1. |
Los algebraïsch op: |
|
|
|
|
|
a. |
1 + 4logx = 31/2
- 2 • 4log(2x) |
|
d. |
1/2
• 3logx = 3logx
- 3log5 |
|
|
b. |
0,5logx = 2 - 3 • 4logx |
|
e. |
2 • logx = 1 + log(x + 20) |
|
|
c. |
0,2log(x2 - x)
= 5log(1/x) |
|
f. |
7logx = 1 + 49log(x
- 10) |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Los algebraïsch op: |
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
2 + 3log(6 - x)
≤ 5 |
|
d. |
2log(x - 4)
≥ 2log(20 -
2x) |
|
|
b. |
5 - 2logx > 4 |
|
e. |
4 + 2 • 0,5log(5 - x) > 0 |
|
|
c. |
0,5log(2x - 4)
- 2 > 0 |
|
f. |
2log(x - 4)
≤ 5 + 0,5logx |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De schaal van Richter
Om de kracht (de magnitude) van aardbevingen aan
te geven wordt de schaal van Richter gebruikt. Richter
definieerde een aardbeving met magnitude 3 als een aardbeving
die op een Wood-Anderson seismograaf een uitwijking van 1 mm
opwekt op een afstand van 100 km. Verder geeft elke toename van
1 magnitude een 10 keer zo grote uitwijking (op 100 km afstand).
De formule M = 3 + log(u) past bij deze schaal.
(M in magnitude, u in mm op 100 km afstand) |
|
|
|
|
|
a. |
Leg duidelijk uit waarom de formule
inderdaad klopt met de gegevens erboven. |
|
|
|
|
|
b. |
Welke uitwijking heeft een
aardbeving die een magnitude van 2,4 mm geeft? Geef een algebraïsche
berekening. |
|
|
|
|
|
De band Rage Against
The Machine heeft op Pinkpop 1994 door middel
van hun muziek zoveel mensen aangespoord om te springen
en stampen dat het een lichte aardbeving (1,0 op de
Schaal van Richter) veroorzaakte. Hetzelfde gebeurde op
Pinkpop 1998 tijdens een optreden van Primus.
Toen werd er 1,2 op de schaal van Richter gemeten en
hiermee werd het record van Rage Against The Machine
overgenomen. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel keer zo groot zal
de uitwijking op een seismograaf op 100 km afstand zijn
bij dit nieuwe record vergeleken met het eerdere record? |
|
|
|
|
|
Proefondervindelijk heeft men
berekend dat iedere toename met één magnitude-eenheid
overeenkomt met een 30-voudige verhoging van de vrijgekomen
energie die in de vorm van seismische trillingen optreedt. De
hoeveelheid energie die vrijkomt bij een beving van magnitude 7
is dus 900 maal (30 x 30) zo groot als die welke vrijkomt bij
een beving van magnitude 5.
Bij een magnitude van 1 hoort een energie van ongeveer 990000 J
(eenheid Joule). |
|
|
|
|
|
d. |
Geef een formule voor de vrijkomende
energie E als functie van de magnitude M. |
|
|
|
|
|
De energie die bijvoorbeeld vrijkomt
wanneer een massa van 1 ton vanaf 100 meter hoogte op de grond
valt is te vergelijken met de sterkte van een beving met
magnitude 1. |
|
|
|
|
|
e. |
Twee zulke massa's van 1 ton zullen
vanaf 100 meter hoogte ook twee keer zoveel energie opleveren.
Welke uitwijking zal dat geven op een seismograaf op 100 km
afstand? |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Biologen gebruiken voor het aantal
diersoorten (n) in een gebied met oppervlakte A de
formule n = k • logA
Daarin is k een constante.
In een bos van 400 km2 leven ongeveer 3500
diersoorten.
Een deel van het bos wordt gekapt, en daardoor leven er na
afloop nog maar 2800 soorten. Hoeveel procent van het bos is dan
gekapt? |
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Ontzouting ("desalinatie") is een
proces om van zout water zoet water te maken. De hoeveelheid
zoet water (Z in m3) die in een bepaalde tijd t
(in uren) na opstarten kan worden geproduceerd door een
ontzoutingsinstallatie voldoet aan: Z(t) =
1 + 1,14log(pt + 0,88).
Daarin is p een constante, afhankelijk van de
installatie. |
|
|
|
|
|
a. |
Leg uit hoe je de constante 0,88
zelf zou kunnen berekenen. |
|
|
|
|
|
b. |
Een bepaalde installatie produceert
in 2 uur 17 m3 zoet water. Hoe
lang zal deze installatie erover doen om in één keer 25 m2
zoet water te produceren? |
|
|
|
|
|
Als men de installatie stil legt en
de filters en pompen schoonmaakt (dat kost 3 uur) kan men daarna
opnieuw opstarten.
Een bepaalde installatie heeft p = 4. |
|
|
|
|
|
c. |
Deze installatie moet 50 m3
zoet water produceren. Dat kan men doen door in één keer door te
werken, maar ook door na elke 3 uur draaien de installatie
schoon te maken.
Hoeveel tijdwinst geeft deze tweede methode uiteindelijk? |
|
|
|
|
. |
d. |
Als men de installatie (met p
= 4) 12 uur laat draaien en men maakt ergens tussendoor 3
uur schoon, hoeveel zoet water kan men dan maximaal in deze 15
uur produceren? |
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Het verband tussen de leeftijd L van een bacteriekolonie (in
dagen) en de oppervlakte A (in cm2) wordt gegeven
door:
L(A) = 1,5log(50A -
24) |
|
|
|
|
|
|
a. |
Voor welke oppervlaktes geldt deze
formule? |
|
|
|
|
|
b. |
Een bacteriekolonie
heeft oppervlakte 8 cm2. Bereken de leeftijd in
maanden nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken algebraïsch de oppervlakte
van een 10 dagen oude bacteriekolonie. |
|
|
|
|
|
|
d. |
Hiernaast zie je de grafiek van
L(A). Met de vorm van de grafiek kun je beredeneren of een
kolonie steeds sneller gaat groeien of juist steeds langzamer.
Leg duidelijk uit welk van beiden het geval is. |
|
|
|
|
|
7. |
Gegeven is de functie:
f(x) = 3log(x + 4)
- 1/3 log(5
- x) |
|
|
|
|
|
|
a. |
Voor welke waarden van x
bestaat f(x)? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Los op: f(x)
= 3log8 |
|
|
|
|
|
|
c. |
Voor welke waarde van a heeft
de vergelijking f(x) =
3loga precies één oplossing? |
|
|
|
|
|
8. |
Gegeven is de functie:
f(x) = √(xlog4
+ 4logx - 2) |
|
|
|
|
|
|
a. |
Voor welke waarden van x
bestaat deze functie? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat voor x > 4
geldt: |
|
|
|
9. |
Examenvraagstuk HAVO Wiskunde B,
2004. De snelwegen in Nederland zijn
voornamelijk asfaltbetonwegen.
De meest voorkomende zijn de dichte asfaltbetonwegen (DAB-wegen) en de
zeer open asfaltbetonwegen (ZOAB-wegen).
Voor zulke wegen is een verband op te stellen tussen de snelheid v van het verkeer en het
geluidsniveau D van het verkeer.Hierbij is v in km/uur en D in dB (decibel)
Voor ZOAB-wegen geldt bij
benadering de volgende formule: D = 28 • log(v) + 16
Een geluidsniveau
van 20 dB of lager kun je niet meer horen. Een geluidswal vermindert het
geluidsniveau met ongeveer 43 dB. Aan de ene kant van de geluidswal loopt
een ZOAB-weg en aan de andere kant wonen mensen. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken bij welke snelheid de
bewoners achter de geluidswal iets van het verkeer beginnen te horen.
Geef je antwoord in gehele kilometers per uur. |
|
|
|
|
|
|
Voor DAB-wegen
geldt voor het verband tussen v en D bij benadering de formule: D = 36•log(v) + 4 |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch bij welke snelheden van
het verkeer het geluidsniveau op een ZOAB-weg meer dan 3 dB lager is dan
op een DAB-weg. |
|
|
|
|
|
|
Een auto wordt op
een ZOAB-weg ingehaald door een auto van het zelfde type, die twee keer zo
snel rijdt. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Onderzoek algebraïsch het verschil van de geluidsniveaus
van beide auto's. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Examenvraagstuk VWO Wiskunde A, 2005. |
|
|
|
In de jaren vijftig deed de Amerikaan D.L. Gerlough onderzoek
naar de voetgangersveiligheid van wegen. Als er veel verkeer
overeen weg gaat, is er voor voetgangers weinig
gelegenheid om veilig over te steken.
Daarom stelde Gerlough de zogenaamde 'veilige norm' op. Een weg voldoet
aan deze veilige norm wanneer er zich gemiddeld elke minuut een
gelegenheid voordoet om veilig over te steken. Dat lukt alleen als het
aantal auto's dat per uur passeert onder een maximum blijft. Dit maximum
geven we hier aan met Nmax en is afhankelijk van
de breedte van de weg. Bij een brede weg duurt het oversteken langer dan
bij een smalle weg. Voor wegen die voldoen aan de veilige norm betekent
dit dat er bij een brede weg per uur minder auto's mogen passeren dan bij
een smalle weg. Gerlough kwam tot de volgende formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In deze formule is B de breedte van de weg in meters.
Vanzelfsprekend is deze formule een model van de werkelijkheid. Met
behulp van dit model kunnen we enig inzicht krijgen in de veiligheid bij
de aanleg van wegen.
Een weg is 5,40 meter breed. Tijdens de spits passeren 1740 auto's
per uur. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Voldoet deze weg aan de veilige norm? Licht
je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
|
De formule van Gerlough heeft alleen
betekenis als Nmax positief is. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken voor welke waarden van B dit
het geval is. Geef je antwoord in centimeters nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
|
Een weg waarover volgens de
veilige norm per uur maximaal 1648 auto's mogen passeren, wordt 0,50 meter
smaller gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat het maximum aantal auto's dat
per uur mag passeren groter wordt. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken hoeveel auto´s er per uur méér
mogen passeren in de nieuwe situatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |