts van elke delfplaats dan ingekocht moet worden. |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Onderzoek of een
prijsverlaging van het erts uit III van $600 naar $500 voor CSC reden
kan zijn om de mengverhouding te wijzigen. |
|
|
|
|
|
|
3. |
De leerlingenvereniging Advendo
besluit op de jaarlijkse slotavond om cocktail te gaan verkopen.
Als voorbereiding mengt de feestcommissie alvast precies 10
liter van de cocktail "Hawai Tropicana". Deze cocktail bestaat
uit een mengsel van drie basisdranken, namelijk Rum (30%
alcohol) en Bananenlikeur (10% alcohol) en Jus d´Orange (geen
alcohol). De Hawai Tropicana moet aan de volgende voorwaarden
voldoen: |
|
• |
Er zit minstens 15% alcohol in |
|
• |
De hoeveelheid Rum mag niet meer
zijn dan het dubbele van de hoeveelheid likeur. |
|
Verder is er slechts zes liter Rum
beschikbaar |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel restricties op en teken het
toelaatbare gebied. Kies als variabelen de hoeveelheid Rum en de
hoeveelheid likeur. |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Wat is het hoogste alcoholpercentage
dat haalbaar is? |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
De kosten per liter zijn: Rum
€15,- en Likeur
€8,- en Jus d'Orange
€2,-
Hoe kan men het goedkoopst 10 liter cocktail maken, en hoeveel
alcohol bevat het resultaat dan? |
|
|
|
|
|
|
|
d. |
Hoe verandert het toelaatbare gebied
als men precies evenveel Likeur als Jus d'Orange gebruikt? |
|
|
|
|
|
|
4. |
De leerlingenvereniging Advendo besluit op de
feestelijke slotavond zoutjes te gaan verkopen. De penningmeester gaat
inkopen doen, en hij gaat in totaal €800,- besteden.
Hij koopt drie soorten zoutjes, namelijk borrelnootjes (€2,50 per zak)
en paprikachips (€1,- per zak) en chipito's (€ 1,50 per zak)
Neem voor het gemak voor de rest van deze opgaven aan dat het aantal
gekochte zakken niet geheel hoeft te zijn. De penningmeester
besluit verder om niet meer geld aan borrelnootjes dan aan paprikachips
uit te gaan geven en hij wil minstens 30 zakken borrelnootjes
kopen en van borrelnootjes plus paprikachips samen hoogstens 400 zakken. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel
de benodigde restricties op en teken het toelaatbare gebied. Neem als
variabelen het aantal zakken borrelnootjes (B) en het aantal
zakken Chipito's (C). |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Wat
is het maximaal mogelijk aantal zakken dat hij kan kopen? |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
In
een zak borrelnootjes zit 400 gram, en een zak paprikachips zit 300 gram
en in een zak chipito's zit 200 gram. Wat is het grootst aantal kilo's
dat gekocht kan worden? Teken de niveaulijn van 150 kg.. |
|
|
|
|
|
|
|
d. |
Onderzoek of het onder deze
omstandigheden mogelijk is dan de penningmeester precies evenveel geld aan chipito's als
aan borrelnootjes uitgeeft. Geef dat aan in het toelaatbare
gebied. |
|
|
|
|
|
|
5. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 1985. |
|
|
|
|
|
|
|
Een pensioenfonds gaat een bedrag ter
waarde van 30 miljoen gulden beleggen in aandelen, obligaties en
onroerend goed. De regels die in acht worden genomen zijn: |
|
• |
er moet ten minste 3 miljoen
gulden in elk van de drie bovengenoemde categorieën worden belegd. |
|
• |
ten minste de helft van het
totale bedrag moet worden geïnvesteerd in aandelen en obligaties. |
|
• |
het bedrag dat voor aandelen
wordt besteed mag niet het dubbele van het bedrag aan obligaties
overschrijden. |
|
|
|
|
|
|
|
De verwachte jaarlijkse
opbrengst van aandelen is 8% van het hierin geïnvesteerde bedrag;
voor obligaties en onroerend goed zijn deze percentages
achtereenvolgens 7% en 9%. Noem de bedragen in miljoenen guldens
die worden belegd in aandelen en obligaties achtereenvolgens x
en y. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Druk de verwachte totale
jaarlijkse opbrengst op aandelen, obligaties en onroerend goed uit
in x en y |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Aan welke voorwaarden moeten
x en y voldoen op grond van bovenstaande regels? |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Teken in een rechthoekig
assenstelsel Oxy het gebied dat overeenkomt met de in b)
gestelde voorwaarden. |
|
|
|
|
|
|
|
d. |
Bij welke
verdeling van het bedrag van 30 miljoen over aandelen, obligaties en
onroerend goed is de verwachte opbrengst van het fonds maximaal?
Bereken de maximale opbrengst. |
|
|
|
|
|
|
|
e. |
Bij een
verandering van de opbrengstpercentages kan een andere verdeling van het te
beleggen bedrag optimaal zijn, dat wil zeggen een maximale opbrengst
geven.
De jaarlijkse opbrengst van aandelen kan veranderen.
Stel dat de jaarlijkse opbrengst van aandelen p% is van het
hierin geïnvesteerde bedrag. De jaarlijkse opbrengst van obligaties
en onroerend goed blijft onveranderd.
Bereken p in het geval dat er meer dan één optimale verdeling
van het te beleggen bedrag mogelijk is.
Bereken voor de gevonden waarde van p de maximale opbrengst. |
|
|
|
|
|
|
6. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 1987.
Een boer heeft 22 ha bouwland. Het komend jaar zullen
hierop aardappelen, erwten en graan geteeld worden. De te verwachten
opbrengst is 60 ton aardappelen per ha, 40 ton erwten per ha en 50 ton
graan per ha.
De te verwachten winst per ton is voor aardappelen f 70,- , voor
erwten f 75,- en voor graan f 90,-. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
De boer wil 6,5 ha
voor aardappelteelt bestemmen, 7,1 ha voor erwtenteelt en 8,4 ha voor
graanbouw. Bereken de winst die in totaal te verwachten is. |
|
|
|
|
|
|
|
De oogsttijden voor de diverse
gewassen vallen na elkaar. Elk gewas moet in een periode van 5 dagen
geoogst worden, waarbij 8 uren per dag wordt gewerkt. Hierbij gelden de
volgende voorwaarden: |
|
|
|
|
|
|
|
gewas |
oogst-
periode |
benodigd aantal
arbeidsuren per ha |
beschikbaar aantal
oogsters |
graan
erwten
aardappelen |
I
II
III |
10
15
12 |
3
2
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Is de keuze die de
boer in opgave a) gedaan heeft onder deze voorwaarden uitvoerbaar? Licht
het antwoord toe. |
|
|
|
|
|
|
|
Stel dat x ha voor
aardappelteelt bestemd wordt, en y ha voor erwtenteelt, terwijl
de rest van het land wordt gebruikt voor graanbouw. |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Geef de beperkende
voorwaarden voor x en y. Teken in een rechthoekig
assenstelsel Oxy het gebied waarin aan de gestelde voorwaarden
wordt voldaan. |
|
|
|
|
|
|
|
d. |
Bij welke waarden van x
en y is de te verwachten winst maximaal? Bereken deze te
verwachten winst. |
|
|
|
|
|
|
|
e. |
In welke periode
hebben de oogsters in de situatie van onderdeel d) nog arbeidsuren over
voor andere activiteiten? Bereken dit aantal arbeidsuren. |
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |