|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In veel groeperingen (Verenigde Naties, EU) zijn de deelnemers niet even groot of niet even belangrijk. Dat betekent dat het bij stemmingen niet eerlijk zou zijn om elke stem even zwaar te laten tellen. De grotere deelnemers vertegenwoordigen meer mensen en zouden dus ook meer stemmen moeten krijgen dan de kleinere. Maar hoeveel meer? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerst even iets over de notatie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het
stemsysteem (55
⇒
20, 40, 15, 25) betekent: Er zijn voor een meerderheid 55 stemmen nodig, en de kandidaten A, B, C en D hebben achtereenvolgens 20, 40, 15, en 25 stemmen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Methode 1: De Banzhaf-Index. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Amerikaanse jurist John Banzhaf ontwikkelde in 1965
ideeën over hoe je de macht van een lid bij een bepaald stemsysteem in
een getal zou kunnen uitdrukken.. Dat getal heet de Banzhaf-index, en de berekening ervan gaat als volgt: |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neem als voorbeeld
het stemsysteem voor drie partijen: (51
⇒ 45, 45, 10). Dan zijn er voor het VOOR/TEGEN stemmen van deze drie kandidaten in totaal 8 (juist: 23) mogelijkheden. Die staan in de volgende tabel. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Je ziet dat elke
partij vier keer een doorslaggevende stem heeft. Dat betekent dat de
Banzhaf-index voor elk van deze drie partijen gelijk is aan 4. De
machtsverhoudingen zijn 4-4-4 (of 1-1-1 dat is natuurlijk
hetzelfde; het gaat om de verhoudingen). Alhoewel C veel minder stemmen heeft, heeft toch iedereen
evenveel macht. Nou valt dit nog redelijk uit te schrijven. Maar met meer partijen loopt de zaak al gauw uit de hand, en zullen we handige telmethodes moeten gebruiken om de Banzhaf-index te berekenen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld
1. Neem het stemsysteem: (40 ⇒ 10, 10, 10, 15, 15, 15) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nu zouden er 26
= 64 mogelijke stemvolgorden zijn. Dat wordt iets te veel werk om uit te
schrijven. Dus gaan we de zaak wat systematischer bekijken. Wanneer is de mening van iemand met 10 stemmen (een "10-persoon") doorslaggevend? Dat kan op twee manieren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | Het voorstel wordt
aangenomen met 40-49 stemmen, en deze 10-persoon stemde VOOR. Immers dan wordt het aantal voorstemmers als deze persoon van mening verandert minder dan 40, en wordt het voorstel verworpen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Het voorstel wordt
verworpen met 30-39 stemmen VOOR, en deze persoon stemde TEGEN. Immers dan wordt het aantal voorstemmers als deze persoon van mening verandert minstens 40, en wordt het voorstel aangenomen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40-49 stemmen VOOR
kan als volgt: 10-10-10-15, en dat zijn 3 manieren (de
15-persoon kan op 3 manieren gekozen worden) en
10-15-15 en dat zijn ook 3 manieren. Bedenk dat
15-15-15 geen mogelijkheid is, want de 10-persoon zelf moest ook VOOR
stemmen. 30-39 stemmen VOOR kan als 10-15-10 (3 manieren) en als 15-15 (3 manieren). Bedenk dat 10-10-10 niet kan, want deze persoon zelf moest TEGEN stemmen. Daarom is de Banzhaf-index van een 10-persoon gelijk aan 6 + 6 = 12 Wanneer is de mening van iemand met 15 stemmen doorslaggevend? Dat kan op twee manieren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | Het voorstel wordt
aangenomen met 40-54 stemmen, en deze 15-persoon stemde VOOR. Immers dan wordt het aantal voorstemmers als deze persoon van mening verandert minder dan 40, en wordt het voorstel verworpen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Het voorstel wordt
verworpen met 25 -39 stemmen VOOR, en deze 15-persoon stemde TEGEN. Immers dan wordt het aantal voorstemmers als deze persoon van mening verandert minstens 40, en wordt het voorstel aangenomen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40-54 stemmen VOOR
kan als 15-15-15 (1 manier) en 15-15-10
(2•3 = 6 manieren, want die tweede 15 kun je op 2 manieren kiezen en die
10 op 3 manieren) en 15-10-10-10 (1 manier) en
15-15-10-10 (2•3 = 6 manieren) dus in totaal op 14 manieren. 25-39 stemmen VOOR kan als 15 -10 (6 manieren) en 15-15 (1 manier) en 15-10-10 (6 manieren) en 10-10-10 (1 manier) dus in totaal op 14 manieren. Samen dus 14 + 14 = 28 manieren. De Banzhaf-indices van dit stemsysteem zijn daarom (12-12-12-28-28-28). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Methode 2: De Shapely-Shubik index. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die werkt volgens deze regel: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld
2. Neem het stemsysteem (51 ⇒ 40, 30, 20, 10). Noem de deelnemers respectievelijk ABCD, dan staan hier alle mogelijke volgorden (4! = 24 stuks). Degene die voor het eerste een meerderheid geeft is rood gekleurd. ABCD, ABDC, ACBD, ACDB, ADBC, ADCB, BACD, BADC, BCAD, BCDA, BDAC, BDCA, CABD, CADB, CBAD, CBDA, CDAB, CDBA, DABC, DACB, DBAC, DBCA, DCAB, DCBA Tel de rode letters en je vindt Shapely-Shubik indices van (10, 6, 6, 2) Voorbeeld 3. Laten we de Shapely-Shubik ook voor dat grotere stemsysteem (40 ⇒ 10, 10, 10, 15, 15, 15) gaan berekenen. In totaal zijn er voor 6 deelnemers 6! = 720 mogelijke volgorden. Wanneer geeft een 10-persoon voor het eerst een meerderheid? Dat is zo als vóór die 10-persoon 30-39 stemmen VOOR waren, en dat kan als er voor hem 15-15 of 10-10-15 zat. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | voor 15-15 kun je op
3 manieren kiezen wélke 15-personen dat waren, en daarna op 2 manieren
nog hun volgorde. voor de de drie personen erna zijn er nog 3 • 2 • 1 volgorden, Dat geeft in totaal 3 • 2 • 6 = 36 manieren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | voor 10-10-15 kun je
op 3 manieren kiezen wélke 15-persoon dat was, en daarna kun je de
volgorde nog op 3 • 2 • 1 = 6 manieren kiezen. voor de twee personen erna zijn er nog 2 • 1 volgorden, in totaal dus 3 • 6 • 2 = 36 manieren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samen geeft dat voor een 10-persoon 36 + 36 = 72 mogelijkheden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer geeft een
15-persoon voor het eerst een meerderheid? Dat is zo als vóór die 15-persoon 25-39 stemmen VOOR waren, en dat kan met 15-10 of 10-10-10 of 15-15 of 15-10-10. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | voor 15-10 kun je op
2 • 3 kiezen welke personen dat waren, en daarna hun volgorde nog op 2
manieren. voor de 3 personen erna zijn er weer 6 volgorden, In totaal 6 • 2 • 6 = 72 manieren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | voor 10-10-10 kun je
op 3 • 2 • 1 = 6 manieren de volgorde nog bepalen. voor de 2 personen erna nog 2 manieren, dus in totaal 12 manieren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• | voor 15-15 kun je op 2 manieren
nog de volgorde bepalen. voor de 3 personen erna nog 66 manieren, dus in totaal 12 manieren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• |
voor 15-10-10 kun je
op 2 • 3 manieren kiezen wélke personen het waren, en daarna nog
op 3 • 2 • 1 = 6 manieren hun volgorde. Voor de twee personen erna
nog 2 manieren In totaal dus 6 • 6 • 2 = 72 = 36 manieren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samen geeft dat voor
een 15-persoon 72 + 12 + 12 + 72 = 168 mogelijkheden. De Shapely-Shubik indices zijn dus (72, 72, 72, 168, 168, 168). In feite (omdat het om verhoudingen gaat) hetzelfde als de Banzhaf-indices voor dit systeem!!! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een stemsysteem ontwerpen: De Veiligheidsraad van de VN. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft 15 leden waaronder 5
permanente leden met vetorecht (Verenigde Staten, China, Rusland, Groot
Brittannië, Frankrijk) en 10 roulerende leden. Die roulerende landen
worden steeds voor de duur van 2 jaar gekozen, elk jaar worden er vijf
vervangen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daarin is Q het
aantal benodigde stemmen (inclusief dat veto-gedoe) en p het
aantal stemmen van een permanent lid, en t het aantal stemmen van
een tijdelijk lid. De vraag is natuurlijk: hoe kunnen we die Q, p
en t zo eenvoudig mogelijk kiezen, zodat het klopt met die 9
stemmen plus vetostemmen? Omdat het om de verhoudingen gaat stellen we
eerst even al die t's gelijk aan 1. Vanwege het vetorecht mogen er niet voldoende stemmen zijn als er een p ontbreekt, dus 4p + 10 < Q Als alle p-landen voor stemmen plus 4 t-landen, dan moet het aantal Q gehaald zijn: 5p + 5 ≥ Q en 5p + 3 < Q. Maar omdat we alleen met gehele getallen willen werken geeft dat 5p + 5 = Q Omdat 4p +10 < Q en 5p + 4 = Q geldt dus 4p + 10 < 5p + 5 ⇒ p > 6 De kleinste p die voldoet is p = 6 en Q = 5p + 5 = 35 Dat geeft het stemsysteem: (35 ⇒ 6, 6, 6, 6, 6, 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1). Inderdaad zijn er nu zonder een p-land slechts 34 stemmen, en met alle p-landen plus 5 t-landen precies 35 stemmen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||