1. |
Onderzoek of de volgende tabellen een normale
verdeling beschrijven. |
|
|
|
|
|
|
meting |
<35 |
35-42 |
42-49 |
49-56 |
56-63 |
63-70 |
>70 |
frequentie |
9 |
128 |
514 |
611 |
215 |
22 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
meting |
0-8 |
8-16 |
16-24 |
24-32 |
32-40 |
40-48 |
48-56 |
56-64 |
64-72 |
frequentie |
6 |
9 |
45 |
540 |
1200 |
600 |
300 |
180 |
120 |
|
|
|
|
|
|
2. |
De volgende tabel beschrijft een normale
verdeling. |
|
|
|
|
|
|
meting |
10-20 |
20-30 |
30-40 |
40-50 |
50-60 |
60-70 |
70-80 |
80-90 |
90-100 |
frequentie (%) |
2,2 |
4,9 |
10,1 |
16,5 |
20,5 |
19,5 |
14,0 |
7,7 |
4,6 |
|
|
|
|
|
|
|
Bereken van deze verdeling het
gemiddelde en de standaarddeviatie. Doe dat op twee manieren: |
|
|
|
|
|
a. |
Met de functie STAT-CALC van je
rekenmachine. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Met
normaal-waarschijnlijkheidspapier |
|
|
|
|
|
|
3. |
Het gewicht van de eieren die de
kippen op een kippenfarm leggen is normaal verdeeld.
8% van de eieren is lichter dan 58 gram en 21% is zwaarder dan
69 gram.
Bepaal het gemiddelde en de standaarddeviatie van deze eieren. |
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De vleugelspanwijdte van de
volwassen zeearend is normaal verdeeld met een standaarddeviatie
van 15 cm..
9% van de vogels blijkt een spanwijdte van meer dan 250 cm te
hebben.
Hoeveel procent zal dan een spanwijdte van minder dan 200 cm
hebben?
Onderzoek dat met behulp van normaal-waarschijnlijkheidspapier. |
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Een
nieuw onderdeel op de volgende winterspelen zal de 4 ×
500 meter estafette schaatsen zijn. Nederland zal vertegenwoordigd
worden door de sprinters Bos,
Wennemars, van Velde en Nijenhuis. De persoonlijke tijden van deze
schaatsers zijn normaal verdeeld. De gegevens staan in onderstaande
tabel. Neem voor de rest van deze opgave aan dat deze gegevens kloppen. |
|
|
|
|
|
|
schaatser |
gemiddelde |
standaardafwijking |
Bos |
35,65 |
0,4 |
Wennemars |
34,78 |
0,3 |
Van Velde |
34,98 |
0,5 |
Nijenhuis |
35,70 |
0,2 |
|
|
|
|
|
|
|
De
figuur hiernaast geeft de tijden van Wennemars, van Velde en Nijenhuis
op normaal waarschijnlijkheidspapier. Leg uit welke
lijn bij welke schaatser hoort.
Neem de figuur over en schets de lijn
die bij Bos hoort erbij in. |
|
|
|
|
|
|
6. |
De
voedselgigant MACDONALDS heeft iets nieuws: de "Supermegamac".
Deze hamburger is nog groter dan alle voorgaande, en verder geen
flauwekul meer met groenvoer erop. Gewoon vlees, vlees en nog meer vlees
met als enig toevoegsel een lekkere vette lading mayonaise. De
consumentenman vertrouwt het zaakje niet, en controleert de
supermegamacs nauwgezet. Uit de totale dagvoorraad van de
MACDONALDS-vestiging in de Herestraat heeft men 250 supermegamacs
onderzocht. Het aantal coli-bacteriën en deze macs is gemeten, en die
blijken normaal verdeeld te zijn. Daarom worden de resultaten van deze
proef op normaal-waarschijnlijkheidspapier weergegeven. Het blijkt een
rechte lijn door (510,4) en (690,97) te worden. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Teken die lijn en
geef met deze figuur een schatting van het aantal macs dat tussen de 525
en 660 bacteriën bevatte. Geef ook een schatting voor de
standaarddeviatie van het aantal bacteriën |
|
|
|
|
|
|
Neem
aan dat elke dag geldt: het aantal bacteriën in de voorraad van die dag
is normaal verdeeld met een standaarddeviatie van 50. Het gemiddeld
aantal (μ) hangt van een aantal
factoren af, en is onbekend. Omdat MACDONALDS beweert dat zijn
hamburgers van goede kwaliteit zijn, wil men dat hoogstens 7% van de
hamburgers uit een dagvoorraad meer dan 500 bacteriën bevat. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de
grootste waarde van
μ waarvoor
dit nog het geval is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
examenvraagstuk VWO
wiskunde A, 1987.
In 1787 en 1788 schreven Alexander
Hamilton en James Madison de zogenaamde The Federalist Papers,
om de inwoners van New York te overreden de Constitutie te
ratificeren. Beide schrijvers ondertekenden met "Publius".
Van 48 van deze teksten is bekend dat zij van Hamilton zijn en van
50 dat zijn van Madison zijn. Om ook van de overige teksten de
auteur te achterhalen, heeft men van diverse woorden geteld hoe vaak
ze in een tekst van Hamilton voorkomen en hoe vaak in een tekst van
Madison. Voor elk van die teksten heeft men daarna de frequentie per
1000 woorden berekend.
Dit heeft men onder andere gedaan voor het woordje "by".
Het resultaat is weergegeven in onderstaande histogrammen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwerk deze gegeven, zowel
voor Hamilton als voor Madison, op normaal-waarschijnlijkheidspapier.
Neem aan dat men mag concluderen dat de frequenties normaal verdeeld
zijn. Geef dan in beide gevallen het gemiddelde en de
standaarddeviatie. |
|
|
|
|
|
8. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 1987. Onderstaande tabel is afkomstig
uit het Statistisch Zakboek 1983 van het Centraal Bureau voor de
Statistiek. |
|
|
|
|
|
|
Dienstplichtigen naar lichaamslengte |
|
17,5 jarigen |
1982 |
Lengte in cm
<160
160 - 164
165 - 169
170 - 174
175 - 179
180 - 184
185 - 189
190 - 194
195 - 199
200 en meer |
percentage dienstplichtigen
0,2
0,9
4,1
12,9
25,1
28,5
18,7
7,4
1,8
0,4 |
aantal dienstplichtigen (abs.): 105.897
gemiddelde lengte (cm): 180,7 |
Bron: Inspectie Geneeskundige Dienst
Koninklijke Landmacht |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon met
normaal-waarschijnlijkheidspapier aan dat de lichaamslengten vrijwel
normaal verdeeld zijn; controleer of het vermelde gemiddelde juist
is en bepaal de standaarddeviatie. |
|
|
|
|
|
|
Voor de marechaussee geldt een
minimumlengte van 170 cm en voor de luchtmacht een maximumlengte
van 193 cm |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken het
percentage van de dienstplichtigen van wie de lengte zowel geen
belemmering is voor dienst bij de marechaussee als bij de luchtmacht
(in gehele procenten nauwkeurig) |
|
|
|
|
|
9. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 1984. De researchafdeling van een fabriek heeft
een nieuw type batterij ontwikkeld, dat bijzonder geschikt is voor het
aandrijven van speelgoedmotortjes. In de fabriek wordt de eerste dagen
de productie nauwgezet gecontroleerd. Daarbij let men vooral op de
levensduur van de batterijen bij aanhoudende belasting. Uit de totale
productie van de eerste dag heeft men aselect 250 batterijen genomen en
aan een duurproef onderworpen. Het aantal 'lege' batterijen is
geregistreerd na perioden van steeds 30 minuten. De ervaring leert dat
de levensduur van de batterijen uit een dagproductie vrijwel normaal
verdeeld is. Daarom zijn de resultaten van de duurproef op het
normaal-waarschijnlijkheidspapier hieronder weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Geef met behulp van deze figuur
een schatting van het percentage batterijen van de gehele dagproductie
waarvoor de levensduur tussen 8,75 en 11 uur lag. Licht het antwoord
toe. |
|
|
|
|
|
|
Neem aan dat voor elke
productiedag geldt: de levensduur van die dag geproduceerde batterijen
is normaal verdeeld met een standaarddeviatie van 50 minuten. Het
gemiddelde (μ) in minuten is afhankelijk van
een aantal factoren in het fabricatieproces. Omdat de fabrikant in
reclameboodschappen beweert dat zijn batterijen erg lang meegaan, wil
hij ervoor zorgen dat hoogstens 7% van de batterijen uit de dagproductie
een levensduur heeft van minder dan 8,5 uur. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken in minuten nauwkeurig de
kleinste waarde van
μ waarvoor dit nog het
geval is. |
|
|
|
|
|
10. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 2002. |
|
|
|
|
|
|
Vogels die hun voedsel in bomen en struiken
zoeken doen dat vaak bij voorkeur op een specifieke hoogte.
Gedurende een winter zijn in een bos voedselzoekende vogels
geobserveerd. In de tabel hieronder staat de verdeling over
verschillende hoogtes van 400 waarnemingen bij pimpelmezen. |
|
|
|
|
|
|
hoogte in meters |
<1,5 |
1,5 - 3 |
3 - 5 |
5 - 7 |
7 - 10 |
10 - 15 |
>15 |
aantal waarnemingen |
24 |
26 |
51 |
72 |
122 |
92 |
13 |
|
|
|
|
|
|
|
Toon aan dat de waargenomen hoogtes bij
benadering normaal verdeeld zijn; maak gebruik van normaal
waarschijnlijkheidspapier. Lees uit je tekening af hoe groot het
gemiddelde en de standaardafwijking van deze verdeling zijn. Geef beide
antwoorden in dm nauwkeurig. Licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
examenvraagstuk VWO
Wiskunde A, 2008. Een
tennisballenfabrikant produceert drie types tennisballen: Yellow, Silver
en Gold. Van elk type is de diameter (bij benadering) normaal verdeeld. De
fabrikant geeft de diameter van een tennisbal altijd op in inches. De
fabrikant heeft bij 400 tennisballen van het type Yellow de diameters
laten opmeten. Het resultaat daarvan zie je in tabel 1. |
|
|
|
|
|
|
400
waarnemingen bij tennisballen van het type Yellow |
diameter in inches |
<2,4 |
2,4 - <2,5 |
2,5- <2,6 |
2,6- <2,7 |
2,7- <2,8 |
³2,8 |
aantal waarnemingen |
1 |
4 |
98 |
232 |
63 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Zet de gegevens
uit op normaal waarschijnlijkheidspapier
en toon daarmee aan dat de waargenomen diameters van Yellow inderdaad bij
benadering normaal verdeeld zijn. |
|
|
|
|
|
|
Uit de
tekening die je bij de vorige vraag hebt gemaakt kun je aflezen hoe groot
het gemiddelde en de standaardafwijking van de diameter van
een bal van het type Yellow is. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bepaal het
gemiddelde en de standaardafwijking van de diameter van een bal van
het type Yellow. Licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
|
|
Bij
officiële wedstrijden mag een tennisbal niet te groot en ook niet te
klein zijn. In de spelregels staat daarover
het volgende: |
|
|
|
|
|
|
Bij
alle proeven ter bepaling van de omvang moet een omvangmeter
gebruikt worden. De omvangmeter bestaat uit
een metalen plaat. In de plaat zitten twee cirkelvormige
openingen met een diameter van respectievelijk 2,575 inch en
2,700 inch. De bal mag niet door zijn eigen gewicht
door de kleine opening vallen, maar
moet wel door zijn eigen gewicht door de grootste opening vallen. |
|
|
|
|
|
|
|
Van het
type Gold is de diameter (bij benadering) normaal verdeeld met een gemiddelde
van 2,620 inch en een standaardafwijking van 0,048 inch. De
tennisballenfabrikant krijgt de opdracht 1200 tennisballen van het type
Gold te leveren die gebruikt kunnen worden
bij officiële wedstrijden. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken
hoeveel tennisballen de fabrikant naar verwachting moet produceren om
aan deze opdracht te voldoen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|