1. |
Druk x uit in y: |
|
|
|
|
|
a. |
y = 2 + log(x - 1) |
|
|
b. |
y = 1 - 2 • 3x+4 |
|
|
c. |
y = 4 • log(1/2x)
- 1 |
|
|
|
|
|
2. |
Geert en Cobi zijn twee erg
regelmatige en erg gezellige wijndrinkers. Eind 2005 weet Geert
nog snel belastingvrij twee vaten wijn met elk 500 liter op de
kop te tikken. Zo hebben ze elk hun eigen vat.
Hij de Médoc, zij de Bordeaux.
Geert begint het nieuwe jaar direct aan zijn vat. Hij houdt van
regelmaat en drinkt elke dag 0,8 liter op.
Cobi heeft zich weer eens voorgenomen te stoppen met alcohol. Ze
houdt het inderdaad een hele tijd vol, maar na precies 100 dagen
in het nieuwe jaar wordt het haar teveel. Op dag 101 breekt ze
ook haar vat aan. Om toch wat te minderen heeft ze een slim
plannetje bedacht: ze drinkt elke dag 0,5% van de hoeveelheid
die in het vat zit. Die hoeveelheid neemt langzaam af, dus ook
de hoeveelheid die ze drinkt. Slim hé?
Noem de hoeveelheid in de vaten van Geert en Cobi
respectievelijk G(t) en C(t)
De volgende formule blijkt te gelden: C(t) = 825,4 •
0,995t waarbij t het eind van de dag
voorstelt. |
|
|
|
|
|
a. |
Leid deze formule zelf af. |
|
|
|
|
|
Volgens de richtlijnen van de AA is
iemand alcoholist als zij meer dan 0,8 liter per dag drinkt. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch hoe lang Cobi
volgens deze normen alcoholist zal zijn. |
|
|
|
|
|
c. |
Bepaal op welke dag de vaten van
Geert en Cobi even vol zullen zijn. |
|
|
|
|
|
d. |
Cobi wil graag direct weten wanneer
er nog een bepaalde hoeveelheid wijn in haar vat zit. Daartoe
ontwikkelt zij de formule: t = 1340 -
460 • log(C)
Bereken de beide constanten in deze formule in twee
decimalen. |
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Vanaf het moment dat
wij geboren worden sterven er bij ons hersencellen af. In het
begin nog haast niet, maar het worden er meer en meer. Voor
iemand in HAVO 5 zijn er al heel wat hersencellen afgestorven.
Een bioloog heeft de volgende formule opgesteld waarmee volgens
hem de relatie tussen het aantal afgestorven hersencellen (H) en
de leeftijd (L) redelijk goed wordt weergegeven:
log(H) = -0,5 + 3 • log(L)Hij maakt de grafiek
hiernaast, waarbij hij log(H) op de y-as uitzet tegen
log(L) op de x-as. Het punt P betekent bijvoorbeeld dat
er bij een kind van ongeveer 3 jaar ongeveer 10 hersencellen
zijn afgestorven |
|
|
|
|
|
|
a. |
Leg duidelijk uit waarom dat zo is. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bij mij zijn er ongeveer 22000
cellen afgestorven. Bereken algebraïsch mijn leeftijd. |
|
|
|
|
|
c. |
De formule hierboven is ook te
schrijven als H ≈ 0,32 • L3
Bewijs dat, en bereken met deze formule wanneer iemand
ongeveer 600 hersencellen per jaar verliest. |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenvraagstuk
(gewijzigd).
Wijken in een stad die dichter bij het centrum liggen zijn
dichter bevolkt dan wijken verder van het centrum af. In 1950
begon men een onderzoek naar het verband tussen de
bevolkingsdichtheid in een stad en de afstand tot het
stadscentrum. De bevolkingsdichtheid D in een punt P is het
aantal inwoners in een cirkelvormig gebied rond P met een
oppervlakte van 1 km2. In de figuur hiernaast zie je
een grafiek die voor een bepaalde stad het verband tussen de
afstand x tot het stadscentrum (in km) en de
bevolkingsdichtheid D weergeeft. Uit deze grafiek kun je aflezen
dat op een afstand van 4 km van het stadscentrum de
bevolkingsdichtheid gelijk is aan 10000 inwoners per km2
.
Bij de getekende grafiek hoort de formule D =
a • 2-bx .
Hierin zijn a en b constanten. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken met behulp van de figuur de
waarden van a en b. Rond in je antwoord gevonden
waarden die niet geheel zijn af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
Voor een andere stad heeft men het
volgende lineaire verband tussen 3log(D) en x
gevonden: 3logD = 9 - 0,2x |
|
|
|
|
|
b. |
Toon algebraïsch aan dat bij
benadering geldt: D = 19700 • 0,8x |
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel meter moet je vanuit het
centrum van een stad weglopen om de bevolkingsdichtheid te laten
halveren? Geef een exacte berekening met behulp van de formule
in vraag b) |
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De antropoloog
Ehrenberg stelde een verband vast tussen de lengte (h in
m) en het gewicht (w in kg) van kinderen tussen 5
en 13 jaar. Hij vond: log w = 0,8h + 0,4
Deze relatie blijkt alom te gelden, onafhankelijk van de sociale
klasse of het ras van een kind. De WHO (World Health
Organisation) gebruikt deze relatie om ondervoeding bij kinderen
vast te stellen. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken algebraïsch het normale
gewicht van een kind van 124 cm lang. |
|
|
|
|
|
b. |
Deze relatie is te schrijven als w =
a • gh
Toon dat aan, en bereken a en g. |
|
|
|
|
|
Ehrenberg zelf
presenteerde zijn relatie als log w = 0,8h + 0,4
± 0,04, waarmee hij aangaf binnen welke grenzen een kind
als normaal gezien kon worden. Een bepaald kind heeft een
lengte van 154 cm en een gewicht van 35 kg. Dat is te licht. Het
wordt daarom als ondervoed beschouwd. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoe zou het gewicht van het kind
moeten veranderen om binnen de normale grenzen te komen? |
|
|
|
|
|
d. |
Het kan echter ook zijn dat de
lengte verkeerd is gemeten! Hoe zou de lengte moeten veranderen
om met dit gewicht binnen de normale grenzen te komen? |
|
|
|
|
|
e. |
Hoe zou je de
± 0,04 in de constanten in de formule van vraag b
kunnen opnemen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
In de 18e
eeuw al
vonden de astronomen Titius en Bode een verband tussen het
nummer (n) van een planeet en de afstand tot de zon
(R). Daarvoor moet de afstand R worden gemeten in A.E. (zgn.
astronomische eenheden, met 1A.E. = afstand aarde-zon = 150
miljoen km).
Dat verband was: R(n) = 0,4 + 0,3 • 2n |
|
|
|
|
|
a. |
Saturnus heeft afstand
1490 miljoen kilometer tot de zon. Welk nummer hoort bij
Saturnus? |
|
|
|
|
|
b. |
De volgende formule geeft je het
nummer van een planeet als zijn afstand (in A.E.) bekend is:
n(R) = 1,7 + 3,3log(R - 0,4)
De getallen 1,7 en 3,3 daarin zijn afgeronde getallen.
Bereken deze getallen in drie cijfers achter de komma. |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Voor de
filmgevoeligheid van een filmrolletje zijn er twee verschillende
schalen in omloop.
ASA (American Standard Association) en DIN (Deutsches
Institut für Normung) berusten op de kleinste hoeveelheid licht
die nog een afdruk op de fotografische film doet ontstaan.
Om de schalen in elkaar om te rekenen kun je de volgende formule
gebruiken:
DIN = 15 + 3 • 2log(ASA/25) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat deze formule ook te
schrijven is als DIN = p • logASA + q |
|
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat deze formule ook te
schrijven is als ASA = a • 2b • DIN |
|
|
|
|
|
c. |
Leg met beide formules (van vraag a)
en van vraag b)) uit hoeveel groter DIN wordt als ASA
verdubbelt. |
|
|
|
|
8. |
Boerenkool smaakt
lekkerder als er "een nacht vorst overheen is geweest". Daarom
stop ik gekochte boerenkool altijd direct in mijn vriezer. Voor
de temperatuur van de boerenkool in de vriezer geldt: T(t)
= 35 • 2-0,5t - 16.
Daarin is t de tijd in uren met t = 0 het moment
dat ik de boerenkool in de vrieskist stop. |
|
|
|
|
|
a. |
Op welke temperatuur is de
vrieskist ingesteld? En welke temperatuur heeft de boerenkool op t
= 0? |
|
|
|
|
|
b. |
Na hoeveel minuten is de
temperatuur 4 ºC? |
|
|
|
|
|
c. |
De formule is te herleiden
tot t = a • 2log(bT + c) .
Bereken a, b en c. |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Hiernaast zie je drie
groeicurves voor meisjes tussen 1 en 12 maanden oud. De rode
grafiek is het gemiddelde, onder de groene grafiek ligt 5% van
de meisjes, en boven de blauwe ligt ook 5%
Bij de rode grafiek hoort de vergelijking:
G = 6,52•log(t + 1,82) + 1,56
Deze vergelijking is ook te schrijven als: G = 6,52 • log(at
+ b) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan en bereken a en b. |
|
|
|
|
Bij de blauwe grafiek
hoort de vergelijking: G = 7,82 • log(t + 1,82) + 1,87 |
|
Deze vergelijking is
ook te schrijven als t = a • bG
+ c |
|
|
|
|
|
b. |
Toon dat aan en bereken a en b en
c. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
examenvraagstuk HAVO
Wiskunde B, 1989. |
|
|
|
|
|
Van een diersoort in een bepaald gebied
wordt het aantal N afhankelijk van de tijd t bekeken. Er
blijkt dat log N lineair afhangt van log t volgens de
formule: logN = 3 + 0,75 • logt voor t
≥ 1
N kan geschreven worden in de vorm N = a • tb
. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken a en b. |
|
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat er sprake is
van afnemende groei. |
|
|
|
|
|
|
|
|