|
||||||||
Het komt ook in de biologie erg vaak voor dat twee
dingen elkaar beοnvloeden.... Een erg beroemd voorbeeld is het aantal roofdieren en het aantal prooidieren in een bepaald gebied. De volgende beweringen maken hopelijk wel duidelijk dat daar nogal een grote interactie tussen is. |
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
De vier coλfficiλnten zijn ongeveer als volgt te
verklaren: Stel dat de prooidieren als ze ongestoord zich mogen vermenigvuldigen exponentieel groeien. (Hoeveel er bij komen is evenredig met hoeveel er zijn). Dan zou gelden Pt = a Pt - 1 Maar er worden ook prooidieren opgegeten. Dat aantal zal afhangen van P, en ook van R. Dat geeft de extra term -b Pt - 1 Rt - 1 De roofdieren nemen alleen toe doordat zij prooidieren opeten. Je zou kunnen zeggen dat roofdieren de gevangen prooidieren omzetten in nieuwe roofdieren. Het aantal zal afhangen van P en van R. Dat geeft de term d Rt - 1 Pt - 1. Natuurlijk zullen er ook roofdieren gewoon sterven. De term c Rt - 1 geeft aan hoeveel van de oude roofdieren overblijven. Een voorbeeld op de GR. Neem bijvoorbeeld het aantal wolven (W) en het aantal herten (H) in een natuurpark. Stel dat die voldoen aan het volgende stelsel:
Dat kun je invoeren in je GR zoals je hieronder ziet (gebruik MODE - Seq) |
||||||||
|
||||||||
Rechts hierboven zie je mooi beide grafieken (voor n tot 500) in beeld. | ||||||||
Om de invloed van de parameters a, b, c, en d te bekijken kun je misschien een beetje spelen met dit EXCEL-blad. | ||||||||
Een aardig plaatje kun je ook met je GR krijgen als je op de assen u en v tegen elkaar zet (FORMAT - u v ). Dat zie je hiernaast (n weer van 0 tot 500) |
|
|||||||
EVENWICHT. | ||||||||
Evenwicht berekenen we weer op de
gebruikelijke manier: in een evenwichtssituatie zal gelden dat
un en vn niet meer veranderen. Dat
betekent dat un = un
- 1
en vn = vn
- 1
(in dit geval Rt = Rt
- 1 = R
en Pt = Pt - 1 = P) Met de Lotka-Volterra-vergelijkingen hierboven levert dat twee vergelijkingen op: P = aP - bPR en R = cR + dPR De eerste geeft (delen door P) als oplossingen P = 0 of R = (a - 1)/b en de tweede geeft R = 0 of P = (1 - c)/d In het wolven-herten voorbeeld zouden de evenwichtswaarden zijn: W ≈ 67 en H = 200. |
||||||||
een
grappig voorbeeld! Gedurende de Eerste Wereldoorlog gebeurde er iets merkwaardigs in de Adriatische zee. Vanwege de oorlog werd er in die periode veel minder dan normaal gevist in deze zee. Een bioloog genaamd d'Ancona merkte iets vreemds op. Hij lette op het aantal voedselvissen (waar op gevist werd) en het aantal roofvissen in een vangst. En wat bleek: het percentage voedselvissen in een vangst liep sterk terug! Tegen het eind van de oorlog bestond bijna ιιn derde van een vangst uit roofvissen, terwijl dat normaal gesproken veel minder was! Hoe was dat te verklaren? Het percentage voedselvissen liep terug terwijl er juist minder op gevist werd??? D'Ancona's puzzel is met ons prooi-roofdier systeem eenvoudig op te lossen. Normaal gesproken zijn de vergelijkingen voor prooi en roofdier Pt = aPt - 1 - bPt - 1Rt - 1 en Rt = cRt - 1 + dPt - 1Rt - 1 Die hebben evenwichtswaarden P = (1 - c)/d en R = (a - 1)/b Laten we de visserij in dit systeem introduceren. Stel dat bij het vissen een percentage p voedselvissen wordt gevangen en een percentage q roofvissen. Dan worden de nieuwe vergelijkingen: Pt = aPt - 1 - bPt - 1Rt - 1 - pPt - 1 = (a - p)Pt - 1 - bPt - 1Rt - 1 Rt = cRt - 1 + dPt - 1Rt - 1 - qRt - 1 = (c - q)Rt - 1 + dPt - 1Rt - 1 De nieuwe evenwichtswaarden zijn P = (1 - c + q)/d en R = (a - p - 1)/b Zoals je ziet wordt inderdaad P groter en R kleiner! Vissen is gunstig voor de aantallen vissen waar nou eigenlijk juist op gevist wordt!!! ZO. |
||||||||
OPGAVEN | ||||||||