|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
De normering van het eindexamen. |
|
|
|
|
Bij het Centraal
Schriftelijk Eindexamen (CSE) kun je een cijfer halen dat varieert van
een 0.0 tot een 10.0. Dat zal wel geen nieuws voor je zijn. Dat is
de basisregel voorde examens:
|
Score 0 geeft cijfer 1,0 en Maximale
score geeft cijfer 10,0 |
|
|
Het maximaal aantal scorepunten (M) dat je voor een heel examen kunt
halen kan echter nogal variëren.
Als je tussen de waarden voor score 0 en maximale score een lineair verband maakt, dan krijg je de grafiek
hiernaast. Je eindcijfer
(C) is uitgezet tegen je scorepunten (S) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
a. |
Op een examen kun je 84 punten halen. Welk
cijfer zou iemand moeten krijgen die 36 punten heeft
gehaald. |
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Stel een formule op voor het onafgeronde cijfer
C en de score S, bij maximumscore M. |
|
|
|
|
|
|
|
c. |
Omdat de uiteindelijke cijfers worden afgerond
bestaat de bovenstaande grafiek eigenlijk niet uit een
doorgetrokken rechte lijn. Leg uit hoe de grafiek er eigenlijk
uitziet. |
|
|
|
|
|
|
|
Maar als een examen
soms erg goed of erg slecht is gemaakt dan zal het CEVO (de
examencommissie in Nederland) de normering aanpassen. Dat doen ze
door een zogenaamde N-term in te voeren.
De N-term is een getal tussen 0 en 2 dat bepaalt hoeveel de grafiek van
de rechte lijn hierboven naar beneden of naar boven wordt geschoven. Het
is eigenlijk het snijpunt van de lijn met de y-as. De N-term
wordt altijd afgerond op één decimaal.
Hiernaast zie je de lijnen die horen bij N = 0,8 (rood) en N = 1,6
(blauw) |
|
|
|
|
|
2. |
a. |
Geef een formule voor de lijn met N = 1,2. |
|
|
|
|
|
b. |
Iemand heeft op een examen met maximumscore 70
precies 40 punten gescoord. Bij welke N-termen zal zij een
voldoende (minstens 5,5 hebben?) Denk om de afronding!!! |
|
|
|
|
|
c. |
Iemand heeft op een examen 56 punten
gescoord, en haalt bij een N-term van 0,4 een cijfer 6,0.
Hoe groot was de maximale score M? |
|
|
|
|
|
|
Maar dat geeft een probleem! |
|
|
|
|
Deze manier zou
ongewenste effecten geven aan de uiterste kanten van de lijn.
Bij N = 0,8 zou iemand met 0 punten geen 1,0 krijgen, maar een 0,8. En
iemand met alles goed krijgt nog slechts een 9,8. Dezelfde ongewenste
effecten zie je bij de blauwe lijn: iemand met 0 punten krijgt een 1,6
en iemand met alle punten krijgt een 10,6.
Dat is in strijd met de basisregels hierboven. |
|
|
|
|
Om dit soort vreemde
effecten te voorkomen heeft de CEVO een "venster" ingevoerd waartussen
de lijnen in ieder geval moeten liggen. Daarvoor had men twee
grondregels:
|
1. Elk scorepunt scheelt minstens 0,05
cijferpunt
2. Elk scorepunt scheelt hoogstens 0,20
cijferpunt |
|
|
Deze twee regels gelden zowel vanaf het hoogste punt als vanaf het
laagste punt.
Daarmee krijg je het hiernaast getekende venster. |
|
|
|
|
|
De vier
vergelijkingen van de grenslijnen van dit gebied zijn: |
|
|
|
|
C = 0,2S + 1 |
C = 0,05S + 10 - 0,05M |
C = 0,2S + 10 - 0,2M |
C = 0,05S + 1 |
|
|
|
3. |
Leid deze vier vergelijkingen af. |
|
|
|
|
|
4. |
Een scorelijn met N = 1,3 en M = 80 heeft
vergelijking C = 9/80S
+ 1,3.
Bereken de snijpunten van deze lijn met de grenzen van het
gebied hierboven. |
|
|
|
|
|
|
Bij een bepaalde
N-term wordt nu de daarbij horende N-lijn gebruikt voor zover hij
binnen het gebied valt. Als de lijn buiten het toegestane gebied valt
worden de grenslijnen van dat gebied gebruikt.
Hieronder zie je hoe het werkt.
De rechtergrafiek geeft de uiteindelijke normering. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Een centraal examen heeft een maximale score van
M = 86.
De CEVO besluit tot een N-term van maar liefst 1,8. |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Welk cijfer krijgt iemand met een
score van 74? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Welk cijfer krijgt iemand met een
score van 58? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Een centraal examen heeft een
maximale score van M = 86.
De CEVO besluit tot een N-term van 0,4.
Daardoor worden bijna alle cijfers 0,6 lager dan ze bij N-term 1 zouden zijn geweest. |
|
|
|
|
|
|
|
Welke scores krijgen minder dan 0,6
punt aftrek vergeleken met de N-term 1? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|