|
|
Projectielbanen. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Hiernaast zie je een golfer die
vanaf de oorsprong van een assenstelsel een golfbal wegslaat met
een snelheid v0.
De vraag is: "Wat is de vergelijking
van de baan van de bal?"
Er zit hier een natuurkundig principe achter en dat is:
"Je mag de bewegingen in verticale en in horizontale richtingen
apart bekijken".
Die bewegingen beïnvloeden elkaar niet. Maar ze zijn wel totaal
verschillend, en dat komt natuurlijk door de zwaartekracht. |
|
|
|
|
|
Horizontaal.
De beginsnelheid in horizontale richting is gelijk aan v0
• cosα. En dat blijft de hele tijd zo!!!! (we
verwaarlozen de luchtwrijving).
Voor de afgelegde afstand x geldt bij constante snelheid: x(t)
= vx • t = v0cosα • t
Verticaal.
De beginsnelheid in verticale richting is gelijk aan v0
• sinα. Maar die verandert door de
zwaartekrachtsversnelling.
De zwaartekrachtsversnelling is gelijk aan g = -9,8
m/s2 (het
minteken geeft aan dat de zwaartekrachtsversnelling de snelheid in
positieve verticale richting tegenwerkt.
Voor de afgelegde afstand in verticale richting geldt dan
y(t) = v0sinα.•
t - 1/2gt2
Gecombineerd.
Deze twee vergelijkingen zijn makkelijk te
combineren. Maak gewoon van de eerste t = .... en vul dat in in
de tweede. |
|
Die kun je nog iets
mooier schrijven als je je bedenkt dat sin2α + cos2α
= 1, kijk maar: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daar staat een
parabool, immers je kunt dit lezen als y = bx +
ax2 . |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Nog een paar
interessante vragen te beantwoorden:
Vraag 1. Hoe hoog
komt de bal?
Nou, dat is gewoon de top van die parabool.
Je kunt dan je kennis van parabolen goed gebruiken: de top ligt
bij xTOP = -b/2a
en dan die xTOP invullen in de vergelijking van de
parabool geeft yTOP. Kijk maar: |
|
|
|
|
|
Vraag 2: Onder welke hoek moet
ik de bal wegslaan zodat hij zo hoog mogelijk komt? |
|
|
|
|
Een beetje een domme
vraag eigenlijk: dan moet je hem natuurlijk recht omhoog slaan!!!! |
|
|
|
|
Betere vraag 3. Hoe ver komt de bal? |
|
|
|
|
De bal komt weer op
de grond als y = 0. Maar omdat hij werd weggeslagen vanaf de
oorsprong, zal dat dubbel zo ver als de plaats van de top zijn (een
parabool is nogal symmetrisch, weet je?), dus voor die afstand A geldt:
A = 2 • xTOP, ofwel: |
|
|
|
|
|
Vraag 4: Onder welke hoek moet
ik de bal wegslaan zodat hij zo vér mogelijk komt? |
|
|
|
|
Dat betekent dat de A
hierboven maximaal moet zijn.
Stel tanα = x, dan staat er in de
formule hierboven eigenlijk:
A = c • x/(1 + x2)
(waarbij die c = 2v0²/g)
Hiernaast zie je de grafiek van y = x/(1 +
x2)
Die heeft de top bij x = 1 en y =
1/2.
(reken dat zelf maar na met de quotiëntregel)
Dat betekent dat A maximaal is als tanα
= 1, ofwel: je moet de bal onder een hoek van 45º wegslaan.
De maximale afstand is dan A = 2v0²/g
• 1/2 = v0²/g |
|
|
|
|
|
Sla de bal onder een hoek
van 45º weg.
Dan wordt de horizontale afstand
v0²/g |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
Neem voor alle opgaven aan dat g = 9,8
m/s2 |
|
|
|
|
|
1. |
Een scherpschutter wil een
blikje raken dat zich op 200 meter afstand van hem bevindt. Neem
aan dat het blikje op dezelfde hoogte als het eind van de loop
staat. Zie de schets hieronder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het geweer schiet de kogel weg met
een snelheid van 100 m/s.
Onder welke hoek
α moet de schutter
zijn geweer houden om het blikje precies te raken? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een kanon staat op een
hellend vlak met een hellingshoek van 10º.
Het kanon vuurt een kogel af met een beginsnelheid van 120
m/s onder een hoek van 30º. Zie de figuur.
De loop van het kanon bevindt zich 1 meter boven de grond. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op welke horizontale afstand A vanaf
de loop van het kanon komt de kogel op het hellende vlak
terecht? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
a. |
Een golfer weet dat hij zijn golfbal
met een snelheid van 230 km/uur wegslaat.
Onder welke hoek moet hij de bal dan wegslaan als de bal 150
meter verderop in het gras moet belanden? (neem aan dat de bodem
vlak en horizontaal is) |
|
|
|
|
|
|
b. |
Zijn vrouw slaat de bal weg onder
een hoek van 40º. Hoe hard moet zij slaan als de bal 150 meter
verderop in het gras moet belanden? (neem aan dat de bodem vlak
en horizontaal is) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een basketballer mag een vrije worp
nemen.
De ring hangt op 3,05 meter hoog, en het midden van de ring
bevindt zich 4,60 meter van de plaats waar hij de bal loslaat.
Hij laat de bal los op een hoogte van 2,10 meter. De situatie is
als hieronder geschetst |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouw de bal als een punt zonder
afmetingen.
De basketballer gooit de bal onder een hoek van 60º graden weg,
en de bal blijkt precies door het midden van de ring te gaan.
Bereken hoe hoog het hoogste punt van de baan van de bal dan
ligt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
|
|
|
|
|
|
|
In een grote loods staat een
ballenkanon, dat tennisballen met een snelheid van 100 km/uur
vanaf een hoogte van 1,5 meter wegschiet. De hoek waaronder de
ballen worden weggeschoten is instelbaar (neem aan dat de
beginhoogte voor elke hoek 1,5 is) . De afmetingen van een
bal mag je verwaarlozen.
De loods is 4 meter hoog. Neem aan dat de loods oneindig lang
is.
Onder welke hoek moeten de ballen worden weggeschoten zodat ze
zo ver mogelijk komen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|