|
|
Matrices Vermenigvuldigen. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
De eerste brugklassen van een
middelbare school houden elk jaar een aantal schoolfeesten. Er zal op
elk feest bier, wijn en frisdrank te drinken zijn. Aan het begin van het
jaar vraagt de feestcommissie in een enquêtes hoeveel drank van elke
soort iedereen zo gemiddeld op zo'n feest drinkt..
Dat levert de volgende drankmatrix (D), waarin per leeftijdscategorie
(12, 13, 14 jaar) staat aangegeven hoeveel er gemiddeld per persoon
wordt gedronken op zo'n feest. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In februari is het weer zover; er
wordt weer een feest georganiseerd.
Om te weten hoeveel drank er ingekocht moet worden is het natuurlijk nog
nodig om in te schatten hoeveel personen er ongeveer op dit feest zullen
komen. Die gegevens staan in de opkomstmatrix (O) hiernaast.
|
Met deze gegevens kun
je nu vrij eenvoudig uitrekenen hoeveel bier er besteld moet worden. Er
zijn immers 50 12-jarigen die per persoon gemiddeld 0,2 liter
drinken, dus dat is 0,2 • 50 = 10 liter. Verder zijn er 83
13-jarigen en die drinken samen 0,8 • 83 = 66,4 liter. Tenslotte drinken
de 14-jarigen naar verwachting 1,1 • 32 = 35,2 liter bier.
Er zal dus (schatting) 10 + 66,4 + 35,2 = 111,6 liter bier gedronken
worden (natuurlijk is dat precieze getal nogal overdreven; het is
maar een schatting).
We hebben dat aantal liter als volgt berekend:
0,2 • 50 + 0,8 • 83 + 1,1 • 32 = 111,6
Als je goed naar de matrices D en O kijkt zie je dat hier de getallen
uit de eerste rij van D worden vermenigvuldigd met de (enige) kolom van
O. Het vermenigvuldigen van een rij met een kolom heet een
inproduct en dat ziet er dus zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de andere
soorten drank kun je ook zulke inproducten (rij maal kolom) opstellen,
en die twee zien er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze drie inproducten
kun je ook onder elkaar zetten in één matrixvermenigvuldiging, en dan
ziet dat er zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het kan natuurlijk
ook dat er bij een matrixvermenigvuldiging in die tweede matrix ook
meerdere kolommen staan. Stel bijvoorbeeld dat er bij een later feest
60 12-jarigen en 55 13-jarigen en 45 14-jarigen worden
verwacht. Dan kun je in één keer voor beide feesten de benodigde
hoeveelheden drank berekenen met de volgende matrixvermenigvuldiging (O
bestaat nu uit twee kolommen): |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ik hoop dat je ziet
dat die zes getallen in dat antwoord alle zes zijn berekend door een
inproduct te berekenen: een rij van de eerste matrix
vermenigvuldigd met een kolom van de tweede. Zo zie je dat het getal 259
in de derde rij en de tweede kolom van het antwoord staat, en het is dan
ook berekend door de derde rij van D te vermenigvuldigen met de tweede
kolom van O. Kijk maar: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kun je alle matrices met elkaar
vermenigvuldigen? |
|
|
|
|
Er is één voorwaarde:
Als je een inproduct berekent, dan vermenigvuldig je een rij met een
kolom.
Dat doe je door de getallen op dezelfde plaats met elkaar te
vermenigvuldigen, en dan die resultaten op te tellen.
Maar dan moeten er wel even veel getallen staan!
In de matrix hiernaast kun je die rode rij niet vermenigvuldigen met die
groene kolom, want de rij heeft 2 getallen en de kolom 3. Deze
vermenigvuldiging bestaat dus niet! |
|
|
|
|
|
Zo'n rij van de
eerste matrix en zo'n kolom van de tweede zijn wél even groot als de
tweede matrix evenveel rijen heeft als de kolommen van de eerste.
Dus als je een (a × b) matrix
wilt vermenigvuldigen met een (c ×
d) matrix, dan moet gelden b = c.
Als dat inderdaad zo is, dan kun je de vermenigvuldiging uitvoeren.
Dus dan kun je alle a rijen van de eerste vermenigvuldigen met
alle d kolommen van de tweede, en dan geeft dat een nieuwe matrix
met afmetingen a × d.
Conclusie: |
|
|
|
|
(n
× p)
• (p × m) = (n
× m) |
|
|
|
|
|
Wat stelt het nou precies voor? |
|
|
|
|
Stel dat we de
drankmatrix D hierboven andersom hadden opgesteld, en de O-matrix
gelijk hadden gehouden.
Dan zou dat de volgende vermenigvuldiging D • O hebben
opgeleverd: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Maar als je nu de
eerste rij vermenigvuldigt met de kolom, dan krijg je 0,2 • 50 + 0
• 83 + 1,8 • 32
Maar daar staat de grootste ONZIN!!!
Je vermenigvuldigt nu bijvoorbeeld het frisgebruik van de 12-jarigen
(1,8) met het aantal 14-jarigen (32).
Dat slaat nergens op!!
Zo'n inproduct slaat alleen ergens op als wat er boven de
eerste matrix staat hetzelfde is als wat er voor de
tweede staat. Je moet wel getallen die bij elkaar horen met elkaar
vermenigvuldigen!
Zó dus: |
|
|
|
|
|
|
|
|
Dus hierboven geldt:
"Dat rode moet gelijk zijn, en dat groene en blauwe komt er
uiteindelijk uit" In feite berekent zo'n matrixvermenigvuldiging de
groene en blauwe eigenschappen waarbij alle rode samengenomen worden
(bovenstaand eerste voorbeeld berekende de hoeveelheden drank voor al de
leeftijden bij elkaar genomen).
Rijen of Kolommen optellen. |
|
|
|
|
Hiernaast staat nog
een keer de uitkomst van de hoeveelheden drank voor het eerste en het
tweede feest uit bovenstaand voorbeeld.
Daarmee kun je nog twee andere vragen beantwoorden: |
|
vraag 1: |
Hoeveel drank was er totaal op
feest1? En op feest 2? |
vraag 2: |
Hoeveel bier werd er in totaal op
beide feesten samen gebruikt? En hoeveel wijn? En hoeveel fris? |
|
|
|
|
Voor vraag 1 moet je
de kolommen van de matrix optellen, en dat geeft voor feest 1:
111,6 + 32,6 + 267,6 = 411,8 liter en voor feest 2: 105,5 + 33,5 +
259 = 398 liter.
Maar dat optellen kun je ook met een matrixvermenigvuldiging doen. Als
je een rij wilt optellen vermenigvuldig je gewoon met een kolom die uit
allemaal enen bestaat. En wil je een kolom optellen dan vermenigvuldig
je met een rij enen. Kijk maar hoe het werkt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Links is vraag 1
beantwoord, rechts vraag 2. |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Over de afgelopen jaren is gebleken dat Ajax
80% van de thuiswedstrijden wint, 15% gelijkspeelt en
dus 5% verliest. Voor de uitwedstrijden zijn die percentages 60%
van winst, 20% gelijkspel en 20% verlies.
Laten we aannemen dat deze percentages voor de komende
competitie ook zullen gelden.
Zoals je weet levert een gewonnen wedstrijd 3 punten op en een
gelijkspel 1 punt, en verlies 0 punten.
Na 20 gespeelde wedstrijden heeft Ajax er 8 thuis gespeeld en 12
uit.
Stel een matrix S voor winst/verliespercentages op.
Stel een matrix T voor het aantal thuis/uit gespeelde
wedstrijden na 20 rondes op.
Stel een matrix U voor het aantal punten bij
winst/verlies/gelijkspel op.
Bereken vervolgens met uitsluitend matrixvermenigvuldigen het
verwachte aantal punten van Ajax na 20 speelronden. Omdat
het om een schatting gaat hoeft dat aantal punten niet geheel te
zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een
supermarkt verkoopt drie soorten koffie; Lavazza (L)
en Douwe Egberts (D) en Fair Trade (F).
Elk merk wordt verkocht in de vorm van gemalen koffie en in de
vorm van koffiebonen. Een voorraadtelling levert op een gegeven
moment op dat er van Douwe Egberts 8 dozen gemalen koffie en 8
dozen koffiebonen aanwezig zijn. Van Lavazza zijn er 10 dozen
gemalen koffie en 4 dozen koffiebonen. Van Fair Trade zijn er 3
dozen gemalen koffie en 2 dozen koffiebonen.
Een doos bevat steeds 20 pakken koffie. |
|
|
De inkoopsprijs voor
koffiebonen is per pak voor
alle merken €1,70. De prijzen voor gemalen koffie zijn per pak
steeds €2,00.
Bereken uitsluitend met matrixvermenigvuldiging de inkoopwaarde
van de totale voorraad koffie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Als je een punt in een
coördinatenstelsel spiegelt in de y-as, dan wordt de x-coördinaat
het tegengestelde. Zo wordt (4, -2) bij spiegelen
afgebeeld op (-4, -2).
Hoe kun je "spiegelen in de y-as" door
matrixvermenigvuldigen tot stand brengen? |
|
|
|
|
|
4. |
a. |
Stel dat je een 2
´ 3 matrix hebt, maar om de één of
andere reden wil je de getallen van onderste rij halveren.
Hoe kun je dat met een matrixvermenigvuldiging tot stand
brengen? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Stel dat je een 2
´ 3 matrix hebt, maar om de één of
andere reden wil je de tweede en de derde kolom met elkaar
verwisselen. Hoe kun je dat met een
matrixvermenigvuldiging tot stand brengen? |
|
|
|
|
|
5. |
A, B en C zijn drie
matrices. Het blijkt dat A • B • C • A • C ook een matrix
is.
Wat kun je zeggen over de afmetingen van matrix B? |
|
|
|
|
|
6. |
Engelse drop bestaat uit een mengsel
van vier verschillende soorten dropjes: "cilinder", "staaf",
"blok" en "kussen" |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Carolien is jarig en gaat haar klas
(10 jongens en 14 meisjes) trakteren op Engelse drop. Zo koopt
bij zo'n ouderwetse snoepwinkel losse dropjes. Een blok(B) kost
€0,03, een kussen(K) kost
€0,02, een staaf(S) kost
€0,01 en een cilinder (C)
kost €0,05 (die is immers
het lekkerst!)
Carolien gaat met een enorme zak de klas rond en laat iedereen
wat dropjes pakken.
Dát is toevallig! Alle jongens pakken 2 blokken, 3 cilinders en
1 kussen. Alle meisjes (die zijn immers veel inhaliger)
pakken 5 blokken, 2 staven en 2 kussens. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken uitsluitend met
matrixvermenigvuldiging voor hoeveel geld de kinderen uit de
klas van Carolien aan drop pakken. |
|
|
|
|
|
|
Alle vier de soorten
dropjes bestaan alleen uit de ingrediënten kokos, drop en
zoetstof volgens de samenstellingmatrix S hiernaast.
Neem aan dat elk dropje 2 gram weegt.
Carolien heeft na afloop nog 80 blokken, 45 cilinders, 50
kussens en 92 staven over. |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken met matrixvermenigvuldiging
hoeveel gram zoetstof daar in totaal in zit. |
|
|
|
|
|
7. |
|
|
Hor ziet matrix M er uit als geldt dat
L • M = M • L ? |
|
|
|
|
|
8. |
Een psychiater heeft
het bezoek van zijn drie belangrijkste patiënten, de heren
Schizo (S), Frusto (F) en Depri(D) in de matrix M hiernaast
gezet. De getallen geven het aantal bezoekuren aan.
Hij laat Schizo €50,- per
uur betalen, Frusto €40, -
en Depri €60,-
Maak de volgende berekeningen uitsluitend door
matrixvermenigvuldigingen. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken hoeveel geld deze drie heren
samen per week aan de psychiater kwijt zijn. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken dat bedrag opnieuw als de
psychiater het uurloon op maandag en dinsdag met 25% verhoogt. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Schizo ligt 50% van de tijd op de
sofa, Frusto 80% en Depri 90%.
Bereken hoeveel uur per week de sofa door één van deze drie
heren is bezet. |
|
|
|
|
|
9. |
Drie vrienden, Hans, Kees en Jan,
gaan geld verdienen voor hun scouting groep. Ze gaan drie dagen
lang de actie "Heitje-voor-een Karweitje" doen, waarbij ze tegen
betaling klusjes voor de mensen gaan opknappen.
Het blijkt dat Hans per uur €10,-
ophaalt, Kees €20,-
en Jan slechts €7,50. (Jan
woont in Baflo en daar zijn ze nou eenmaal wat zuiniger) |
|
Het aantal uren dat de
jongens aan hun actie besteden staat in matrix M hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken met matrixvermenigvuldigen
hoeveel geld er per dag wordt opgehaald. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken met matrixvermenigvuldigen
hoeveel uur Hans, Kees en Jan elk in totaal aan de actie
besteden. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken met matrixvermenigvuldigen
hoeveel geld ze met zijn drieën in totaal verdienen. |
|
|
|
|
|
10. |
Een bloemist verkoopt
drie soorten boeketten. Hij noemt ze A, B en C. Om deze
boeketten samen te stellen gebruikt hij 5 verschillende soorten
bloemen, met als prijs per stuk: Chrysanten (€0,40),
dahlia's (€0,40), rozen (€1,20),
tulpen (€0,60) en anjers (€0,50).
De samenstelling van de boeketten staat in de matrix M
hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Stel een matrix P op die de prijs
per bloem geeft, en bereken het product S = P • M. Wat
stelt S voor? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Een firma bestelt bij de bloemist 10
boeketten A, 5 boeketten B en 6 boeketten C. Zet deze bestelling
in een matrix B, en bereken I = S • B. Wat stelt I voor? |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken F = M • B. Wat stelt F
voor? |
|
|
|
|
|
|
d. |
Bereken G = P • F. Wat stelt G
voor? |
|
|
|
|
|
11. |
Een handelaar in vuurwerk verkoopt
drie basispakketten, I, II en III.
Hij heeft daarvoor de beschikking over Astronauten (A), Rotjes
(R) en Romeinse kaarsen (K).
Pakket I bestaat uit 12 astronauten, 3 kaarsen en 15 rotjes.
Pakket II bestaat uit 10 astronauten, 25 rotjes en 8 kaarsen.
Pakket III bestaat uit 16 astronauten, 5 kaarsen en 20
rotjes. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Maak hiervan een 3
× 3 matrix M die aangeeft hoe de pakketten zijn
samengesteld. |
|
|
|
|
|
|
De gemeente Groningen bestelt ter
gelegenheid van het Bommen Berend feest voor haar werknemers 100
pakketten I, 50 pakketten II en 60 pakketten III. Men geeft de
bestelling door als bestelmatrix B. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Geef een mogelijkheid voor B, en
bereken het product G = M • B of G = B • M zodat het antwoord
iets zinnigs voorstelt. Wat stelt het voor? |
|
|
|
|
|
|
c. |
Een astronaut kost 0,20,
een rotje 0,10 en een kaars 0,60.
Bereken door matrixvermenigvuldiging de prijzen van de drie
pakketten, noem je antwoordmatrix P. |
|
|
|
|
|
|
d. |
Vermenigvuldig B en P met elkaar.
Wat stelt je antwoord voor? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|