|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Op een rouletteschijf staan 37
vakjes, genummerd van 0 t.m. 36. Na het draaien zal het balletje
in één van deze vakjes terechtkomen. Om te onderzoeken of een ervaren croupier de uitslag kan beïnvloeden heeft men zo'n croupier gevraagd bij 50 achtereenvolgende spelen op de vakjes in de buurt van "10" te mikken. Men zal letten op de afstand (D) van het winnende nummer tot het vakje "10". In de figuur hierboven blijkt dat voor '5' en '23' geldt D = 1, voor '8' en '24' geldt D = 2, enz. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a. | Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van D als alle nummers gelijke kans hebben. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De croupier houdt zich aan haar opdracht; in de tabel hieronder staan de resultaten van 50 spelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van D uit deze tabel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Wat is de conclusie van dit onderzoek? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | Twee pokerspelers spelen elke avond
online-poker en verdienen daar behoorlijk wat geld mee. De bedragen die de spelers verdienen op een tafel (in tientallen euro's) staan, met de kansen erop, in de volgende tabel (Zodra iemand €100 heeft gewonnen of verloren aan een tafel wordt hij verwijderd en moet hij een andere tafel zoeken). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a. | Laat zien dat de verwachtingswaarde per tafel voor beide spelers gelijk is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ene speler staat meer bekend als een "gokker" en men vindt de andere speler een meer "stabiele" speler. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Leg uit welk van beide speler welke reputatie heeft, en hoe dat uit de standaardafwijkingen volgt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Maak een schatting van de kans dat speler 1 aan een tafel een bedrag wint dat niet meer dan één standaardafwijking van zijn gemiddelde afligt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | In een vaas
zitten n rode knikkers en n witte
knikkers. Iemand haalt er twee knikkers uit zonder terugleggen. X is het aan rode knikkers daarbij. Geef een formule voor de standaardagwijking van X als functie van n Gebruik de oorspronkelijke definitie van standaardafwijking uit deze les. |
||
9. |
Oma Betty en Oma Truus hebben allebei een portemonnee met wat
muntgeld erin. Betty heeft 2 munten van 50 cent, 1 munt van 10 cent en 1 munt van 20 cent. Truus heeft 3 munten van 10 cent, 2 munten van 50 cent en 1 munt van 5 cent. De oma’s houden van gokken en doen het volgende spelletje: Ze pakken allebei willekeurig een munt uit hun portemonnee. Degene met het hoogste bedrag erop krijgt van de ander het verschil in centen uitbetaald. |
|
Bereken het gemiddelde en de standaardafwijking van het bedrag dat oma Betty zal winnen. |
10. | De vier schijven hieronder zijn
allemaal in een kwart en driekwart verdeeld. Als je ze alle vier draait en dan tot stilstand laat komen dan staan er bij de rode pijlen twee getallen. Bovenaan bij de rode pijl staat 27 of 18, onderaan bij de groene pijl staat 6 of 9. |
|||
|
||||
De gemiddelde som van beide groene cijfers bij de groene pijl is 3 keer zo klein als de gemiddelde som van de rode cijfers bij de rode pijl. | ||||
a. | Onderzoek of de standaardafwijking van het totaal van de groene cijfers ook 3 keer zo klein is als dat van de rode cijfers. | |||
Als je de onderste twee schijven drie keer laat draaien en de bovenste schijven één keer dan heb je dus 6 groene cijfers en 2 rode cijfers. | ||||
b. | Onderzoek of de standaardafwijking en het gemiddelde van het totaal van de groene cijfers ook gelijk is aan dat van de rode cijfers. | |||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |