|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Symmetrie bij Parameterkrommen. |
|
|
Heel veel
parameterkrommen zijn symmetrisch, en vaak zie je dat ook eigenlijk wel
in één oogopslag. Maar de wiskundige vraag is:
Dat hangt van het soort symmetrie af. We kennen puntsymmetrie en
lijnsymmetrie en die zijn nogal verschillend (er is zelfs nog
draaisymmetrie, maar dat laten we deze les buiten beschouwing).
Laten we eens bekijken wat het betekent als een kromme bijvoorbeeld
lijnsymmetrisch is ten opzichte van de y-as. |
Hiernaast zie je een
voorbeeld.
Het is de parameterkromme x(t) = t3
-
2t
en y(t) = t2
Het feit dat de kromme symmetrisch is ten opzichte van de y-as
betekent dat er bij elk punt P van de kromme ook een punt Q aan de
andere kant van de y-as op die kromme ligt.
Als P de coördinaten (x, y) heeft, dan zie je in de figuur
hiernaast dat Q de coördinaten (-x, y) moet hebben.
Het bewijs gaat nu in de volgende stappen:
|
|
• |
Stel dat bij punt P de waarde
t1 hoort. |
|
• |
Dan geeft dat een xP
en een yP als je die t1
invult in beide vergelijkingen. |
• |
We gaan nu proberen om een recept
op te stellen waarmee we bij elke t1 een nieuwe t2
kunnen vinden, zodat die nieuwe t2 dan bij invullen de
waarden -xP en yP oplevert.
|
• |
Als we zo'n recept kunnen vinden,
dan hebben we laten zien dat er bij elke t1 van punt P
een t2 te vinden is, zodat het gespiegelde punt Q op
de kromme ligt. En als er bij elk punt P zo'n punt Q te vinden is, dan
is de kromme symmetrisch. |
|
|
|
De grote vraag is: |
Hoe vinden we zo'n "recept" |
|
|
|
Het antwoord? |
Dat gaan we gokken!!!! |
|
|
|
In de figuur hiernaast is bij een
aantal punten van de kromme de t-waarde gezet (in het blauw). De
grote vraag is nu: wat is het verband tussen een bepaalde t1
en de t2 van het gespiegelde punt dat daarbij hoort?
Ik denk niet dat je daar geen genie voor hoeft te zijn.
Uit de tekening hiernaast zal iedereen waarschijnlijk wel vermoeden dat,
als twee punten van de kromme elkaars gespiegelde zijn, geldt dat t2
= -t1 |
|
Oké, laten we dat dan maar
gokken, en proberen het bewijs te leveren:
Bij t1 hoort xP = t13
- 2t1 en yP =
t12
Bij t2 = -t1 hoort: |
|
xQ = (-t1)3
- 2(-t1) = -t13 + 2t1
= -(t13 - 2t1) = -xP |
|
yQ = (-t1)2
= t12 = yP |
|
|
|
Dat betekent dat we bij elke t1
met het punt (x, y) een punt (-x, y)
bij t2 = -t1 op de kromme kunnen
vinden
Dus is de kromme symmetrisch ten opzichte van de y-as. |
|
|
Andere symmetrieën. |
|
|
Natuurlijk zijn er veel meer symmetriegevallen te vinden. Hieronder zie
je een aantal plaatjes van verschillende soorten symmetrie.
Bij elk plaatje is aangegeven wat de symmetrie betekent voor een punt P
en zijn "partner" Q. |
|
|
|
|
|
In de volgende tabel staat nog
eens samengevat hoe je symmetrie kunt bewijzen. |
|
|
symmetrie
|
De punten P en Q |
x-as |
(x, y) en
(x, -y) |
y-as |
(x, y) en (-x,
y) |
x = a |
(a + x, y)
en (a - x, y) |
y = a |
(x, a - y)
en (x, a + y) |
oorsprong |
(x, y) en (-x,
-y) |
(a, b) |
(a + x, b + y)
en (a - x, b - y) |
y = x |
(x, y) en
(y, x) |
y = -x |
(x, y) en
(-y, -x) |
|
|
|
Voorbeeld |
|
|
Beschouw de parameterkromme
x(t) = cost - 2sint en y(t)
= cost + 2sint
De figuur hiernaast doet ons vermoeden dat deze kromme symmetrisch is
ten opzichte van de lijn y = x
Met die blauwe t-waarden kun je (hopelijk) verzinnen dat
tussen de gespiegelde punten geldt: t2 + t1 =
2π, dus t2
= 2π - t1
Laten we die gok maar proberen:
t1 geeft xP = cost1
- 2sint1 en yP = cost1
+ 2sint1
t2 = 2π
-
t1 geeft:
xQ = cos(2π -
t1) - 2sin(2π - t1) en yQ
= cos(2π - t1) + 2sin(2π - t1) |
|
Maar omdat cos(2π
- t) = cost en sin(2π -
t) = -sint kun je dat veranderen in:
xQ = cost1 + 2sint1
= yP en yQ = cost1
- 2sint1 = xP
Dus als het punt P(xP, yP) op de
kromme ligt, dan ligt ook het punt Q(yP, xP)
op de kromme.
Dan is de kromme symmetrisch in de lijn y = x |
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
De kromme uit het voorbeeld lijkt ook
symmetrisch te zijn in de lijn y = -x
Toon aan dat dat inderdaad zo is. |
|
|
2. |
Examenvraagstuk VWO Wiskunde B,
1992.
Kromme K is gegeven door x(t) = 1
- sint
en y(t) = t - sint
waarbij t ∈
[0, 2π]. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken welke waarden y kan
aannemen. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de coördinaten van de punten
van K waarin de raaklijn aan K evenwijdig is aan de y-as. |
|
|
|
|
|
c. |
Bewijs dat K symmetrisch is ten opzichte van het
punt (1,
π) |
|
|
|
|
|
3. |
Examenvraagstuk VWO, Wiskunde B,
1985. |
|
|
|
|
|
Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxy is voor t ∈ R de kromme K gegeven door: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de coördinaten van de
snijpunten van K met de x-as, met de y-as en van K met de
lijn y = x. |
|
|
|
|
|
b. |
Bewijs dat de lijn y =
x symmetrie-as is van K
Teken K. |
|
|
|
|
|
c. |
P is een punt van de kromme
en A is het punt (0, -2)
Bereken de coördinaten van P als AP minimaal is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenvraagstuk VWO Wiskunde B,
1986. |
|
|
|
|
|
Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel is de kromme K gegeven door:
x = 2sin2t en y = 1 - 2cost
waarbij t ∈ [0,π]. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de coördinaten van de
gemeenschappelijke punten van K en de coördinaat-assen.
Bereken de coördinaten van de punten van K waarin de raaklijn aan K
evenwijdig is aan de x-as of aan de y-as. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de coördinaten van de
snijpunten van K en de lijn y = -x + 1. |
|
|
|
|
|
c. |
Bewijs dat K symmetrisch is ten
opzichte van het punt (0,1) |
|
|
|
|
|
5. |
Examenvraagstuk VWO, Wiskunde B, 1993.
De kromme K is gegeven door:
x = ln | t + 1 |
en y = ln | t - 1 |
waarbij t ≠
-1 en t ≠
1.Er zijn drie snijpunten van K
met de coördinaatassen. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de
richtingscoëfficiënten van de raaklijnen in deze snijpunten. |
|
|
|
|
|
b. |
Bewijs dat K
symmetrisch is ten opzichte van de lijn y = x. |
|
|
|
|
6. |
Een parameterkromme wordt gegeven
door: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
In welke punten is de raaklijn aan
deze kromme evenwijdig aan een coördinaatas? |
|
|
|
|
|
b. |
Bewijs de symmetrie van deze kromme. |
|
|
|
|
|
7. |
Gegeven is de
kromme met vergelijkingen: |
|
|
|
|
|
|
|
Toon aan dat de y-as symmetrieas van deze kromme is. |
|
|
|
|
8. |
P is
het parabooldeel met vergelijking y
= 2x - x2 en domein [0, 2]
P kan ook gegeven worden door de parametervoorstelling: x(t) = 2 • sin2t
en y(t) = sin2(2t) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de
helling van P in het punt waarvoor x = 1. Doe dat met de
parameterkromme en ook met de vergelijking. |
|
|
|
|
|
c. |
Bewijs dat
P symmetrisch is t.o.v. de lijn x
= 1. Doe dat met de parameterkromme en ook met de vergelijking. |
|
|
|
|
9. |
Gegeven is de parameterkromme: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Plot de kromme en
bereken de coördinaten van het punt waar hij zichzelf snijdt. |
|
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de
helling van deze kromme in het punt waarvoor t =
π/2? Geef een exacte berekening. |
|
|
|
|
|
c. |
Bewijs de
symmetrie van deze kromme |
|
|
|
|
10. |
Examenvraagstuk VWO Wiskunde B,
1988. Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxy is de kromme K gegeven
door: |
|
|
|
Bewijs dat K een as
van symmetrie heeft. |
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|