© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||||||||||
Som-en Verschilformules voor sinus en cosinus. | |||||||||||||
soscastoa |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Bekijk de figuur hierboven. Eerst zijn twee willekeurige hoeken α en β getekend op een lijnstuk AB. Daarna wordt op de bovenste lijn een lengte AC = 1 afgemeten, en er wordt een loodlijn CD op AD getekend. Dat geeft samen de derde figuur. In de laatste figuur is de loodlijn CF op AB getekend. Nu geldt: sin (α +
β)
= CF/1 = CF = DB + ED = sinα •
AD + cosα •
CD = sinαcosβ
+ cosαsinβ |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Maar als
α en
β
willekeurig zijn, dan mag je ze ook wel door iets anders vervangen. Eigenlijk staat er: |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Daarbij mogen dat driehoekje en dat blokje dus alles zijn. Laten we daar wat mee experimenteren. Neem bijvoorbeeld Δ = α en ■ = -β, dan staat er: sin(α - β) = sinαcos(-β) + cosαsin(-β) maar omdat we al eerder vonden (met die eenheidscirkel weet je nog?) dat cos(-β) = cosβ en sin(-β) = -sinβ geeft dat: sin(α - β) = sinαcosβ - cosαsinβ. Yes! alweer een formule. Dat zijn er al twee. |
|||||||||||||
1. | Neem nu Δ = 1/2π - α en ■ = -β | ||||||||||||
a. | Toon aan dat de eerste formule dan verandert in cos(α + β) = cosαcosβ - sinαsinβ | ||||||||||||
b. | Vervang in deze laatste formule weer β door (-β) en maak een formule voor cos(α - β) | ||||||||||||
|
|||||||||||||
2. | Toon aan dat sin2(α + 1/4π) = 1/2 + sinαcosα | ||||||||||||
3. | Toon aan dat cos(α + 1/6π) + cos(α - 1/6π) = √3 • cosα | ||||||||||||
4. | Toon aan dat cos2(1/4π - 1/2x) = 1/2 + 1/2sinx | ||||||||||||
5. | 5/12
kun je schrijven als 3/12
+ 2/12 Gebruik dat gegeven om aan te tonen dat sin(5/12π) = 1/4√6 + 1/4√2. |
||||||||||||
6. | a. | Als je je beseft dat 1/12 = 1/4 - 1/6 dan kun je cos 1/12π berekenen. Doe dat. | |||||||||||
b. | Vergelijk je antwoord op vraag a) met dat op vraag 5 en geef een verklaring. | ||||||||||||
7. | Het blijkt dat cos2x + cos2(x
-
1/3π)
= 3/4
+ cosx • cos(x -
1/3π) Toon dat aan. |
||||||||||||
8. |
|
||||||||||||
9. | Het blijkt dat
1/2sinx
- 1/6sin3x
een primitieve is van sinxsin2x Toon dat aan. Bedenk daarbij dat je cos(3x) kunt schrijven als cos(x + 2x) |
||||||||||||
Hulpje bij het Primitiveren. | |||||||||||||
Door deze som- en verschilformules
handig te gebruiken kun je een aantal primitieven vinden. Als je bijvoorbeeld die van sin(α + β) en sin(α - β) bij elkaar optelt dan krijg je: sin(α + β) + sin(α - β) = 2sinαcosβ en daaruit volgt sinαcosβ = 1/2(sin(α + β) + sin(α - β)) Dat geeft een mogelijkheid om sinαcosβ te primitiveren: Voorbeeld. Primitiveer de functie f(x) = sin2x• cos5x Met bovenstaande regel is sin2x• cos5x = 1/2(sin7x + sin(-3x)) = 1/2(sin7x - sin3x) De primitieve is dan F(x) = -1/14cos7x + 1/6cos3x + c |
|||||||||||||
10. | Geef primitiveerhulpjes voor de vormen sinαsinβ en cosαcosβ. | ||||||||||||
11. | Gegeven is de functie f(x) = sin2x • cos3x met domein [0, 2π] | ||||||||||||
a. | Bereken algebraïsch de nulpunten van de grafiek van f. | ||||||||||||
|
|||||||||||||
b. | Toon aan dat de grafiek van f symmetrisch is in het punt (π, 0). | ||||||||||||
c. | Bereken algebraïsch de oppervlakte van het vlakdeel V, ingesloten door de grafiek van f en de x- as tussen x = 1/6π en x = 1/2π. | ||||||||||||
|
|||||||||||||
12. | (Voor deze opgave moet je
kunnen differentiëren) Gegeven zijn op [0, 2π] de functies f(x) = 2sin(x - 1/3π) en gp(x) = psinx - p |
||||||||||||
a. | Los algebraïsch op: f(x) > g1(x). Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig. | ||||||||||||
|
|||||||||||||
b. | Bewijs dat f(x) en g2(x) elkaar raken en geef de coördinaten van hun raakpunt. | ||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||||||||||