|
|||||||||||||||
In Nederland staan verspreid over het land een groot aantal sirenes die draadloos en onafhankelijk van elkaar aangezet kunnen worden vanuit de alarmcentrale van de regionale brandweer. Dit wordt het WAS (waarschuwings- en alarmeringssysteem) genoemd.
Om de bevolking van ons land in geval van nood te
kunnen waarschuwen ligt er een netwerk van sirenes over ons hele land.
Elke eerste maandag van de maand worden die om 12.00 uur getest. In deze
les bestuderen we hoe je deze sirenes zo efficiënt
mogelijk op een regelmatige manier over ons land kunt verspreiden. |
|||||||||||||||
Roosters. | |||||||||||||||
De drie meest voor de hand liggende methodes om sirenes regelmatig te plaatsen zijn de drie eenvoudigste manieren om een heel vlak te vullen met regelmatige wiskundige figuren. Dat kan het simpelst met driehoeken, vierkanten of zeshoeken, en dat geeft de volgende drie roosters: | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
De sirenes die we
gaan plaatsen liggen dus steeds op de plaats van die gekleurde stippen. Als eerste (en belangrijkste) voorwaarde hebben we het feit dat natuurlijk iedereen een sirene moet kunnen horen. Dat bepaalt eigenlijk hoe groot die driehoeken. vierkanten en zeshoeken kunnen zijn (we maken ze natuurlijk het liefst zo groot mogelijk, want dan zijn er zo weinig mogelijk sirenes nodig, en dat is goedkoper!). |
|||||||||||||||
1. Het driehoeksrooster. | |||||||||||||||
Hiernaast zie je een driehoeksrooster met van één
sirene het bereik aangegeven (de cirkel). Als het punt Z (zwaartepunt
van de driehoek) de sirene kan horen, dan kan de hele driehoek de sirene
horen. De afstand B is het Bereik van de sirene. |
|
||||||||||||||
De oppervlakte van de
driehoek is dan 0,5 • x • 1,5B = 0,5 • B√3
• 1,5 • B = 3/4B2√3 Maar...... Als je heel Nederland zou bedekken met een rooster van gelijkzijdige driehoeken, en aan elke driehoek zou je drie sirenes vastmaken, dan liggen er in elk knooppunt 6 sirenes als je die driehoeken tegen elkaar aan op de kaart van Nederland legt. Er komen immers in elk punt 6 driehoeken bij elkaar. Er is maar één sirene nodig, dus dat is zes keer zoveel als nodig. Daarom horen bij elke driehoek niet 3, maar 3/6 = 0,5 sirene. 0,5 sirene zorgt dus gemiddeld voor 3/4B2√3 oppervlakte, dus per sirene is dat 1,5B2√3 |
|||||||||||||||
2. Het vierkantsrooster. | |||||||||||||||
In de
figuur hiernaast zie je dat, als de afstand B het midden van het
vierkant moet bereiken, er moet gelden: B2 = (0,5x)2 + (0,5x)2 ofwel x = B√2 De oppervlakte van het vierkant is dan 2B2 Maar......
Als je aan
elk vierkant vier sirenes zou vastmaken en dan die vierkanten over
elkaar heen zou leggen op de kaart van Nederland, dan zitten er in elk
knooppunt 4 sirenes. |
|
||||||||||||||
Elke sirene zorgt dus voor een oppervlakte van 2B2 |
|||||||||||||||
3. Het zeshoeksrooster. | |||||||||||||||
Hiernaast zie je dat het bereik van de sirene
gelijk is aan een zijde van de zeshoek. |
|
||||||||||||||
Daarom mag
je het aantal sirenes door 3 delen, en hoort bij elke zeshoek 6/3
= 2 sirenes. Elke sirene zorgt dus voor een oppervlakte van 3/4B2√3 |
|||||||||||||||
De Praktijk is anders... | |||||||||||||||
Als je de Bosatlas
pakt en de oppervlakte van Nederland opzoekt dan is dat
41.160 km2 Het bereik van een sirene is ongeveer 500 tot 750 meter. Dat zou bij de drie verschillende soorten roosters de volgende aantallen benodigde sirenes geven: |
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
In werkelijkheid staan in Nederland een dikke 4000 sirenes. Lang niet de hele oppervlakte wordt bestreken, want de sirenes staan vooral in dichtbevolkte gebieden. Kamerlid Irrgang van de SP heeft hierover in 2006 kamervragen gesteld (zie de bijlage).
Voorlopig lijkt het driehoeksrooster het beste rooster, want er zijn het minst aantal sirenes voor nodig. |
|||||||||||||||
De zeshoek verbeterd. | |||||||||||||||
Hieronder
links zie je een zeshoekig rooster (de blauwe stippen) met op elke stip
een sirene. De rode sirene wordt weggelaten, en rechts zie je dat nog steeds alle punten van het vlak zwart (bedekt) zijn |
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Er kunnen nog veel meer sirenes uitvallen zonder dat dat onbedekte punten geeft:Hieronder links is dat gebeurd. Rechts zie je een groter patroon met alle weggevallen sirenes. Dat geeft een verbetering van ons zeshoekpatroon. Het kan kennelijk met minder sirenes, zodat toch de hele oppervlakte bedekt blijft. Uit de figuur rechts blijkt dat van de horizontale rijen om en om niets of de helft uitvalt. Dat betekent dat van het totaal aantal sirenes een kwart weg kan. |
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
HELP! Er valt een sirene uit!! | |||||||||||||||
Wat zijn de gevolgen?
Hoeveel mensen (%) zal dan geen waarschuwing meer krijgen? Laten we het weer per rooster bekijken. 1. Het driehoeksrooster. |
|||||||||||||||
Stel dat in het driehoeksrooster linksonder de rode sirene uitvalt... | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Als een zijde van de driehoek 1 is, is de hoogtelijn 1/2√3 en de oppervlakte 1/4√3Het paarse gedeelte in de driehoek rechts bestaat uit twee cirkelsegmenten met een hoek van 30° (samen dus 1/6 cirkel) plus een driehoek. |
|||||||||||||||
• | De basis van de driehoek is 1, en de hoogte 1/6√3 (een derde deel van de zwaartelijn) dus de oppervlakte 1/12√3 | ||||||||||||||
• | De cirkel heeft straal 1/3√3 (twee derde deel van de zwaartelijn) dus de cirkeldelen hebben samen oppervlakte 1/6 • π • (1/3√3)2 = 1/18π | ||||||||||||||
• | De hele oppervlakte van de driehoek is 1/2 • 1 • 1/2√3 = 1/4√3 | ||||||||||||||
De uitval is dus 26,4% |
|||||||||||||||
2. Het vierkantsrooster. | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Boven
links zie je dat het gele gebied niet meer wordt bestreken als de rode
sirene uitvalt. In de tekening rechts hebben de kwartcirkels straal 1/2√2 dus samen oppervlakte 1/2 • π • (1/2√2)2 = 1/4π Voor de rest van het vierkant blijft over 1 – 1/4π Het gele deel is daar de helft van: 1/2 - 1/8π Dat is (1/2 - 1/8π) : 1 = 0,107, dus 10,7% valt uit. |
|||||||||||||||
3. Het "verbeterde" zeshoeksrooster. | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Kijk naar
de linker figuur. Als de gele sirene uitvalt krijgt het gele gebied niets meer te horen. Rechts zie je het onderste deel uitvergroot. Trek van de zeshoek twee cirkeldelen (met hoek 120°) af. Als de zijde van de zeshoek 1 is, dan is de straal van zo’n cirkel dat ook. De hele zeshoek heeft oppervlakte 1,5√3 De twee cirkeldelen hebben oppervlakte 2/3 • π • 12 |
|||||||||||||||
dat is 9,7% van de hele zeshoek | |||||||||||||||
Randeffecten. | |||||||||||||||
Tot nu toe
zijn we uitgegaan van een oneindig uitgestrekt gebied zonder randen.
Het feit dat er in praktijk wel een grens is, heeft een nadelig effect op het aantal benodigde sirenes. Daarvan gaan we een ruwe schatting maken. Neem als voorbeeld het driehoeksrooster. Daar vonden we dat bij elke driehoek gemiddeld 0,5 sirene hoort. Een regelmatige tekening ('t is maar een schatting) zou de volgende zijn: |
|||||||||||||||
Je ziet dat midden in het land elke
sirene bij zes driehoeken hoort. Maar aan de grens is dat niet meer zo,
daar hoort elke sirene nog maar bij 3 driehoeken. Dat betekent dat de
grenssirenes maar half zo effectief zijn als die midden in het land. Ze
tellen maar half mee.
|
|||||||||||||||
Hoe lang is de grens van
Nederland? We moeten zowel de landgrenzen als de zeegrenzen tellen,
want daar treedt “sireneverlies” op.
|
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |