© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||||||||||||||||
Redeneren met exponenten en logaritmen | ||||||||||||||||
Het redeneren met exponentiële en
logaritmische formule (en hun afgeleiden) gaat eigenlijk net zoals
het redeneren met formules dat we al eerder bekeken (hier
met functies en hier
met afgeleiden). Op dezelfde manier als in die twee eerdere lessen kun je beredeneren of grafieken stijgen of dalen en of ze afnemend of toenemend stijgen/dalen. Verder is ook vaak te beredeneren of er grenswaarden zijn. Het enige verschil is dat je voor gx en voor glog(x) moet weten wat die "doen" als x toeneemt of afneemt. En dat kun je allemaal uiteraard uit de grafieken van gx en van glog(x) afleiden. Het zijn er alleen wel vier. Hier zie je ze met hun eigenschappen: |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Verder weet je
natuurlijk dat log(x) hetzelfde is als 10log(x)
en dat ln(x) hetzelfde is als elog(x) Nou, daar moet je het mee doen........ Laten we een paar redeneringen bekijken: |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
OPGAVEN | ||||||||||||||||
1. | Beredeneer met de volgende formules of de grafieken stijgen of dalen, en of de grafieken een grenswaarde hebben. | |||||||||||||||
a. | Z(s) = 800 - 12 · 1,6s | |||||||||||||||
b. | ||||||||||||||||
2. | De sterkte van een
geluid wordt meestal uitgedrukt in Bel. Eigenlijk is de geluidssterkte de hoeveelheid energie I per vierkante meter. Voor de berekening in decibel geldt: B = log(I) + 12 Daarin is B het aantal bel, en I de intensiteit in W/m2 (Watt per vierkante meter). (Overigens wordt geluidssterkte vaak gegeven als deciBel waarbij 1 decibel = 0,1Bel) Uit de formule blijkt, dat als de intensiteit I tien keer zo groot wordt, het aantal Bel met 1 toeneemt. |
|||||||||||||||
a. | Toon met behulp
van de rekenregels voor logaritmen aan dat log(10I) + 12 altijd 1 groter is dan log(I) + 12. |
|||||||||||||||
Het aantal decibel neemt dus met 1 toe als de intensiteit 10 keer zo groot wordt. Dus de grafiek van B is afnemend stijgend. Dit kun je ook zien aan de afgeleide van B. | ||||||||||||||||
b. | Stel een formule op voor dB/dI en toon met behulp daarvan aan dat B toeneemt en dat deze toename steeds kleiner wordt. | |||||||||||||||
3. | Het volgende model geeft een benadering voor het aantal olifanten in Azië: | |||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Daarin is N het aantal olifanten in duizenden en t de tijd in jaren met t = 0 in 2000. | ||||||||||||||||
a. | Toon aan dat de afgeleide van N gelijk is aan | |||||||||||||||
|
||||||||||||||||
en bereken vervolgens met behulp van deze afgeleide in welk jaar de grafiek van N overgaat van een toenemende daling naar een afnemende daling. | ||||||||||||||||
b. | Volgens de
bovenstaande formule van N(t) nadert het aantal olifanten
in Azië op den duur een grenswaarde. Bereken deze grenswaarde |
|||||||||||||||
4. | Netflix bestaat al
sinds 1997. Het aantal gebruikers is sindsdien enorm gegroeid tot in
2024 al 282 miljoen. Voor het aantal gebruikers is het volgende model op te stellen: |
|||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Hierin is t de tijd in jaren met t = 0 op 1 januari 1997 en N het aantal Netflix gebruikers in miljoenen. N is stijgend, dus het aantal Netflix gebruikers wordt groter naarmate t groter wordt. Je kunt met behulp van alleen de formule voor N(t), dus zonder te differentiëren of gebruik te maken van de grafiek, beredeneren dat de stijging van het aantal Netflixgebruikers op den duur heel klein wordt. Geef zo’n redenering. |
||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |