© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De oppervlakte onder een grafiek. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stel dat we graag de oppervlakte tussen x
= 0 en x = 9 onder de grafiek van de functie f(x)
= 2 + √x willen bepalen. Dat is de grijze oppervlakte hieronder. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de tweede figuur wordt deze oppervlakte benaderd door negen groene rechthoekjes. De werkelijke oppervlakte is natuurlijk groter, want we zien daar boven tegen de grafiek aan een aantal "gaatjes", maar als we deze negen rechthoekjes uitrekenen hebben we al wel een aardig idee van de juiste oppervlakte. Een soort van schatting dus. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hoogte van een rechthoekje is steeds te
berekenen doordat het de y is die bij de x van de
linkerkant hoort: rechthoekje 1 heeft hoogte f(0) = 2 + √0 rechthoekje 2 heeft hoogte f(1) = 2 + √1 rechthoekje 3 heeft hoogte f(2) = 2 + √2 .... De breedte van de rechthoekjes is steeds 1, dus de totale oppervlakte
wordt: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar komt uit 2 + (2 + √1)
+ (2 + √2) + ... + (2 + √8)
≈ 34,306 Op je TI-83 gaat dat het snelst zó: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar natuurlijk is dit antwoord te laag. Je
ziet aan de figuur direct dat er allemaal kleine stukjes missen. De
34,306 geeft dus een ondergrens voor de werkelijke oppervlakte aan, en
heet daarom ook een ONDERSOM. In de figuur hiernaast is dat net andersom...... rechthoekje 1 heeft hoogte f(1) = 2 + √1 rechthoekje 2 heeft hoogte f (2) = 2 + √2 ... Op deze manier wordt de totale oppervlakte: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar komt uit 37,306 en aan de figuur zie je
direct dat dit een BOVENSOM is; de werkelijke oppervlakte zal
kleiner zijn. de voorlopige conclusie is: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze beide sommen heten
Riemann-sommen, genoemd naar de Duitse wiskundige Bernhard Riemann die
leefde zo rond 1850. Hij deed erg veel werk waarin hij probeerde
meetkunde en analyse met elkaar te combineren.
Daar is dit natuurlijk een mooi voorbeeld van.... |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VERFIJNING | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ondersom van de linkerfiguur hierboven is
een nogal ruwe benadering. Die van de rechterfiguur is al een stuk
beter. De groene oppervlakte scheelt maar heel weinig met de echte
oppervlakte. Dat komt omdat in de rechterfiguur rechthoekjes met breedte
1/2 zijn genomen ipv breedte 1. De oppervlakte is dan gelijk aan 0,5 • f(0) + 0,5 • f(0,5) + 0,5 • f(1) + ... + 0,5 • f(8,5) in de TI-83: L1 = 0, 0.5, 1, 1.5, ..., 8.5 en L2 = 0,5 • (2 + √L1) en dan sum L2 geeft een ondersom van 35,18 En de bovensom wordt 0,5 • f(0,5) + 0,5 • f(1) + ... + 0,5 • f(9) en dat geeft 36,68 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat komt al aardig bij de werkelijke waarde 36 in de buurt!!! | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MIDDENSOM | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het gedoe met de bovensom en ondersom is
nogal veel werk. Het kan ook sneller. Hiernaast zijn rechthoekjes getekend waarvan de hoogte gelijk is aan de y die hoort bij x = 0,5 en x = 1,5 enz. Je ziet dat je op deze manier meteen een redelijke benadering krijgt van de oppervlakte, immers er zijn nu zowel stukjes teveel als te weinig. Die zullen elkaar ongeveer opheffen. 1 • f(0,5) + 1 • f(1,5) + 1 • f(2,5) + ...
+ 1 • f(8,5) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een nadeel van deze MIDDENSOM is, dat we niet weten hoe ver we nog van de werkelijke waarde af kunnen zitten (dat wisten we bij de bovensom en ondersom wel, want de werkelijke waarde moest daar wel tussen zitten). Een voordeel is echter dat dit veel minder werk is. Je hoeft nu maar één keer zo'n Riemann-som uit te rekenen. Er is nog een tweede nadeel aan de bovensom en ondersom. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bekijk de functie: f(x) = 10x
+ 24 - x2 hiernaast. We willen de oppervlakte
onder de grafiek tussen x = 0 en x = 10 weten. Maar zie hiernaast wat er gebeurt als we de functiewaarden berekenen bij x = 0, 1, 2,...9 Eerst liggen de rechthoekjes onder de grafiek maar later erboven. Er is helemaal geen sprake meer van een ondersom! (Riemann heeft het dan ook meestal over een linkersom en een rechtersom, en het gemiddelde van die twee is nog steeds wel een goede benadering voor de oppervlakte). (willen we een echte ondersom berekenen dan zouden we steeds de kleinste y-waarde van de linker- en de rechterkant van elke rechthoek moeten nemen) De middensom blijft echter nog steeds een goede directe benadering voor de oppervlakte. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||